logo-millennium-visie.jpg

kb

 

Bericht
  • EU e-Privacy Richtlijnen

    Wij maken gebruik van cookies, om onze website te verbeteren, en om het verkeer op de website te analyseren. Door op akkoord te klikken, geef je toestemming voor het plaatsen van alle cookies zoals omschreven in onze privacyverklaring. Ga voor meer informatie naar Privacy pagina.

    Bekijk Privacy Richtlijnen

De eerste stap naar Nirwana - Februari 2022

1.0 Inleiding

’Mijn leer is theorie noch filosofie, maar de vrucht van ervaring. Alles wat ik zeg, komt voort uit mijn ervaring en je kunt het zelf ook uit je eigen ervaring beamen. Woorden beschrijven niet de werkelijkheid: alleen ervaring toont ons diens ware gezicht’. [Suttapitaka, Majjihma-Nikaya, Upakkilesa Sutta]

Boeddha

‘Analyse van de realiteit’

afb. drie eenheid 1Siddharta Gautama Sakyamuni, bekend als de ‘Boeddha’ werd in 563 v. C. geboren. Siddhartha had een zorgeloze jeugd, maar op z’n 22e ontdekte Siddharta het lijden in de buitenwereld. Hij verliet zijn familie, het koninklijke paleis en zijn positie en ging zoek naar het Pad; de weg die naar verlossing leidt. Vijf jaar zwierf hij door het koninkrijk op zoek naar meesters en beoefende hij de traditionele vorm van ascese in de Indiase cultuur, yoga. Onder leiding van de meesters Alara Kalama, en Uddaka Ramaputta ervoer hij steeds diepere toestanden van trance, waarin het ‘lijden’ wordt overstegen. Maar hij besefte ook dat deze ‘verlossing van het lijden’ beperkt was tot de staat van trance en dus niet blijvend was.
Daarom legde hij zich toe op de observatie van zijn eigen gevoelens, zijn eigen emoties, zijn eigen gedachten, via het bewustzijn van de fenomenen die zichzelf voordoen aan de geest. Hij zag in dat die gedachten voortdurend worden ‘geboren en sterven’. Op die manier ontdekte hij, dat de ware aard van de realiteit - de werkelijkheid - constante transformatie(proces) is en dat niet één ding kan bestaan zonder het bestaan van al ’t andere. En, …….. dat ‘alles’ tegelijkertijd met elkaar verbonden is in een universeel netwerk van onderlinge afhankelijkheid of wederzijdse causaliteit (Natuurkundig principe ‘vlindereffect’).


Nirwana is een belangrijk begrip in het boeddhisme en verwijst naar de hoogste staat die door de mens bereikt kan worden, en waardoor heiligheid behaald wordt. Het betekent letterlijk: uitgeblust, onbeweeglijk. Het uitgedoofd zijn verwijst naar het einde van begeerte, aversie en verwarring, wat het hoofddoel van het boeddhisme is.

2.0 Het grote ontwaken van Boeddha

‘Onwetendheid is de bron van alle kwaad’
[Socrates]

Door het beoefenen van mentale aanwezigheid was Boeddha in staat om een groot concentratievermogen te ontwikkelen. Hij kon zijn geest en lichaam ‘overspoelen’ met aandachtig bewustzijn. Dankzij aandachtig bewustzijn vormden zijn geest, lichaam en ademhaling uiteindelijk een perfecte eenheid.

Ook zag Boeddha tijdens jarenlange trainingen in, dat mensen ‘lijden’ [2]. Maar wat veroorzaakt ‘lijden’ dan? Dat was de vraag die Boeddha zichzelf in de beginfase toen ook stelde. Zijn uiteindelijke antwoord was: Een valse blik op de werkelijkheid’. En deze valse blik op de werkelijkheid wordt door onwetendheid veroorzaakt.
Onwetendheid leidt tot ontelbare zorgen, verwarringen, en moeilijkheden: hebzucht, woede, haat, arrogantie, twijfels, jaloezie, bezitterig en (faal)angst zijn allemaal geworteld in onwetendheid. Onwetend over |Wie-je-werkelijk-Bent|; nl. een kind van God.
Om een helder begrip te ontwikkelen, besefte hij, is het noodzakelijk om in dagelijkse aanwezigheid te leven: in direct contact met het leven te staan, in het hier en nu aanwezig te zijn, en met volle aandacht zien en ervaren wat er nu – op dit unieke moment - echt gebeurt, zowel in als buiten ons.

‘De Boeddha
[1] wordt ook wel gedefinieerd als de niet-geconditioneerde; hij die is ontsnapt aan de conditionering door het verleden’.

Siddharta Gautama Sakyamuni, besefte toen dat hij de grote weg naar vrijheid had gevonden. Door te leren zijn geest te kalmeren – om dieper naar de ware aard van dingen te kijken – verwierf Siddharta het inzicht, dat alle spanning en pijn opgelost werden door aanvaarding van het geestelijke transformatieproces én liefde. Geestelijke aanwezigheid en aandacht in het Nu-moment leiden tot een blijvende verlossing van lijden.

Het gevonden Pad van de Boeddha was géén intellectuele weg, maar simpel een weg van ervaring, géén theoretische weg maar een praktische!

‘De staat van Boeddha-schap is gewoon de natuurlijke staat van niet-neurose’.


[1] In de Magadhi-taal betekent het woord ‘boedh’ ontwaken. Iemand die wakker is, heet daarom een boeddha.
[2] Het lijden waarnaar de Boeddha verwijst is een systematisch, blijvend lijden en dat is duidelijk een neurotisch lijden. Tegenwoordig identificeren wij ons niet alleen met onze lichamen, maar ook met onze huizen, onze auto’s, onze gezinnen, onze bankrekeningen, onze beroepen, onze sociale rollen, onze prestige, onze …. Volgens de boeddhistische psychologie is dit de diepere oorzaak van neuroses en dus van menselijk lijden. Het lijden komt duidelijk voort uit een expansie van de kwetsbare staat van het ego, die toeneemt met de groei van het aantal objecten waarmee het zich identificeert.

3.0 Juiste gedachten

‘Juiste gedachten bestaan uit gedachte waarin noch verwarring of afleiding heerst, woede noch haat, verlangen noch wellust’. [Vinyapitaka, Vibhanga Sutta]

De psychische consistentie-theorie [1]

Voordat we dieper in kunnen gaan op de psychologische conditie van de geest – het her-programmeren van de geest (re-conditioneren) - moeten we ons realiseren, dat er een logische samenhang tussen de aanwezigheid in de werkelijkheid – het Zijn - en van veranderlijkheid. Observatie van de werkelijkheid is alléén mogelijk door aanwezigheid in de werkelijkheid; door daadwerkelijk aanwezig te zijn in het Nu-moment. ‘Ik voel pijn, verdriet, angst, etc. etc., …… nu!’
Aanwezigheid in de werkelijkheid bestaat uit het richten van je aandacht op wat er buiten de geest – jouw geest – is, plaatsvindt. En om dat te kunnen doen, moeten we eerst onze geest bevrijden van routinematige, controlerende gedachten; de zgn. ‘dwanggedachten’. Controle over de geest moet daarom altijd vóórafgaan aan aanwezigheid in de werkelijkheid; het hier-en-nu, dat ene moment.


‘Denken, is de ziel die met zichzelf praat’ [Socrates]

De juiste volgorde van dit her-programmeringsproces (controle over de geest) wordt:

  1. Aanwezig zijn in de werkelijkheid; in het NU-moment aanwezig te zijn en observatie met alle zintuigen.
  2. Besef van veranderlijkheid van ‘alles’. Wat jij denkt waar te nemen, is een illusie. Het is een product van je geest; je breinmassa, je gedachtepatronen!

Het besef van veranderlijkheid leidt naar het onthechten. Onthechten bijvoorbeeld is het niet verlangen naar bezit. We hebben tientallen, honderden hechtingen [2]. Groot en klein. Onthechten is een cruciaal vermogen voor ons evolutieproces; het proces dat jij permanent, dagelijks tijdens je leven hier op aarde ondergaat.

Onthechten? Wat kunnen we doen om ons ervan te bevrijden? Begin er mee dat jij bewust van ‘ze’ wordt; bewust wordt van bijvoorbeeld je trauma’s [3]. Hechting speelt een essentiële rol bij de emotionele en sociale ontwikkeling van een kind. Bij een goede hechting ontwikkelt het kind basisvertrouwen en basisveiligheid. Het kind voelt zich vrij om nieuwe dingen te onderzoeken en te leren. Een kind dat onveilig gehecht is, heeft geen vertrouwen in anderen en zichzelf. Word je dus bewust van je hechtingsproblematiek.

‘Een boeddha heeft géén verwachtingen en is nergens aan gehecht: hij accepteert en geniet van wat er is’.


[1] Consistentie: logische interne samenhang, hechtheid. De hoofdzaak van de consistentietheorie is: mensen hebben consistentie nodig in het leven. Deze theorie kent drie stappen: Mensen verwachten consistentie, inconsistenties veroorzaken een toestand van dissonantie, dissonantie maakt dat we consistentie herstellen.
[2]
Hechting is een duurzame affectieve relatie tussen een kind en één of meer opvoeders. Zo’n 25 tot 30% van de bevolking heeft in meer of mindere mate hechtingsproblemen, ongeveer 1% heeft een hechtingsstoornis.
[3] De term
trauma wordt gebruikt wanneer iemand na een schokkende gebeurtenis blijft steken in gevoelens van angst, woede of eenzaamheid. De gebeurtenis is in dat geval zo ongewoon, pijnlijk, schokkend of extreem dat het niet lukt om ermee om te gaan.

3.1 Onze neurotische ‘dwang’-gedachten

‘Ik kan het, ik wil het en ik doe het’

Het is bekend dat Boeddha niet de enige is geweest die een beroep deed op de controle van de geest. Controle over de geest krijgen, is in feite de basis van het hele proces waarmee we de staat van verlichting (‘Boeddha-schap’) kunnen bereiken. Maar, helaas, de ontwikkeling van controle over de geest vergt een uiterste krachtsinspanning; een wilsinspanning. Deze wilsinspanning moet met buitengewone zorg, concentratie en vastberadenheid wordt aangewend anders is het gewenste eindresultaat teleurstellend.

‘Het (negatief) denken produceert ons geestelijk lijden’

Voor controle over de geest, stelt Boeddha, is het noodzakelijk om hem te observeren; om de geest – het denkproces - gade te slaan. Oftewel, om je eigen gewaarwordingen, om je eigen emoties, om je eigen specifieke gedachten (positieve of negatieve gedachten) te observeren. Concentreer jij je daarom vooral op je eigen gedachten, omdat denken de oorzaak van emotie is en dus de oorzaak van ons ‘lijden’, volgens Boeddha.
Als ik bijvoorbeeld denk aan het overlijden van een geliefde wordt er een emotie in mij geproduceerd die ik ‘geestelijk lijden’ noem. Als ik aan de andere kant aan een plezierige vakantie aan de stranden van Bali denk, dan wordt er in mij een emotie geproduceerd die ik ‘gelukkig, blij en plezierig’ noem.

‘Emotie heeft zijn oorsprong in denken; een activiteit van de rechter hersenhelft’

3.2 Maar wát zijn dan de juiste gedachten in concrete termen?

Gedachten zijn als zaden die planten voortbrengen’. Een negatieve gedachte brengt een giftige plant voort’.

Wat zorgt voor ‘lijden’ in onze gedachten, wetende dat het denken het ‘lijden’ niet zo maar opzettelijk produceert?

Juiste gedachten bestaan uit het opheffen van negatieve gedachten en de constructie van (nieuwe) positieve gedachten. Wat mensen negatieve gedachten zijn gaan noemen, zijn gedachtes die bijvoorbeeld als onveilig, angstig, afwijzend, denigrerend, moeilijk, pijnlijk, beperkend, beschamend, egoïstisch, agressief, kwetsend of ondermijnend, ervaren worden. Negatieve gedachten kunnen we kwalificeren als gedachten die tot afscheiding leiden van datgene |Wat-je-werkelijk-bent|; je hoger bewustzijn, je ziel!
Je bent een goddelijke drie-eenheid, bestaande uit een ziel, een geest en een fysiek lichaam’.
Daarentegen gedachten die tot vereniging leiden, zoals vertrouwen, aanvaarding, sympathie, liefde, welwillendheid, etc. kunnen we als positief zien en ervaren. Deze positieve gedachten zorgen juist voor éénheid; een samenwerking tussen ziel, geest en lichaam om het dagelijkse scheppingsproces – jouw creatie – te vervolmaken!

‘Onvrijwillige gedachten’ ‘Gedachten tegen onze wil’

We moeten ons terdege realiseren dat we niet in staat zijn om (iedere) gedachten te mijden die ons laten ‘lijden’. Het zijn gedachten die tegen onze wil door het brein worden geproduceerd; ons geheugen, ons denken! In feite produceert niemand opzettelijk leed (masochisten) in zichzelf, want dat zou indruisen tegen ons instinct tot overleven. Maar deze negatieve en/of positieve gedachten worden automatisch door ons geheugen (ons onbewuste) geproduceerd. Het zijn in principe ‘dwanggedachten’. Het zijn ‘onvrijwillige gedachten’.
Onvrijwillige gedachten zijn in feite slechts manifestaties van innerlijke spanningen die uit trauma’s (faalangst, mislukking, onzekerheid, geestelijke en lichamelijke mishandelingen, etc.) – die opgeslagen zijn in je cel-geheugen (!) én je chakra-systeem (!)voortkomen en met grote regelmaat van de klok boven water komen drijven en oude emoties (verdriet, pijn, angst, etc.) weer oproepen én reproduceren.

‘Het spanningsvrij denken?’

Onvrijwillige gedachten is dus een automatisch product van spanningen die in ons geheugen is vastgelegd. In een toestand van neurose vormt het denken dat ons ‘lijden’ bezorgt vrijwel onze hele geestelijke (dagelijkse) activiteit. En dit komt omdat onze gedachten zich blijven reproduceren, zich oneindig blijft herhalen, in je brein. Want ….. je brein kan op het vlak van denken maar slechts drie dingen doen:

  • Opslaan van waarnemingen.
  • Die waarnemingen verbinden met wat er al was opgeslagen.
  • En dát reproduceren zodra de juiste (omgevings-)prikkeling of waarneming plaatsvindt.

Zo werkt het brein: het slaat op, verbind het met wat er al was en laat het door de juiste prikkeling of aanraking weer zien en voelen.

4.0 Het brein

‘Een pc met een harde schijf?’

Gedachten worden in het geheugen opgeslagen met het hele scala aan bijpassende emoties. Als een gedachte een emotie opwekt, worden de twee daarom samen vastgelegd – aan elkaar gekoppeld - en het is precies die emotie die herinnert aan die gedachte. Hoe sterker de emotie, hoe frequenter de daaraan verbonden gedachte wordt gereproduceerd! In de yogi-traditie – volgens Pantanjali - wordt het denken gedefinieerd als ‘zaad’, omdat het andere gedachten voortbrengt!

Alles wat jij denkt en hoe jij denkt, is gebaseerd op je eigen waarneming van nu, gisteren, een jaar geleden, tien jaar geleden en ……….. uit alle vorige levens. [Millennium-Visie!] Als je uitgaat van continuïteit van leven, dan zou het zelfs zaken kunnen reproduceren van honderden jaren geleden, omdat het brein een directe verbinding heeft met je bewustzijn; je hersen-opslagcapaciteit. Het brein verzint niets zelf. Het is slechts dat wat jij hebt waargenomen aan het verbinden met wat er al opgeslagen was en zal dat hele verhaal reproduceren als het aangeraakt of geprikkeld wordt. En naarmate jij meer van datzelfde – bijv. negatieve gedachten over ‘iets’ – hebt opgeslagen in je cel-geheugen, dan zal de figuurlijk gesproken ‘snelweg naar dat specifieke hersendeel steeds sneller, breder en toegankelijker worden’. ‘In een microseconde (1/500ste seconde) heb jij een identieke, eerder opgedane ervaring in dat specifieke hersendeel gevonden’.
Het probleem is, dat jij als gebruiker van je brein vergeet wat er ooit allemaal is waargenomen én opgeslagen. Je weet ook niet wat er allemaal in je bewustzijn of onderbewustzijn zit en daardoor lijkt het soms alsof het brein een eigen leventje aan het leiden is. Maar realiseer je dat het brein niets vergeet (!) en hoe het zich toen voelde. Dus bij de juiste prikkeling krijg jij dingen van jezelf (weer) te zien en te voelen. Het lijkt dan alsof het brein zelf iets aan het creëren is – een eigen verzinsel schept, maar dat is niet zo. Vergelijk je brein met een computer; een pc met een harde schijf (onderbewuste) waar een hele boel informatie op staat. Met de juiste zoekopdracht (prikkeling) kun je letterlijk alles terugvinden, ongeacht hoe oud en zelfs wat jij denkt gedeletet te hebben.

Maar wij zijn niet onze gedachten en gevoelens. We identificeren ons soms zo sterk met onze gedachten, dat we denken dat onze gedachten de basis zijn van ons bestaan. We denken dat we alles zelf hebben bedacht of uitgevonden’.
Vooral als er veel stress is in ons leven, wordt ons denken actiever en kan overgaan in piekeren. We verliezen het contact met datgene wat objectief denkt (het innerlijke of hogere zelf, je hoger bewustzijn, je ziel), als je geest systematisch wordt overweldigd met negatieve gedachten.

5.0 Onbevangen observatie

‘Observeer je gedachten met dezelfde onbevangenheid als waarmee je op een vredige avond een verre vlucht vogels observeert’. [Suttapitaka, Majjhima-Nikaya]

Als we met de ‘geest’ [1] het geheel van onze gedachten (verstand), de wil, onze gevoelens (emoties) en sensaties, prikkeling of spanningsveld bedoelen, dan kunnen we de juiste manier van concentratie als de ‘onbevangen observatie van de geest’ noemen. Dit is nu in essentie het originele boeddhisme zoals dat werd onderwezen door Boeddha!

Het onbevangen observeren van het denken, neemt de emotionele lading weg en doorbreekt zo de keten van de reproductie; het oneindig herhalen van (neurotische) ‘dwanggedachten’. Het de-activeren van ‘dwanggedachten’ kan alleen geschieden door een daad van desidentificatie [2]. Als bijvoorbeeld in onze geest een angstemotie zich ontwikkelt, dan identificeren wij ons met de maker van die gedachte en eventueel met de persoon die wordt overweldigd door deze angst. De angstemotie wordt sterker en sterker door het ‘herhalingsrecept’ van onze gedachten. Het is alsof het ego zijn energie – geestelijke energie - aan zijn ‘toehoorder(s)’ overdraagt en die angst steeds dieper en dieper in ons geheugen grift. Als gevolg van de identificatie van ons ego met die gedachte en die angst, worden we erdoor gedomineerd. ‘We kunnen niet anders meer denken, dan alleen maar aan die emotionele angst’. We worden neurotisch!


[1] De ‘geest’. Nieuwsbrief ‘Ziel en Geest’, augustus en september 2010. Zie ook Hfdst. 7.0
[2] Identificatie. Ego = ‘ik’, de bewuste geest. Het woord "ego" gebruikt men algemeen voor de identificatie van het zelf met een onjuist denkbeeld. Als "zelfbeeld" is het dus onecht in die zin, dat het denkbeeld over zichzelf niet overeenkomt met de werkelijkheid. Men spreekt bijvoorbeeld over iemand met een groot "ego", als die persoon bijvoorbeeld van zichzelf vindt dat hij erg belangrijk is, terwijl dat voor velen in de werkelijkheid niet zo blijkt te zijn. Als iemand sterk op zichzelf is gericht, zich als een afgescheiden identiteit voelt, dan wordt zo iemand egocentrisch genoemd. Bij zelfzucht spreekt men van egoïsme.

6.0 De staat van spanning of identificatie met de spanningsgedachte

‘Besef van de veranderlijkheid van de werkelijkheid; de realiteit’
‘Jij bent schepper van je eigen werkelijkheid’

Om het proces van de staat van spanning of identificatie met spanningsgedachte beter te begrijpen, moeten we ons realiseren dat de spanningsgedachte in werkelijkheid een product van de onbewuste geest [1] is en niet van de bewuste geest; het ‘IK’! De onbewuste geest is de ‘informatie-aandrager’ (de voeder, de waterdrager) van de bewuste geest; het ‘IK’. De bewuste geest (‘ik’, ons ego) identificeert zich nadien met de spanningsgedachte; je stemming. De spanningsgedachte produceert dus een stemming; een stemmingsgevoel. Dus als je invloed op eigen stemming uitoefent, heb je meer zicht op het effect van je gedrag en je innerlijke communicatie; onze geestelijke dynamiek.

‘Er zijn geen onvermogende mensen, alleen onvermogende stemmingen’.

Als we onze gedachte nu niet meer richten op objecten buiten onszelf - de buitenwereld, de veranderlijke werkelijkheid, die ander - maar meer richten op onze eigen gedachten, dan veranderen we onze geestelijke dynamiek. Als we nu een bepaalde gedachte en een bepaalde angst bemerken en observeren in onze eigen geest, dan worden we toeschouwer in plaats van ‘slachtoffer’. ‘Slaaf zijn van je eigen dwanggedachten is niet wat je uiteindelijk wenst’.
Door nu toeschouwer van onze spanningsgedachte te worden, verschuift ons centrum van identificatie (het ego) van de gedachte naar de observant. De observant (is), identificeert zich nu niet meer met de spanningsgedachte! En aangezien het ego de drijvende kracht is achter de spanningsenergie waaruit emoties bestaan, neemt deze spanningsboog of -energie geleidelijk af.

‘Het observeren van ons eigen denken is een specifieke hersenfunctie’

Het bewustzijn – de zetel van de mentale energie, het ‘ik’, de drijvende kracht achter de spanningsenergieën – is een specifieke hersenfunctie die mens eigen is. Het is dan ook via deze hersenfunctie dat we de observatie van ons denken kunnen verwezenlijken. In het proces van onbevangen observatie worden we toeschouwer die alleen maar nota neemt van de aanwezigheid van spanningsgedachte(n) en angst(en). Door toeschouwer te zijn van je eigen gedachten en angsten wordt het ‘lijden’ geneutraliseerd. De toeschouwer berust als het ware in de opkomende gedachten en neemt slechts waar. Meer niet! Velt geen oordeel over datgene wat in hem/ haar als gedachten opkomt. Dit is het pad dat vele meesters – het meesterschap – hebben gevold!

‘Je gedachten zijn het product van je onbewuste geest’

Als je een negatieve gedachte hebt, moet je beseffen dat hij wordt geproduceerd door je onbewuste ‘geest’! Een boeddha is zich feitelijk altijd bewust van het automatisme van zijn eigen gedachten en stelt zich altijd onbevangen op: hij laat zich niet tot ‘hun’ slaaf maken!


[1] Onbewuste geest. Het onderbewuste niveau is het ervaringsgebied waar je je eigen werkelijkheid onbewust creëert. Onbewust wil zeggen, dat je nauwelijks beseft dat je dit doet, laat staan waarom. Dit is geen minderwaardig ervarings- of scheppingsniveau, veroordeel het dus niet. Het is een gave, want het staat je toe dingen automatisch te doen, zoals je haar laten groeien, met je ogen knipperen of je hart laten slaan; of een onmiddellijke oplossing voor een probleem te vinden. De onderbewuste geest is dus bestemd om alle automatische taken van het lichaam te besturen en eveneens elke gebeurtenis, elke ervaring, elke indruk, elk gevoel en alle gegevens op te slaan die het wezen door het lichaam via de bewuste geest krijgt aangereikt.
De bewuste geest of het bewustzijn (het bewuste niveau) is het ervaringsgebied waar je je eigen werkelijkheid kent en creëert in een gedeeltelijke bewustzijn van je daden. Hoe groot dat bewustzijn is, hangt af van je ‘bewustzijnsniveau’. Dat is het fysieke niveau. De bewuste geest is bestemd om de taak van de totale gegevensverzameling op elk moment van het NU te beheren. Hij verzorgt ook de analyse van gegevens uit het verleden, het bevattingsvermogen en de begripsvorming, de toekomstprojectie en allen zintuiglijke feedbackfuncties. Op deze manier brengt hij onze ervaring van het huidige moment voort.
Nieuwsbrief
Bewustzijn. ‘Onderbewuste, bewuste en superbewuste’ – deel II, april 2020. Nieuwsbrief ‘Het bewustwordingsproces’ – deel I, maart 2015

7.0 Wat is de geest? Wat is het verschil tussen bewuste en onbewuste geest?

‘De geestelijk schoonmaak’

De geest is een orgaan van het lichaam [1]. De geest is het brein in fysieke vorm.
De geest is een sub-moleculair deel dat uit allerlei energieën bestaat, te weten gedachten en herinneringen aan gevoelens uit het verleden die opgeslagen liggen in de cellen. De geest is de heerser van alle gedachten. Het is de geest die er voor zorgt dat je over je brein kunt nadenken. De geest ontvangt en interpreteert alle binnenkomende informatie in iedere energievorm en activeert op deze wijze het bewustzijn; het verstand. Zonder geest zou je niet eens weten dat het brein bestaat. De geest is de innerlijke kracht die - jou – het lichaam voortdrijft.
De ziel (het hoger of innerlijk bewuste) daarentegen is de totale som van alle liefdegevoelens – uit dit leven maar ook de verzameling uit alle vorige levens (!) - die je ooit eens hebt gehad. Je kunt de geest (niet de ziel) manipuleren, trainen, versterken en zelfs commanderen, maar de ziel niet! Net zoals elk ander orgaan, en wel met behulp van yoga, meditatie en ademhalingsoefeningen kun je fantastische resultaten boeken. Het is slechts een kwestie van oefenen, veel oefenen.

‘De geest kan worden gemanipuleerd’. ‘De geest kan ge-her-programmeerd worden; de ziel niet’

Als je een negatieve gedachte hebt, moet je beseffen dat hij wordt geproduceerd door je bewuste, je geest! Niet je ziel! Het besef, het begrip en het herkennen dat het denken – jouw denkpatroon - een automatisme is, wordt systematisch opgebouwd. Het kan zelfs een tijdje duren voordat jij besef dat jij een dergelijk dagelijks een (continu, negatief) denkproces ondergaat. Maar als jij je er zelf consequent erop toelegt, zullen je negatieve gedachten gaan herkennen en na een paar dagen zullen ze hun kracht gaan verliezen en dan ontdek je ineens dat je geest helder en onbevangen is geworden. Dit besef – dit weten - heb je nodig om controle over de geest te kunnen krijgen! En de reden daarvoor is, dat de geest en lichaam een onafscheidelijke eenheid vormen. Geest en lichaam zijn sterk met elkaar verbonden, die we deze innige band psychosoma [2] kunnen noemen. Deze verbondenheid van lichaam en geest vinden we terug in de traditionele boeddhistische meditatietechniek.
De functies waaruit de mens volgens het Boeddhisme bestaat, zijn te onderscheiden in drie processen: ademhaling, lichaam en geest. Deze drie processen zijn geïntegreerd en staan in interactie met elkaar. Er bestaat zelfs een wederzijdse afhankelijkheid van elkaar! ‘Het één kan niet zonder het andere’. En, omdat ademen het meest toegankelijke proces van de drie is en is het ook de eenvoudigst die we gemakkelijk onder controle kunnen krijgen.

‘Geestelijke leegheid’

Door concentratie op de adem is het zelfs eenvoudig om geestelijke leegheid te bereiken. Geestelijke leegheid is erg nuttig, want zo kunnen we de spanning (spanningsgedachte) opheffen ofwel het ‘lijden’. Een boeddha is iemand die in wezen in geestelijke leegheid leeft!
Nu ben je misschien geneigd om deze geestelijke leegheid – verlichting, nirwana, verlossing, e.d. - na te jagen, maar besef dat deze leegheid niet altijd te handhaven is. Het is zelfs praktisch onmogelijk om te stoppen met denken, omdat onvrijwillige gedachten automatisch worden geproduceerd. Het denken – het proces in het brein – moet dan vanuit een ander invalshoek bekeken worden. Het moet niet nutteloos gebruikt worden (bijv. controle krijgen over ‘dwanggedachten’), maar alleen gebruiken in gevallen waarin het echt nodig is; waar het nuttig is voor ons welzijn of wanneer ons overlevingsstrategie wordt aangetast.
Het komt in wezen hierop neer dat de ‘geest’ niet meer de kapitein op het schip is – de denktank is - of blijft, maar dat de zuivere innerlijke gevoelens (je hoger bewustzijn, je ziel) het roer stevig in handen neemt! Besef en weet, dat je een goddelijke drie-eenheid vormt. Je bestaat uit drie energievormen, namelijk een ziel, een geest en een fysiek lichaam! Je vormt een drie-eenheid en het scheppingsproces kan alléén geschieden vanuit een gemeenschappelijk consistentie; een logische interne samenhang tussen ziel, geest en lichaam!

Volgens de traditie zei Boeddha: Broeders, vóór je leert om onbevangen je denken te observeren, moet je leren om je adem, je lichaam en je emoties te observeren en te kalmeren. Als jij je adem, je lichaam en je emoties hebt gekalmeerd, beoefen je consequent de onbevangen observatie van het denken. Het onbevangen besef van je denken versterkt, samen met de bewuste observatie van de ademhaling, de concentratie’ [Suttapitaka, Majjhima-Nikayam, Cularahulovada Sutta]

De staat van het Boeddhaschap – Nirwana [4] - bestaat uit een geestelijke toestand waarin denken vrijwillig wordt gebruikt en zich beperkt tot het oplossen van praktische problemen. Wordt toeschouwer, wordt observant van je eigen gedachten. ‘Geestelijke leegheid is de natuurlijke conditie van de geest, net als rust de natuurlijke conditie van het lichaam is’. [Suttapitaka, Majjhima, Cularahulovada Sutta]
Het wordt tijd om onze geest – de werking van onze brein - eens grondig onder de loep te nemen. Voor de controle over de geest, stelt Boeddha, is het noodzakelijk om hem regelmatig te observeren, omdat volgens Boeddha denken de oorzaak van emotie [3] is, en dus de oorzaak van ons ‘lijden’ is. Onze eigen gewaarwordingen middels de vijf zintuigen, onze eigen emoties, onze eigen gedachten staan centraal in de manier waarop jij de buitenwereld waarneemt en hoe je jij identificeert met je spanningsgedachte, je uiteindelijk gedrag en communicatie.


[1] Nieuwsbrief ‘Ziel en Geest’, aug. & sept. 2010
[2] Psychosomatisch, wat betrekking heeft op lichamelijk aandoeningen die veroorzaakt worden door psychische problemen.
[3] Emotie is een innerlijke beleving of gemoedsbeweging als vreugde, angst, boosheid, verdriet dat door een bepaalde situatie wordt opgeroepen. Emoties zijn subjectieve belevingen en gaan samen met lichamelijke reacties en gezichtsuitdrukkingen en gedrag!
[4] Nirwana is een belangrijk begrip in het boeddhisme en verwijst naar de hoogste staat die door de mens bereikt kan worden, en waardoor heiligheid behaald wordt. Het betekent letterlijk: uitgeblust, onbeweeglijk. Het uitgedoofd zijn verwijst naar het einde van begeerte, aversie en verwarring, wat het hoofddoel van het boeddhisme is.

8.0 Slot

‘De biologische functie van ons denken is praktische problemen op te lossen’

Volgens Boeddha zijn verwarring, afleiding, haat, woede, verlangen en welllust duidelijk vormen van negatief denken. Wat mensen negatieve gedachten zijn gaan noemen, zijn gedachtes die bijvoorbeeld als onveilig, angstig, afwijzend, denigrerend, moeilijk, pijnlijk, beperkend, beschamend, egoïstisch, agressief, kwetsend of ondermijnend, ervaren worden. Juiste gedachten daarentegen bestaan uit het opheffen van negatief denken en de systematische opbouw van positieve gedachten. Negatieve gedachten leiden namelijk tot afscheiding van ons innerlijk Zijn (je ziel); positieve gedachten die we in ons geest (= niet je ziel) introduceren, moet juist vrijwillig en onbevangen zijn. Dus waar het op neerkomt is dat we onvrijwillige negatieve gedachten vervangen door vrijwillige positieve gedachten.

Maar naast het verwijderen van negatieve gedachten uit onze brein moeten we ook nieuwe en positieve gedachten construeren en implementeren in onze brein. Het is niet genoeg om alleen de negatieve gedachten op te heffen. We moeten ook nieuwe positieve gedachten construeren, zoals ‘liefdevolle vriendelijkheid, medelijden, gedeelde vreugde en onthechting zijn prachtige, diepgaande geestelijke toestanden. Door die te beoefenen, word je een bron van vitaliteit en geluk’. [Suttapitaka, Majjhima-Nikaya, Cularahulovada Sutta).

Hoe kun je negatieve gedachten opheffen [1]? Jawel, door het beoefenen van de vier contemplaties [Vinayapitaka, Vibhanga Sutta]:

  1. Beoefen de contemplatie [2] van de ademhaling. Het zal je geest zuiveren.
  2. Beoefen de contemplatie van het medelijden. Het werpt licht op de oorzaken van woede en haat in je geest.
  3. Beoefen de contemplatie van tijdelijkheid. Het werpt licht op het begin en einde van alle dingen.
  4. Beoefen de contemplatie van de Het werpt licht op het verval van alle dingen.

De concentratie op je adem is een zeer krachtig hulpmiddel om de controle over je geest te krijgen. Door concentratie op de adem is het eenvoudig om geestelijke leegheid te bereiken. Geestelijke leegheid is erg nuttig, want zo kunnen we de innerlijke spanning opheffen. Volgens de traditie bereikte Boeddha er zelfs verlichting door. Een boeddha is iemand die in wezen in geestelijke leegheid leeft.

Concentratie op je ademhaling stelt geen specifieke eisen aan tijdstip of ruimte. Je hoeft je niet op te sluiten in een stille, lege kamer of je terug te trekken in een klooster. Je kunt het altijd doen en in elke situatie. Je hoeft alleen maar:
             Zeven keer diep adem te halen en je ademhaling te kalmeren.
Het is niet belangrijk om hem lange tijd kalm te houden, maar wel om hem vaak te kalmeren. In plaats van lange sessies van kalm ademen, zijn kortere maar frequente sessies veel beter en efficiënter!

Oefening ‘Controle over je geest’ [1].
In gedachte zeg ik:

  1. Ik kalmeer mijn ademhaling (7x).
  2. Met behulp van mijn adem, ontspan ik mijn lichaam (7x).
  3. Ik blijf mijn adem kalm houden en observeer onbevangen de gedachten en emoties die in me opkomen (7x)!
  4. Ik besef dat mijn gedachten worden geproduceerd door mijn onbewuste (7x).

Bij aanhoudende, negatieve gedachten:

  1. Ik realiseer me dat mijn geest wordt overweldigd door een gedachte-emotie (7x).
  2. Ik ontwikkel in mijn geest de tegenovergestelde, positieve gedachte-emotie (7X).

Je kunt gebruik maken van een mantra – een gebed. Een mantra legt een suggestie vast in het onbewuste dat automatisch gedachten, emoties en gedragspatronen voortbrengt. Het levert bovendien twee resultaten op: het voorkomt de automatische productie van negatieve gedachten en het geeft je volledige controle over je geest en je lichaam als je hem opzegt in de maat van je ademhaling.

‘Als je van binnen geen vijand hebt, kan een vijand van buiten je niet raken’, is een bekende spreuk. Je negatief uitlaten over anderen – of je dat nu hardop doet of in gedachten – is eigenlijk een vorm van innerlijk geweld. Die kritiek die je uit, zegt waarschijnlijk eerder iets over een niet-geaccepteerd deel van jezelf.
Houd je van jezelf zoals je bent, dan wordt het ook veel makkelijker om een ander te accepteren en te zien dat je eigenlijk niet zoveel van hem of haar verschilt.

Probeer deze oefening ook eens en wel door je te concentreren op ieder chakra-niveau tijdens in- en uitademen:

  1. Adem-in: ‘Ik ben’
  2. Adem-uit: ‘een boeddha’

‘Een leven dat niet kritisch naar zichzelf kijkt, is het niet waard om geleefd te worden’. [Socrates]


[1] Boek ‘Boeddha in 5 weken’ van Giulio Cesare Giacobbe
[2] Contemplatie : een geestelijke bespiegeling, beschouwing

Hans Zevenboom

 

 

 
Millennium-Visie
Tel. 06 – 20834965
www.millennium-visie.org
info@millennium-visie.org

Joomla Templates by Joomlashack