logo-millennium-visie.jpg

kb

 

Bericht
  • EU e-Privacy Richtlijnen

    Wij maken gebruik van cookies, om onze website te verbeteren, en om het verkeer op de website te analyseren. Door op akkoord te klikken, geef je toestemming voor het plaatsen van alle cookies zoals omschreven in onze privacyverklaring. Ga voor meer informatie naar Privacy pagina.

    Bekijk Privacy Richtlijnen

Orgaandonatie en 'Hersendood' - Juli 2022

1.0 Inleiding

Met de komst van de nieuwe Wet op Orgaandonatie is iedereen automatisch orgaandonor geworden, tenzij je expliciet aangeeft dat je dit niet wilt. De Wet op Orgaandonatie is op 24 mei 1996 aangenomen!

afb. de dood 2Zijn we wel goed op de hoogte van de indringende implicaties die de nieuwe wet heeft op toekomstige orgaandonoren en hun nabestaanden? Volgens oud-cardioloog en schrijver Pim van Lommel hebben mensen door de beperkte informatie van de overheid géén idee wat het inhoudt wanneer je je aanmeldt als donor of welke gevolgen het kan hebben voor het eigen stervensproces en voor de nabestaanden.
De vraag over donorschap gaat namelijk over existentiële vragen; vragen die verband houden met het menselijke bestaan. Wat is het leven? Wanneer leef ik nog? Wat is de dood en wanneer ben je dood? Om een bewuste keuze te kunnen maken over het donorschap is een antwoord op deze en volgende vragen onvermijdelijk.

Vragen om bij orgaandonatie over na te denken

  • Hoe dood moet je zijn om orgaandonor te worden?
  • Kan een hersendode pijn voelen tijdens het verwijderen van organen? Hij of zij is toch immers dood?
  • Waarom zijn organen van donoren die overleden zijn door een hartstilstand onbruikbaar?
  • Hoe kan het zijn dat mensen die hersendood zijn, soms op de operatietafel nog onverwachtse bewegingen (zgn. Lazarus-effect) kunnen vertonen?
  • Betekent hersendood dan niet echt dood? Is hersendood een diagnose of een prognose?
  • En, hoe schadelijk is de apneutest voor het brein van iemand die al in een hele kwetsbare situatie zit?

Ontelbare vragen en veel verwarrende conclusies en meningen. Vandaar mijn centrale vraag: Vanuit welk perspectief wordt de dood bekeken? En, welk impact heeft het begrip ‘dood’ op je persoonlijk gevoelsleven en welzijn? Heb je ooit wel eens over de dood nagedacht? [1]

afb. de dood 6Het fundamentele probleem van orgaandonatie is, dat je géén organen kunt transplanteren van een ‘echte’ dode. Vandaar ook de pogingen om ‘dood’ opnieuw te definiëren, zoals met ‘hersendood’ om transplantatie tóch mogelijk te maken. Naast het feit dat er veel persoonlijke, filosofische en religieuze redenen zijn om van orgaandonatie af te zien, is er namelijk ook veel onduidelijkheid over het hersendoodprotocol.

Het is merkwaardig dat in de medische vakliteratuur over hersendood nooit de vraag is gesteld of hersendood eigenlijk wel hetzelfde is als de gewone ‘dood’. Zolang daar geen goed beargumenteerd antwoord op komt, zal het gebrek aan vertrouwen bij de bevolking blijven bestaan en ook het tekort aan donororganen.


[1] Nieuwsbrief ‘Dood is Her-eniging’ – April 2022

2.0 Het ‘gewetenspunt’ al gepasseerd?

‘Is er maximumleeftijd om donor te worden?’ ‘Verbod leeftijdsselectie op Intensive Care?

afb. hart 5We leven in een tijd van enorme tegenstrijdige krachten. Hoe meer licht op zaken valt, hoe sterker duistere, ongrijpbare krachten zich doen laten gelden. Dat uit zich vaak in groepen felle vóór- en tegenstanders. Zeker als het gevoelige thema’s betreft zoals orgaandonatie en -transplantatie, IC-spoedbehandelingen: ‘oudere’ coronapatiënten wel of niet toe laten bij overvolle ziekenhuizen, wel of geen levensbedreigende spoedoperaties zoals bijv. hartoperatie of -transplantaties, kankeroperaties, e.d. uitvoeren omdat de IC-bedden allemaal bezet zijn door coronapatiënten. Wel of géén verbod op leeftijdsselectie bij opname IC?

[BCC News, 09 januari 2021] In London heeft 1 op de 30 inwoners corona. ‘Wij moeten straks als zorgpersoneel voor God spelen’. ‘Daarmee komt het moment steeds dichterbij dat niet elke patiënt meer geholpen kan worden’, vertelt IC-verpleegkundige Joan Pons Laplana. ‘Er worden nu al operaties geschrapt. Wij moeten straks aan kankerpatiënten vertellen: ‘Sorry maar er is voor u geen bed op de intensive care’.

Vraag: Zijn we sinds de invoering van de Wet op Orgaandonatie het cruciale gewetenspunt – ‘respect voor het (natuurlijk) stervensproces’ - dan al lang niet gepasseerd? Of, bestaan er nog weldenkende, gezond-kritische mensen – zgn. ‘wappies’ - die op basis van feiten en nieuwe informatie bereid zijn hun mening of wereldbeeld aan te passen?

3.0 Voorlichtingscampagne overheid

‘Actieve donorregistratie’

Steeds meer mensen voelen in deze tijd op één of andere manier een zekere druk als bijvoorbeeld gaat om donorregistratie, want we zijn het bijna vergeten maar op 1 juli 2020 is het Actief Donorregistratiesysteem (ADR) – de nieuwe donorwet – van kracht. Aan deze nieuwe donorwet zijn jarenlange wervingscampagnes van de overheid voorafgegaan om donoren te werven en iets te doen aan het nijpende tekort aan organen in ons land. Met leuzen als: ‘Dat doe je toch’ of ‘Een leven redden, je hebt het in je’, is het morele appel en de sociale-maatschappelijke druk groot geworden.

afb. onderwijs 5In deze snel veranderende informatietijdperk is het belangrijk om verder te kijken dan de eenzijdige informatie en voorlichtingscampagnes die jarenlang vanuit de overheid wordt gestimuleerd. We horen over de schrijnende situaties van mensen die op de wachtlijst staan, en wij horen ook verhalen van succesvolle transplantaties, van mensen die weer volop in het leven staan. Het zijn verhalen die tot verbeelding spreken en die niemand van ons onberoerd zullen laten.
Om toch een bewuste, goed gefundeerde keuze – wel of niet toetreden tot de groep ‘bezwaar tegen orgaandonatie’ – te kunnen maken, is het raadzaam om het orgaandonatie en orgaantransplantatie ook eens vanuit het perspectief van de donor of vanuit een ander invalshoek te bekijken. Maar wat we kennelijk niet mogen weten, is dat zelfs als jij je hebt laten registreren als orgaandonor, niet iedereen geschikt is om organen af te staan! ‘Je moet namelijk niet helemaal dood zijn, alléén maar hersendood!’

Eén ding is nu zo langzamerhand wel zeker: hoe men ook over orgaandonatie en -transplantatie denkt transplantatiegeneeskunde heeft een stevige plek verworven in onze moderne wereld én het is een illusie te denken dat deze verdwijnt!

4.0 Transplantatiegeneeskunde

‘Wettelijk is iemand die hersendood is verklaard ‘dood’, maar 97 procent van het lichaam leeft nog’.

In de transplantatiegeneeskunde wordt uitgegaan van het hersendoodcriterium [1]! Als je hersendood bent verklaard, dan ben je echt dood. ‘Het is dood omdat wij vinden dat het dood is’, zo zei Erwin Kompagne, medisch ethicus aan het Erasmus MC het ooit. Dit in tegenstelling tot wat Ineke Koedam in het vakblad Natuurlijke & Integrale Gezondheidszorg hierover schrijft: ‘Het is een morele fictie’. Een verhaal of gedachtegang die hoofzakelijk in de fantasie van de auteur/ spreker – de medische biologische wetenschap – zich afspeelt.

‘Een orgaandonor leeft nog wanneer hij op de operatietafel ligt!’

afb. onderwijs 10Een mens wordt als biologisch dood of hersendood beschouwd als de functie van de hersenen, de hersenstam én het verlengde merg volledig, definitief en onomkeerbaar, verloren is gegaan. Volgens deze definitie is het dus mogelijk om met een kloppend hart tóch dood te zijn! Het hart klopt namelijk vanzelf zonder dat daar functionerende hersenen voor nodig zijn. Voor de ademhaling zijn wel functionerende hersenen nodig. Dus iemand die zonder beademing nog wel zelf ademhaalt, kan niet hersendood worden genoemd.

Het Laboratorium voor Experimentele Fysiologie van de Reanimatie in Moskou geeft daarom de volgende definitie van de klinisch dood:
De klinische dood is een stadium, waarin alle uitwendige kenmerken van het leven: bewustzijn, reflexen, ademhaling en hartwerking afwezig zijn, maar waarin het organisme nog niet dood is en de stofwisselingsprocessen van de weefsels nog doorgaan terwijl het onder bepaalde omstandigheden mogelijk is alle functies te herstellen’.


[1] De Wet op de Orgaandonatie is in het Staatsblad gepubliceerd. Deze wet bevat bepalingen ten aanzien van orgaandonatie tijdens het leven en ten aanzien van postmortale orgaandonatie.

5.0 Wanneer is nu iemand echt ‘dood’?

‘Is iemand wel echt dood als ‘alleen’ de hersenen niet meer functioneren?’
‘Is de hersendood hetzelfde als de gewone dood?’ ’Wat is het verschil?’
[1]

Volgens de Nederlandse Wet zijn er vier verschillende soorten van dood:
- Klinisch dood, biologisch dood [Hfdst.9.0], hersendood [Hfdst.8.0] en juridisch dood [2].

afb. de dood 10
Bij klinisch dood waarbij er géén hartslag en ademhaling meer is, en de mensen kunnen met reanimatie weer teruggehaald worden naar het leven. Bij biologisch dood en hersendood kan dit volgens de Wet niet meer. De absolute, biologische onomkeerbare dood wordt gekenmerkt door een zuurstofgebrek in de hersenen die ophouden te functioneren, de hersenschors onherstelbaar beschadigd is en een encefalogram die alleen maar een vlakke lijn te zien geeft.

Sommigen onderscheiden daarvan de weefsel dood: ná ongeveer 72 uur [3] worden de cellen afgebroken en gaat het weefsel zich ontbinden; aan de groei van haren en nagels komt een einde.

Het kenmerk van hersendood, volgens R. Tieme Groen [voorzitter van de Nederlandse Vereniging voor Anesthesie], is nu juist dat allerlei prikkels zoals pijn, maar ook warmte en koude, geluid en licht niet meer tot de hersenen doordringen.

‘Als het hart ermee ophoudt, is het gewoonlijk te laat om transplantatie-organen weg te nemen. Dat gebeurt daarom tijdens de hersendood, die hooguit zes tot twaalf uur duurt’.


[1] Ger Lodewick. Boek ‘Wat je over orgaandonatie zou moeten weten’, waarin duidelijk onderscheidende kenmerken wordt gemaakt tussen ‘hersendood en ‘dood’.
[2] In de geneeskunde onderscheidt men met betrekking tot mensen enkele verschillende definities van ‘dood’:

  • Klinisch dood: toestand waarbij de ‘ABC’-functies afwezig zijn: ademhaling, bewustzijn en circulatie (bloedsomloop). Door middel van reanimatie kan deze toestand soms nog ongedaan worden gemaakt. Als dit niet gebeurt, treedt na 4 tot 6 minuten de biologische dood in.
  • Biologisch dood: toestand waarbij ademhaling, bewustzijn en circulatie afwezig zijn en ook niet meer op gang kunnen worden gebracht. Onder meer in de context van orgaandonatie, als tegenhanger van hersendood, wordt dit ook wel hartdood Iemand is hartdood als het hart minimaal 5 minuten niet meer klopt. Er gaat géén bloed meer door het lichaam.
  • Hersendood: toestand van de hersenen waarbij de vitale hersenfuncties zoals bewustzijn en het aansturen van de ademhaling door het ademhalingscentrum door beschadiging op cellulair niveau zijn uitgeschakeld. Het lichaam reageert op geen enkele pijnprikkel, de ogen reageren niet meer op licht en het EEG (elektro-encefalogram = registratie van de elektrische hersenactiviteit) vertoont geen activiteit. Herstel is niet mogelijk en zonder kunstmatige beademing/ voeding en medicijnen zal de biologische dood snel intreden. Wel kan spontane activiteit van het hart aanwezig zijn, waardoor de pompfunctie en daarmee de circulatie van het bloed blijven bestaan. Voornoemde toestand maakt de overledene geschikt als donor, aangezien de organen dankzij de bloedcirculatie intact blijven.

[3] Joodse Traditie. Het stervensproces speelt zich af tussen 30 dagen vóór het werkelijke overlijden en 12 maanden erna. Tijdens het stervensproces worden in 7 fasen de hogere en lagere delen van de ziel losgemaakt van het lichaam. Het uiteindelijke doel is, dat de hogere en lagere delen van de ziel gebundeld worden en opgenomen worden in de hemel. Wanneer de laatste ademtocht is uitgeblazen, moet men het lichaam ongeveer een kwartier onaangeroerd laten liggen. Zij mogen de stervende niet aanraken om het stervensproces niet te beïnvloeden.

6.0 De fysieke kenmerken van de dood

De definitieve, onomkeerbare dood kenmerkt zich door een aantal specifieke verschijnselen die zich over korte of lange tijd (agonie = doodsstrijd) kunnen uitstrekken.

  • Het uitvallen van de hartwerking uit zich als stilstand van het hart, verdwijnen van de polsslag en optreden van een grauw-bleke huidskleur; het lichaam begint van de ledematen af koud en klam aan te voelen.
  • De ademhaling, vaak onregelmatig geworden, eindigt abrupt of met enkele diepe teugen.afb. de dood 12
  • Wanneer de werking van zintuigen en zenuwstelsel wegvalt, ontspannen de spieren zich en krijgt het gelaat een dof, ingezonken aspect met ingetrokken neusvleugels (Hippocratisch gelaat) en een verslapte onderkaak.
  • Geleidelijk aan maakt een algehele stijfheid zich van het lichaam meester (rigor mortis = lijkstijfheid); de pupil van het oog reageert niet meer op lichtprikkels en het vrijwel zekere teken van de dood, het ‘breken’ van het oog, dit wil zeggen een troebeling van het hoornvlies, is duidelijk geworden.
  • Pas enige uren later treedt het bloed uit de vaten en dit hoopt zich onderhuids op in de laagst gelegen delen van het lichaam tot lijkvlekken; daarna zetten ook de overige verschijnselen van ontbinding (autolyse) in, waardoor de stoffelijke resten de typische lijklucht gaan verspreiden.

7.0 Het ontbindingsproces

Direct ná het intreden van de onomkeerbare dood begint het ontbindingsproces. De eerste fase hiervan bestaat bij mensen altijd uit:

  • Livor mortislijkvlekken: na het overlijden zakt het bloed door de zwaartekracht (hypostase) en doordat de bloedcirculatie  is gestopt, naar de laagst gelegen delen van het lichaam: deze kleuren daardoor paarsblauw (lijkvlekken), waar de hoger gelegen gedeelten bleek worden.afb. de dood 14
  •  Rigor mortis lijkstijfheid: normaal gesproken zal na ongeveer 1 tot 4 uur  na het overlijden lijkstijfheid optreden. Door chemische processen worden de na overlijden verslapte spieren stijf. Rigor mortis treedt als eerste op in de extremiteiten zoals de armen, de benen en het hoofd. Ook vormt zich kippenvel doordat rigor mortis optreedt in de in de huid gelegen spiertjes. Acht uur na het overlijden is deze lijkstijfheid volledig; na 48 uur neemt ze weer af als gevolg van diverse afbraakprocessen in het lichaam.
  • Algor mortis - lijkkoude: na het overlijden begint het lichaam af te koelen, door het uitvallen van stofwisselingsprocessen die warmte produceren. Ongeveer 12 uur na het overlijden voelt het lichaam koud aan, omdat het lichaam dan de temperatuur van de omgeving heeft aangenomen. Lippen worden rimpelig (door uitdroging), oogbollen worden dof (doordat geen traanvocht meer wordt gemaakt en knipperen achterwege blijft), haar lijkt door te groeien (in eerste instantie doordat haar door rigor mortis bij de huid rechtop gaat staan en in latere fase door indroging en verschrompeling van de huid), de nagels lijken door de indroging en verschrompeling van de huid te groeien (dit vindt na verloop van tijd plaats). De mythe dat het haar en de nagels van een overledene zouden blijven doorgroeien is op voornoemde verschijnselen gebaseerd.

8.0 Hersendood

‘Hoe dood moet je zijn om orgaandonor te worden? Kan een hersendode pijn voelen tijdens het verwijderen van organen?’

afb. de dood 19De term ‘hersendood’ duikt regelmatig op in maatschappelijke en politieke discussies. Deze discussie rond dit thema werd aangewakkerd door richtlijnen van de Britse Intensive Care Society, waarin stond dat orgaandonoren voor het uitnemen van de organen niet verdoofd hoeven te worden. Hierop rees verzet van anesthesisten die wél degelijk verdoving toe willen dienen. Dit om er zeker van te zijn, dat de hersendode niets voelt tijdens de ‘orgaan-uitname-operatie’.
De anesthesisten vinden narcose nodig, zolang niet meer bekend is over het sterven. ‘Doodgaan is geen gebeurtenis, maar een proces waarvan we nog te weinig weten’, aldus de Britse narcotiseurs.

In ongeveer 75% van de gevallen maakt de hersendood verklaarde patiënt bij de start van de operatie afwerende gebaren en komt zelfs een stukje overeind. (het zgn. ‘Lazarusreflex’)

Waarom dan toch een narcotiseur tijdens de ‘orgaan-uitname’?

9.0 Hart- of biologisch dood

afb. de dood 17Leven is afhankelijk van de circulatie van bloed door het lichaam. Daarom is het logisch dat het hart een belangrijk orgaan is bij het vaststellen van de dood. Maar het hart is vervangbaar. Een kunsthart of de hart-longmachine kunnen de functie overnemen.
Het eigen hart kan daarbij dood, functieloos of afwezig zijn, terwijl het individu levend is en een normaal bewustzijn heeft. Ook tijdens een harttransplantatie is er een periode zonder hart, maar de persoon is dan niet dood!

Het vaststellen van de dood ná stilstand van het hart kan dus alléén als er géén enkele vorm van technische of medische ondersteuning gebruikt wordt! Als deze vorm van ondersteuning van bloedcirculatie wél plaatsvindt, blijven de hersenen voorzien worden van zuurstofrijk bloed, waardoor de dood niet kan worden vastgesteld.

10.0 Natuurlijke hersendood

Het woord ‘hersendood’ roept veel vragen op. Is iemand wel helemaal dood als alléén de hersenen het niet meer doen?

afb. de dood 30De hersenen zijn belangrijk voor vele processen in het lichaam, waaronder bewustzijn [1]. Hersenen zijn onvervangbaar en zonder functionerende hersenen is het voortleven van een organisme, zelfs met de meest optimale ondersteuning van de functies van alle andere organen in het lichaam, beperkt. Bovendien worden bewustzijn en communicatie met de omgeving als cruciaal onderdeel van leven gezien. Vandaar dat orgaandood van de hersenen van belang is bij de bepaling van het doodsmoment! Bij het verstrijken van een bepaalde tijd zonder bloedcirculatie en ademhaling zullen hersenen onherstelbaar afsterven.

‘Hersendood is niet altijd dodelijk’ [2]

Bij een volwassene met een normale lichaamstemperatuur zijn binnen circa vijf tot vijftien minuten de hersenen als geheel volledig geïnfarceerd [3], en dus afgestorven. Dit wordt het functioneel falen van het orgaan hersenen, ook wel ‘natuurlijke hersendood’ genoemd, of ‘secundaire hersendood’. ‘Natuurlijk’ omdat de toestand ontstaat zonder medisch ingrijpen, ‘secundair’ omdat het afsterven van de hersenen het gevolg is van de circulatiestilstand. Het is dus de orgaandood van de hersenen die van het grootste belang is bij de doodbepaling.


[1] Nieuwsbrief ‘Bewustzijn’, Onderbewuste, bewuste en superbewuste’- deel IIB – April 2020
[2] http://orgaandonorjaofnee.nl/hersendood-is-niet-altijd-dodelijk/
[3] Infarcering: vorming van een plaatselijke afsterving van weefsel door afwezigheid van voedingsstoffen (zuurstof) dat het gevolg is van een doorbloedingsstoornis.

11.0 Hoe is de situatie in Nederland?

‘De klinische diagnose ‘hersendood’ wordt gekenmerkt door het ontbreken van meetbare hersenfuncties’.

In Nederland is de discussie over de ‘doodnorm’ officieel verstomd sinds de Wet op de Orgaandonatie uit 1996 is gelanceerd. Sindsdien is hersendood gelijkgesteld aan dood; echt dood! Maar zowel transplantatie-artsen als anesthesisten wijzen de ‘non-discussie’ van de Britten af. Het staat voor hen vast dat een hersendode volstrekt niets meer kan voelen!

afb. de dood 24In de Wet op Orgaandonatie wordt een hersendode, ‘een beademd stoffelijk overschot’, genoemd. Hersendood – ‘the invended death’ volgens deze wet - houdt in: ‘Het volledig en onherstelbaar verlies van de functies van de hersenen, inclusief de hersenstam en het verlengde ruggenmerg’. Alle hersenfuncties zijn volledig en onomkeerbaar verloren gegaan, hetgeen wordt veroorzaakt door het wegvallen van de bloedtoevoer (dus zuurstoftekort) naar de hersenen. Dit wordt een ‘infauste prognose’ [1] genoemd.

In het Hersendoodprotocol [2] is het ‘whole brain death’-concept het uitgangspunt. Volgens dit concept is er sprake van hersendood als alle functies van de hersenen, inclusief de hersenstam en het verlengde ruggenmerg volledig en onherstelbaar verloren zijn. Het hersendood-protocol dat in Nederland geldt, is zeer streng en de wettelijk verplicht [3] enige manier om hersendood vast te stellen. Iemand kan dus nooit hersendood verklaard worden zónder dat het hersendoodprotocol doorlopen is.
Bij het uitvoeren van het hersendoodprotocol zijn altijd meerdere artsen betrokken. Op die manier zijn géén vergissingen mogelijk en kan met zekerheid gezegd worden dat de hersenen dusdanig beschadigd zijn, dat er géén pijn meer gevoeld kan worden.
Iemand wordt dus pas hersendood verklaard als een ‘uitgebreid’ onderzoek duidelijk heeft gemaakt, dat hij niet meer reageert op prikkels en de hersenen ook geen elektrische activiteit en doorbloeding meer vertonen. Met andere woorden: de patiënt kan géén pijn meer voelen en heeft géén bewustzijn meer, aldus hoogleraar J. Van Kleef van het LUMC.

‘Waarom dan toch een narcotiseur tijdens de ‘orgaan-uitname’?’

afb. de dood 20Opmerkelijk feit is de wijze [4] waarop in Nederland de hersendood wordt vastgesteld. De Nederlandse regering weigert namelijk tot nu toe om een norm voor ‘dood-zijn’ (een definitie van de dood) in een wet vast te leggen. Iets waar de diverse kamer fracties nadrukkelijk om vragen en waarin onder ander Tsjechoslowakije en Noorwegen (1973), Zweden (1987), Denemarken (1990) en vele Noord-Amerikaanse staten ons zijn voorgegaan. Het merkwaardige is dat de Vereniging van Nederlandse Neurologen nooit openlijk een standpunt over hersendood heeft ingenomen of een standaardprotocol voor de diagnose heeft opgesteld. De Nederlandse regering probeert in deze precaire situatie alleen maar het vertrouwen op te krikken door procedures voor te schrijven (bijv. dat doodverklarende artsen niet betrokken mogen zijn bij de orgaanverwijdering).
Bij de in Nederland soms toegepaste diagnose wordt stellig een minder omvattende doodsnorm gehanteerd dan de norm die voor ‘gewone doden’ geldt. Geen huisarts haalt het in zijn hoofd om zijn patiënt dood te verklaren als die nog een circulatie van zuurstofhoudend bloed in (delen van) zijn hersenen zou hebben. Waarom zou dat bij donors dan wél mogen? Ook al is het een kunstmatig ondersteunde circulatie, het gaat er niet om waardoor er een circulatie in de hersenen is, maar óf die er is!

Voorbeeld van ontwijkende stellinginname. Op 4 februari 2020 is het protocol voor het vaststellen van de dood op basis van deze vijf minuten in de Staatscourant gepubliceerd. De voorwaarden waaronder de dood wordt vastgesteld staan als volgt omschreven (citaat): ‘Vaststellen dat er een circulatiestilstand is. Bij voorkeur wordt dit vastgesteld – door (een) ter zake kundige waarnemer(s) – aan de hand van de afwezigheid van pulsaties in een correct functionerende arteriële lijn [5], of anders met behulp van gebruikelijke niet-invasieve methodes [6]’.

Verlies van hersenfuncties staat centraal


[1] In de medische wereld wordt de term ‘infauste’ prognose gebruikt om aan te duiden dat de kans op genezing zeer klein is.
[2] Hersendoodprotocol. https://www.transplantatiestichting.nl/medisch-professionals/modelprotocol/deel-1-orgaandonatie/5-dbd-procedure-vaststellen-van-de-dood-en-donorbehandeling/5-1-vaststellen-van-de-hersendood#:~:text=In%20het%20Hersendoodprotocol%20is%20het,volledig%20en%20onherstelbaar%20verloren%20zijn.
[3] Het wegnemen van organen bij een donor terwijl zijn hart nog klopt, zou – juridisch gezien - het misdrijf ‘moord met voorbedachten rade’ opleveren. Daarom heeft men in 1996 het criterium ‘hersendood’ in de Wet op Orgaandonatie in Nederland in het leven geroepen. De Wet op de Orgaandonatie gaat er namelijk vanuit dat iemand ‘overleden’ is – werkelijk ‘dood’ is  -, wanneer hij ‘hersendood’ wordt verklaard.
[4] De wijze waarop de hersendood wordt vastgesteld, verschilt per land en is onderhevig aan wijzingen van wetenschappelijke inzichten. Merkwaardig dat in de medische vakliteratuur over hersendood nooit de vraag is gesteld of hersendood eigenlijk wel hetzelfde is als de gewone dood. 
[5] Een arteriële lijn is een lijn die in de slagader wordt gebracht en via de hartslag de bloeddruk kan meten.
[6] Niet-invasieve methodes. Wordt gezegd van een ingreep waarbij men niet door de huid dient te geraken of waarbij men geen toegang dient te hebben tot een lichaamsholte a.d.h.v. een instrument; methodes waarbij men dus niet hoeft binnen te dringen.

12.0 ‘No-touch’: 5 minuten, 10 minuten, 30 minuten?

Sterven is een proces

Niet alle organen, weefsels en cellen sterven tegelijkertijd. Daar kunnen minuten, uren of dagen tussen zitten. Sterven is een proces waarbij om praktische en medische redenen een moment gekozen moet worden waarop de mens als ‘dood’ beschouwd mag worden, ook al zijn nog niet alle organen en lichaamscellen afgestorven.


Circulatiestilstand

afb. de dood 21
Bij donoren die zijn overleden na bijvoorbeeld een hartstilstand is de bloedsomloop en ook de ademhaling gestopt. Artsen noemen dit ‘overlijden na een circulatiestop’. Dit heet ook Donation after Circulatory Death (DCD, [1]). Het overgrote deel van de mensen sterft op het moment dat de circulatie van bloed is gestopt. Dit wordt circulatiestilstand genoemd. Als dit primair wordt veroorzaakt door de stilstand van het hart, dan zullen als gevolg daarvan de hersenen verstoken raken van bloedcirculatie, waardoor stilstand van de ademhaling optreedt en het bewustzijn en de motoriek verdwijnen. De hersenen – het meest kwetsbare orgaan – sterven na de circulatiestilstand het eerste af door zuurstoftekort [2]. Over het algemeen wordt aangenomen dat als de circulatiestilstand langer dan tien tot dertig minuten duurt, de dood van alle vitale organen zeker is en desastreuze gevolgen heeft voor orgaandonatie!


In Italië neemt men 20 minuten in acht, in Zwitserland tien minuten en in Australië slechts twee minuten. De Nederlandse Hartstichting vermeldt op haar website dat er binnen vier tot zes minuten na de hartstilstand schade kan gaan ontstaan aan de organen, het starten van reanimatie binnen deze periode geeft de beste kans op volledig herstel (dan zijn de hersenen blijkbaar weer niet afgestorven binnen die vijf minuten).


[1] Andere benaming: Non-heartbeating donatie of DCD-donatie
[2] Zuurstoftekort in de hersenen, veroorzaakt door een verminderde bloedcirculatie, beschadigt de functie van de hypothalamus. Dat leidt tot een verminderde productie van TSH en van andere essentiële hormonen. Het hormoon ACTH behoort hier ook toe. Een verminderde ACTH-productie veroorzaakt een zogenaamde “secundaire” bijnier insufficiëntie. Dit leidt tot een hypoglykemie (te lage suikerwaarden in het bloed), tot een toegenomen verlies van natrium, tot hypotensie (lage bloeddruk) en tot verhoogde bloedwaarden van kalium – wat uiteindelijk tot een hartstilstand kan leiden.

13.0 Waarom wordt het lichaam kunstmatig beademd?

De reden hiervoor is simpel: omdat een aantal organen die geschikt zijn voor donatie alleen of veel beter gebruikt kunnen worden als ze worden verwijderd uit een lichaam waarin het bloed nog zolang mogelijk stroomt. Alleen van een hersendode donor kunnen alle organen, dus ook het hart, gebruikt worden. 

afb. hart 12Orgaandonatie vindt plaats nádat de laatste adem is uitgeblazen. Dan wordt er in Nederland een vijf minuten No-touch aangehouden, omdat dàt volgens het Modelprotocol Postmortale Orgaan- en Weefseldonatie [2] garandeert dat je ‘hersendood’ bent. Na vijf minuten No-touch (Gedurende deze periode wordt de donor voorbereid op de operatie. Tijdens deze periode mogen er geen voorwerpen in het lichaam worden gestoken en mag de donor niet worden vervoerd) wordt bij aankomst in de OK (Operatiekamer) de bloedcirculatie weer hersteld; opgang gebracht. Daartoe wordt de donor binnen 10 minuten aangesloten aan een hart-longmachine of extra-corporale-membraam-oxygenatie (ECMO, [3]). Een ECMO-behandeling [4] kan vergeleken worden met de hart-longmachine die op de operatiekamer gebruikt wordt. Echter de doorstroming naar de hersenen wordt zo goed mogelijk afgesloten door bijvoorbeeld ballonnetjes (Canules) in de slagaderen (halsgebied of ter hoogte van het sleutelbeen) te plaatsen [5]. Indien de afsluiting niet volkomen is, sijpelt er zuurstofrijk bloed naar de hersenen wat enorme gevolgen voor de donor heeft, omdat de hersenen niet kunnen afsterven. Dat dát gevaar bestaat bij gebruik van de ballonnen wordt onderkend [6].

afb. hart 15De circulatiestilstand is onomkeerbaar, zo is de redenatie. Echter de patiënt beschikt nog over levende en actieve hersenen. De patiënt kan dan nog volledig herstellen. Natuurlijk is het bij het donatieproces géén doelstelling op zich om te reanimeren. Neen, het medische doel is één of meerdere orga(a)n(en) verwijderen voor ‘hergebruik’ elders.
Recentelijk verscheen een publicatie waaruit bleek dat bij een overledene dertig minuten ná de hartstilstand nog hersenactiviteit werd gemeten. Er zijn overigens ook mensen teruggekeerd die veel langer dan twintig minuten dood of zelfs twee keer dood zijn geweest. Een voorbeeld hiervan is Dannion Brinkley die in 1995 28 minuten dood was geweest door een blikseminslag en in 1989 was zijn hand dusdanig geïnfecteerd geraakt dat zijn hart het opnieuw begaf.

Ger Lodewick: "Geen enkele orgaandonor is overleden want dan zouden de organen niet meer bruikbaar zijn voor transplantatiedoeleinden. Zelfs de Reclame Code Commissie [7] heeft die terminologie afgewezen"


[2] Modelprotocol Postmortale orgaan- en weefseldonatie: https://www.transplantatiestichting.nl/medisch-professionals/modelprotocol

[3] http://www.orgaandonatiealert.nl/OrgaandonatieAlert/Hartdood.html en https://patientenfolders.erasmusmc.nl/folders/ecmo
[4] ECMO methode, 2 manieren, t.w. veno-veneuze ECMO en v4eno-arteriele ECMO. https://www.ariez.nl/wp-content/uploads/2018/08/168-71-3.pdf
[5] https://www.intechopen.com/online-first/normothermic-regional-perfusion-in-solid-organ-transplantation  
[6] https://onlinelibrary.wiley.com/doi/full/10.1111/j.1365-2044.2011.06858.x https://onlinelibrary.wiley.com/doi/full/10.1111/j.1365-2044.2011.06858.
[7] De Reclame Code Commissie heeft in vijf zaken (8 november 2016 (dossier 2016/00445-CVB),21 februari 2017 (dossier 2016/00960), 11 augustus 2017 (dossier 2017/00354), 22 augustus 2019 (dossier 2019/00341-CVB) en 12 september 2019 (dossiers 2019/00427 en 2019/00427A) uitgesproken dat de reclame uiting “na overlijden” in strijd is met artikel 5 NRC en geadviseerd om niet meer op een dergelijke wijze reclame te maken.

14.0 Functieverlies van hersenen als criterium?

‘Hersendood is géén diagnose, maar een prognose’, [Arie Bos, huisarts en lid van Adviesraad van SBO]

Bij patiënten met de diagnose hersendood is de functie van de hersenen onherstelbaar beschadigd, maar 97% van het lichaam levend en wordt met uitgebreide medicatie en zuurstof in leven gehouden, omdat men levende en goed functionerende organen nodig heeft voor een transplantatie. De bloedsomloop van de donor moet dus op gang blijven!

afb. hart 16Opvallend in de Wet op Orgaandonatie is het doorslaggevende belang dat wordt toegekend aan het begrip functieverlies’ …. van de hersenen (het meest kwetsbare orgaan), de hersenstam en het ruggenmerg. Maar wat zegt het niet-functioneren van een orgaan of een ander lichaamsdeel over de vraag of er nog ‘leven’ schuilt in dat orgaan of lichaamsdeel?

Voorbeeld. Als iemands arm verlamd en gevoelloos is, is er sprake van functieverlies van de arm. Maar dat wil nog niet zeggen dat de arm is ‘afgestorven’; dat de arm echt ‘dood’ is. In de meeste gevallen wordt zo’n arm ook niet geamputeerd.
Het criterium hersendood – functieverlies van de hersenen - kan naar mijn persoonlijke mening dan ook als een medische misvatting worden betiteld. Het heeft niets met de oorspronkelijke doelstelling van geneeskunde [1] te maken.

Waarom wordt bij hersenen dan toch ‘functieverlies’ als criterium voor ‘hersendood’ aangehouden?

Verklaring. De klinische diagnose ‘hersendood’ wordt gekenmerkt door het ontbreken van meetbare hersenfuncties [2], hetgeen wordt veroorzaakt door het wegvallen van de bloedtoevoer (zuurstoftekort) naar de hersenen. Men veronderstelt Leven 4 1(!) dat deze uitval van bloedtoevoer het gevolg is van het feit dat bloedvaten in de hersenen worden dichtgedrukt door een sterk verhoogde druk in de schedel. Meestal is die verhoogde druk het gevolg van oedeem in de hersenen: een toename van hersenvolume (zwelling) door trauma, zuurstoftekort [3], beroerte, bloeding, of ontsteking. Feitelijk kunnen alle kenmerken van de klinische diagnose van zogeheten ‘hersendood’ worden veroorzaakt door slechts een beperkte afname van de bloedtoevoer naar de hersenen tot ongeveer 20 – 50% van wat normaal is. Op zich is dat echter niet voldoende om onherstelbare schade aan de hersenen, ofwel ‘hersendood’, te veroorzaken.

Volgens huidig wetenschappelijk inzicht zou onherstelbaar verlies van hersenfunctie alléén kunnen ontstaan bij een afname van de bloedtoevoer in de hersenen tot minder dan 20% dan normaal. Bij een afname van de bloedtoevoer tussen ongeveer 20 tot 50% van normaal zijn de hersenfuncties slechts ‘omkeerbaar’ uitgevallen. Hierbij wordt de levensvatbaarheid van het hersenweefsel behouden, hetgeen betekent dat alle hersenfuncties zich nog kunnen herstellen indien een normale bloedtoevoer weer op gang kan worden gebracht.


[1] De geneeskunde heeft als doel het herstellen van de gezonde toestand, of het verzachten van symptomen van de patiënt, benevens het voorkomen (preventie) van ziekte. Mensen die medisch bekwaam zijn worden arts of geneesheer genoemd.
[2] De dood van de hersenstam is niet met een EEG te bepalen. Hersenstamfuncties moet de neuroloog onderzoeken door de pupil met een sterke lamp te beschijnen, door ijswater in de gehoorgang te spuiten en de oogreflex te onderzoeken, door het hoofd plotseling te bewegen en te kijken of oogbeweging uitblijft en door te proberen een hoestreflex op te wekken door de keelholte te prikkelen. Ook moet er worden gekeken of er nog spontane ademhaling bestaat.
[3] Zuurstoftekort in de hersenen, veroorzaakt door een verminderde bloedcirculatie, beschadigt de functie van de hypothalamus. Dat leidt tot een verminderde productie van TSH en van andere essentiële hormonen. Het hormoon ACTH behoort hier ook toe. Een verminderde ACTH-productie veroorzaakt een zogenaamde “secundaire” bijnier insufficiëntie. Dit leidt tot een hypoglykemie (te lage suikerwaarden in het bloed), tot een toegenomen verlies van natrium, tot hypotensie (lage bloeddruk) en tot verhoogde bloedwaarden van kalium – wat uiteindelijk tot een hartstilstand kan leiden.

15.0 Hoe weet je nu 100% zeker dat de donor niets meer voelt bij het verwijderen van organen?

‘Geen pijn? Geen bewustzijn?’

Dit is hoe de medische wetenschap denkt over postmortale orgaandonatie [1]

‘Om überhaupt te kunnen voelen, moet de hersenstam nog actief zijn. Dat is het centrale doorgeefluik van alle prikkels. Als je je hand brandt, zorgt de hersenstam ervoor dat je de pijn signaleert. Bij mensen die hersendood zijn verklaard, is de hersenstam per definitie onherstelbaar verwoest. Daarom weten we zeker dat de hersendode donor niets meer voelt. Het lichaam is dan te vergelijken met een computer waarbij de centrale processor (CPU) is doorgebrand. Je kunt dan wel een usb-stick in de misschien nog werkende usb poort steken, maar er verschijnt toch niks op het beeldscherm. De prikkels/stroompjes komen simpelweg niet door. Voelen is, met andere woorden, fysiologisch gezien uitgesloten’, legt Michael Kuiper, neuroloog-intensivist in het MC Leeuwarden uit.

afb. onderwijs 43‘Het kenmerk van hersendood is nu juist dat allerlei prikkels - pijn, maar ook warmte en koude, geluid en licht - niet meer tot de hersenen doordringen. Dat kan gewoonweg niet meer, vanwege het volledig ontbreken van elektrische hersenactiviteit. Het is onmogelijk dat een patiënt dan nog iets van een uitname-operatie merkt', aldus R. Tieme Groen, voorzitter van de Nederlandse Vereniging voor Anesthesie. Dus volgens de medische wetenschap voelt een orgaandonor tijdens de uitneemoperatie niets meer; géén pijn, géén warmtegevoel meer, géén stijgende hartslag en bloeddruk, etc. etc.

Maar waarom is er dan toch een narcotiseur tijdens de operatie aanwezig? En een andere vraag is, hoe een niet-materiële activiteit als gedachten of denken kan corresponderen met een zichtbare reactie in de vorm van meetbare elektrische, magnetische en chemische activiteit op een bepaalde plaats in de hersenen. Deze activiteiten zijn te meten m.b.v. een EEG, een MEG (een magneto-encefalogram) en een fMRI (een functionele magnetische resonantie-onderzoek). Hoe valt het één en ander te rijmen met de medische verklaring van ‘hersendood’?
Met andere woorden, dat mensen een bewustzijn kunnen ervaren ook als de hersenen niet meer functioneren!

‘Donatie is een gift’ volgens neuroloog-intensivist Jacinta Maas [LUMC Transplantatie Centrum].


[1] https://www.transplantatiestichting.nl/files/2020-08/nts-modelprotocol-2020.pdf

15.1 Een kijkje in de operatiekamer

Waarom toch een narcotiseur tijdens de ‘orgaan-uitname’?

afb. onderwijs 7Wie een kijkje zou nemen in de operatiekamer, zou niet alleen getuige zijn van koortsachtige activiteiten rond het lichaam, maar ook zien dat de beademde hersendode patiënt nog tekenen van leven vertoont! Bewegende borstkast, hartslag, gelaatskleur, zelf urine en transpiratie komen nog vrij op het moment dat de donorpatiënt op de operatietafel ligt. Het hoofd doet het dan misschien niet meer, maar tal van lichaamsfuncties, dankzij de beademingsmachine, wel!

In ongeveer 75% van de gevallen maakt de hersendood verklaarde patiënt bij de start van de operatie afwerende gebaren en komt zelfs een stukje overeind. 

De hersendode patiënt ligt op zijn rug en tilt plotseling de armen een centimeter of 25 omhoog, waarna hij ze boven de borst kruist. Zelfs loopbewegingen met knieën en heupen zijn mogelijk. Het kan zelfs gebeuren dat het lichaam zich opheft, de zgn. Lazarus-reflex; opvallende stuipstrekkingen dus. Dit zogenoemde Lazarusteken is volgens de medici mogelijk doordat het ruggenmerg van de hersendode nog intact kan zijn.

  • Zwangere vrouwen kunnen zelfs nog drie maanden nadat ze hersendood verklaard zijn een gezond, levend kind ter wereld brengen. Een stoffelijk overschot kan onmogelijk een levend kind ontwikkelen.
  • Hersendood-verklaarde mannen kunnen erecties krijgenDit vermogen ontbreekt volledig bij een mannelijk stoffelijk overschot.
  • Uitscheidingsprocessen gaan gewoon door. Eenvoudig gesteld: een hersendood verklaard mens gaat door met plassen en poepen omdat hij gevoed wordt. Bij een stoffelijk overschot zijn deze lichamelijke processen gestopt.
  • Wanneer een operatie om de levende organen eruit te halen begint, stijgen hartslag en bloeddruk significant. Als je in een stoffelijk overschot gaat snijden gebeurt er niets! Hartslag en bloeddruk zijn immers gestopt.
  • Als je een werkelijk stoffelijk overschot uit het mortuarium haalt en je gaat het beademen, gebeurt er niets en gaat het hart echt niet meer kloppen.

Medische verklaring van het Lazarus-reflex

BLE 13 1Op het moment dat de chirurg in de huid begint te snijden, gaat er een signaal naar het ruggenmerg’, legt J. Van Kleef uit. ‘Dan komen er allerhande stresshormonen vrij, zoals noradrenaline. Daar kunnen de hartslag en de bloeddruk op reageren’. Dergelijke schommelingen in hartslag en bloeddruk zijn schadelijk voor de donororganen, en moeten daarom zo gering mogelijk blijven. Medici weten dat, maar zelfs zij kunnen van deze ‘horror in de intensive care’ nog schrikken. Die reflexen zijn nu juist de reden dat in Nederland de anesthesist in actie komt bij orgaandonatie. Er worden namelijk spierverslappers én pijnstillers toegediend.

16.0 Spierverslappers? Pijnstillers? Narcose?

‘Is narcose nodig bij een donoroperatie? De hersendode kan toch géén pijn ervaren?

Dit is hoe de medische wetenschap werkelijk denkt over orgaan-uitname

BLE 20 1De pijnstillers zijn net als de spierverslappers [1] nodig om reflexen te dempen en beweging te voorkomen. Die reflexen zitten complex in elkaar. Op het moment dat de operatie begint, komen stresshormonen vrij waardoor het hart sneller gaat kloppen. Die reactie kan gedempt worden met pijnstillers’, zegt een anesthesist van het Academisch Ziekenhuis. Er bestaat geen twijfel: ‘Er is géén enkel bewustzijn bij de patiënt’, volgens de anesthesist. De Nederlandse medici zijn het dan ook over eens, dat de uitschakeling van de hersenstam – het ’snoertje naar de lamp’ – de hersenen totaal uitschakelt. ‘De hersenen zijn dan totaal en onherstelbaar vernietigd’, volgens neuroloog Wintzen.

Maar wat houdt het begrip ‘bewustzijn’ dan volgens de medische wetenschap in? Welke wetenschappelijke verklaringen en ideeën bestaan er over de relatie tussen hersenen en bewustzijn, en waar én hoe zou het bewustzijn in de hersenen gelokaliseerd kunnen worden? Dat mensen een bewustzijn kunnen ervaren ook als de hersenen niet meer functioneren is geen hypothese maar een feit. De vraag die bij elke orgaandonatie en -operatie gesteld zou moeten worden, is of de hersenen ook ons bewustzijn ‘produceren’? Is iemand wel echt dood - ‘lijk-dood’ of biologisch dood - als ‘alleen’ de hersenen niet meer functioneren? Is er nog ergens leven in het fysieke lichaam te constateren? Is iemand die hersendood écht dood?

BLE 14 1Narcose
[2] bestaat uit drie componenten spierverslapping, pijnstilling en slaapmedicatie.

Bij een donoroperatie worden altijd spierverslappers toegediend en wel om twee redenen: Ten eerste om de buikwand zodanig te verslappen dat de chirurg gemakkelijk bij de ‘gewenste’ organen kan komen en ten tweede om het zogeheten ‘spinale reflexen’ [3] te onderdrukken. Directe prikkeling van een gevoelszenuw kan dus ook bij een hersendode tot ongecontroleerde bewegingen leiden. Het is daarom nodig om de donor op de operatietafel vast te binden! Maar …….. een stoffelijk overschot, een lijk, reageert niet op spierverslappende middelen en heeft deze ook niet nodig omdat alle leven eruit verdwenen is. Vastbinden is in zo’n situatie ook niet nodig……....!

Pijnstilling wordt toegediend om automatische, onwillekeurige reacties van het lichaam te onderdrukken. Op het moment dat er in een lichaam wordt gesneden waarvan de bloedcirculatie kunstmatig op gang wordt gehouden, wordt direct het immuunsysteem geactiveerd. Dit betekent bijvoorbeeld dat de hartslag omhoog kan gaan, of de bloeddruk stijgt. Dit zijn processen die via het ruggenmerg lopen en dus buiten de hersenen om gebeuren. Het ruggenmerg functioneert nog, omdat er nog een kunstmatig op gang gehouden bloedsomloop is. Om de automatische reacties te dempen wordt soms toch pijnstilling toegediend. Dus niet omdat de donor nog pijn kan voelen, maar om de organen in de best mogelijke conditie te houden.

BLE 30 1Een slaapmiddel wordt soms tijdens de operatie nog toegediend, niet om de donor in slaap te brengen zoals bij een ‘normale’ operatie maar omdat een neveneffect van het slaapmiddel is dat de bloedvaten verwijden. Mocht de bloeddruk stijgen tijdens de operatie, dient de anesthesist slaapmiddel in dampvorm toe, waardoor de bloeddruk daalt.

Een hersendood verklaarde patiënt krijgt medicijnen toegediend en reageert hierop. Een stoffelijk overschot kan onmogelijk op medicijnen reageren. Medicijnen hebben alleen invloed op levende systemen. Wanneer een operatie om de levende organen eruit te halen begint, stijgen hartslag en bloeddruk significant. Als je in een stoffelijk overschot gaat snijden gebeurt er niets. Hartslag en bloeddruk zijn immers gestopt.

Het blijft voor buitenstaanders mysterieus dat het lichaam ogenschijnlijk nog leeft, maar de hersenen helemaal niet meer!


[1] https://www.wanttoknow.nl/gezondheid/orgaandonatie-wil-je-zonder-verdoving-geopereerd/
[2] https://www.erasmusmc.nl/47445/5464293/5931241/674532/2253326/5852102.pdf [welke spierverslappers]
[3] De spinale reflexen verzorgen de reflexen van de romp en extremiteiten (voorbeelden: terugtrekreflex, spierspoelreflex, mictiereflex)

17.0 Nooit 100 procent zekerheid

‘Wettelijk zijn deze mensen ‘dood’, maar 97% van het lichaam leeft nog’.

afb. de dood 22Door de jaren heen is het Hersendoodprotocol regelmatig aangepast. Inmiddels is in Nederland het EEG – hersenfilmpje, waarmee kan worden gezien of er nog elektrische activiteit in de hersenen is - niet meer verplicht! Het EEG meet slechts 10% van de werking van de hersenschors. Indien het EEG niet wordt toegepast dan wordt de doorbloeding in de hersenen gemeten; een Transcranieel Doppleronderzoek (TCD, [1]). Deze meting meet nog minder hersenactiviteit dan het EEG! De meting van de doorbloeding meet géén verschil tussen ‘geen doorbloeding’ of ‘minimale doorbloeding’. Als die test negatief is, kan het zijn dat de hersenen in een zogenaamde winterslaap staan (Ischemic penumbra). Alleen met een zogenaamde PET-scan [2] kan bewustzijn van een patiënt worden aangetoond. [Lees meer hierover in Hoofdstuk 20.0 ‘De doorbloeding van de hersenen’]

Dr. Pim van Lommel (cardioloog) schreef het voorwoord in het boek van Ger Lodewick [3] het volgende: Bij patiënten met de diagnose hersendood is de functie van de hersenen onherstelbaar beschadigd, maar 97% van het lichaam levend en wordt met uitgebreide medicatie en zuurstof in leven gehouden, omdat men levende en goed functionerende organen nodig heeft voor een transplantatie.’


[1] PET-scan: een positron emissie tomografie, waarbij radioactieve stof wordt ingespoten.
[2] Het Transcranieel doppleronderzoek (TCD) is een onderzoek naar de stroomsnelheid van het bloed in de bloedvaten van het hoofd met behulp van geluidsgolven. Hiernaast wordt tevens gekeken of er embolieën vrijkomen tijdens de registratie.
[3]
Ger Lodewick. https://www.managementboek.nl/boek/9789079872763/wat-je-over-orgaandonatie-zou-moeten-weten-ger-lodewick

18.0 Welke testen doen artsen om hersendood vast te stellen?

In het hersendoodprotocol staat welke testen de artsen moeten doen en in welke volgorde. Als uit de testen blijkt dat iemand nog wel reageert of als er nog activiteit in de hersenen te zien is, dan stopt de arts met verder onderzoek. De donor is dan niet hersendood.

Artsen doen een aantal testen om het volgende te kunnen vaststellen: 

  • De donor heeft géén hersenstamreflex.
  • Er is géén elektrische activiteit in de hersenen meer, en er gaat geen bloed door de hersenen.
  • De donor kan niet meer zelf ademhalen.

De artsen doen het onderzoek in 3 stappen. Samen duren die meestal een paar uur. Er zijn altijd meerdere artsen die de testen doen.

Reflexen [1] onderzoeken

Bij de testen probeert de arts bij de donor een reactie uit te lokken. Deze reacties noemen we reflexen. Het zijn reacties die bij levende mensen altijd voorkomen. Als ze bij de donor niet voorkomen, laat dat zien dat er geen activiteit in de hersenen is:

  • De arts schijnt met een lampje in de pupillen van de donor. Hij controleert of de pupillen kleiner worden door een reflex. Gebeurt dit niet? Dan is er geen reflex.
  • De arts strijkt met een wattenstaafje over het oog van de donor terwijl hij het oog open houdt. Hij controleert of de donor knijpt of knippert met de ogen door een reflex. Gebeurt dit niet? Dan is er geen reflex.
  • De arts draait het hoofd van de donor snel van links naar rechts. Hij controleert of de ogen meebewegen met het hoofd. Gebeurt dat? Dan is er geen reflex.
  • De arts spuit een beetje ijskoud water in de oren van de donor. Hij controleert of de ogen van de donor bewegen. Gebeurt dit niet? Dan is er geen reflex.
  • De arts beweegt het buisje van het beademingsapparaat in de keel van de donor. Of hij zuigt de luchtpijp uit met een zuigapparaatje. Hij controleert of de donor moet hoesten. Gebeurt dit niet? Dan is er geen reflex.

Als de donor op een van deze onderzoeken wel reageert, dan is hij niet hersendood

Bijkomende hersenactiviteit onderzoeken

Geeft de donor géén reactie op het onderzoek naar reflexen, dan onderzoekt de arts of de donor nog elektrische activiteit in de hersenen heeft en of er nog bloed door de hersenen gaat. Of wanneer minstens één arts oordeelt dat ten minste één onderdeel van het klinisch onderzoek niet betrouwbaar kan uitgevoerd of geëvalueerd worden of wanneer er geen eensgezindheid is onder de drie artsen, zijn bijkomende technische onderzoeken aangewezen. In sommige landen is beeldvorming (bv. CT- of MRI-scan) noodzakelijk om de diagnose van hersendood te mogen stellen. Dit gebeurt met één van de volgende onderzoeksmethoden:

  • Een Electro-encefalografie (EEG). Dit meet of er elektrische activiteit is.
  • Een Transcranieel Doppleronderzoek (TCD). Dit meet of er bloed door de hersenen gaat.
  • Een CT angiografie (CTA) met contrastvloeistof. Dit meet of er bloed door de hersenen gaat. Het is een onderzoeksmethode die met röntgenstralen en computerberekeningen doorsnedenopnamen van het lichaam maakt.

Ademhaling onderzoeken

  • Als laatste onderzoekt de arts of de donor nog zelf kan ademen. Dit onderzoek heet een apneutest [2]. Hierbij gaat de donor korte tijd van het beademingsapparaat af, om te controleren of hij zelf gaat ademen. 
  • Via het beademingsapparaat zorgt de arts eerst dat er veel zuurstof in het bloed van de donor zit. Dan gaat het beademingsapparaat uit. De hoeveelheid zuurstof in het bloed mag daarna binnen een bepaald aantal minuten dalen, zonder dat het schadelijk is voor de donor. De test duurt een aantal minuten om met zekerheid te kunnen vaststellen of de donor wel of niet zelf gaat ademen. Daarbij meet de arts in de luchtpijp van de donor of er adem is. Tegelijkertijd meet de arts de hele tijd de hoeveelheid zuurstof in het bloed van de donor. Als die te snel daalt en onder een bepaald niveau komt, stopt de test. Dan kan de arts geen hersendood vaststellen. 

    Donorkeuring
  • Alvorens weefsels en (of) organen van een donor voor transplantatie worden goedgekeurd, vindt een uitgebreid onderzoek plaats. Onderdeel daarvan vormt een screening op infecties die mogelijk op de ontvanger overgebracht kunnen worden. Ook kan een besmetting van weefsels of organen plaatsvinden tijdens de procedure van verwijdering, bewaren, en implantatie bij de ontvanger. 
    Volgens een landelijke afspraak wordt het serum van een potentiële orgaandonor altijd onderzocht op de aanwezigheid van hepatitis B surface antigen (HBsAg), humaan immunodeficiëntievirus (HIV)-antistoffen en cytomegalievirus (CMV)-antistoffen. Bij een positieve uitslag voor HBsAg of HIV-antistoffen wordt de donor afgekeurd.


    [1] Reflexen. De dood van de hersenstam is niet met een EEG te bepalen. Hersenstamfuncties moet de neuroloog onderzoeken door de pupil met een sterke lamp te beschijnen, door ijswater in de gehoorgang te spuiten en de oogreflex te onderzoeken, door het hoofd plotseling te bewegen en te kijken of oogbeweging uitblijft en door te proberen een hoestreflex op te wekken door de keelholte te prikkelen. Ook moet er worden gekeken of er nog spontane ademhaling bestaat.

[2] Apneutest. Om de hersendood écht vast te stellen moet er ook een test worden uitgevoerd die schadelijk kan zijn voor de patiënt: de apneutest. Hiervoor wordt de kunstmatig opgewekte ademhalingsbeweging gestopt en krijgt de patiënt constant zuurstof direct in de longen gespoten. De bedoeling is de concentratie CO2 in het bloed zover op te laten lopen dat de patiënt wel móet ademhalen. Bij beademde patiënten is er vaak sprake van enige hyperventilatie waardoor de spontane ademhalingsdrang kan wegvallen. De apneutest zal door de mogelijke bijwerking de prognose van de patiënt niet veranderen, maar wellicht soms het stervensproces bespoedigen.

19.0 Hoe betrouwbaar zijn de hersenonderzoeken?

CT-onderzoek wordt uitgevoerd met een computertomograaf oftewel een CT-scanner. Een CT-scanner is een gecomputeriseerd röntgenapparaat. Met een fMRI kan de plaats van hersenactiviteit bepaald worden. Een fMRI-scan meet de verandering in magnetische aantrekkingskracht van het bloed in de hersenen over de tijd. Deze verandering hangt samen met verandering in het zuurstofgehalte. Veranderingen van het zuurstofgehalte hangen weer samen met veranderingen in de hersenactiviteit. Dus als een bepaald gebied van de hersenen actief is tijdens het uitvoeren van een opdracht, zal dat gebied méér zuurstof gebruiken. Dit is zichtbaar op de fMRI. De MRI-scanner maakt om de zoveel (3 a 5) seconden een foto van het brein om het transport van dit zuurstofrijke bloed te meten.

Met behulp van een fMRI-scan is het niet mogelijk de volgorde van de gemeten hersenactiviteiten in verschillende hersendelen – en daarmee hun onderlinge samenwerking – vast te stellen. Momenteel bestaat de grootste onderzoeksnelheid nog uit slechts één scan per twee seconden, wat nog veel te langzaam is om de onwaarschijnlijke snelle hersenprocessen te volgen en weer te geven. Een fMRI-onderzoek zegt dus niets over de inhoud van onze gevoelens en gedachten. Het is daarom naar mijn persoonlijke mening onverantwoord dat wetenschappers een oorzakelijk verband hebben gelegd tussen bepaalde hersenfuncties en specifieke mentale processen. Met ander woorden, het is nog steeds een onbewezen hypothese dat bewustzijn en gevoelens, gedachten en herinneringen exclusief in onze hersenen (met name de hersenstam) worden geproduceerd en opgeslagen. Dat ….. bewustzijn te reduceren is tot slechts enkele of meerdere activiteiten en processen van én in de hersenen. Helaas, een grote misvatting in de neurowetenschap!

Maar juist de definitie van ‘hersendood’ – onherstelbare schade van de hersenen - , geeft de medische wereld wel de wettelijke mogelijkheid om onbeperkt organen te ‘veroveren’. Het wegnemen van organen bij een donor terwijl zijn hart nog klopt, zou juridisch gezien het misdrijf ‘moord met voorbedachten rade’ opleveren. Daarom heeft de wetenschap het begrip ‘hersendood’ in het leven geroepen.

20.0 De bloedsomloop van de hersenen

Waarom wordt deze meting dan niet gebruikt?

De hele hersenen worden per minuut doorstroomt door ongeveer 725 cm3 bloed. Deze cerebrale doorstroming (C.D.) wordt in hoofdzaak bepaald door twee factoren en wel: a) het arterioveneuze drukverschil en b) de cerebro vasculaire weerstand (C.W.), die wordt uitgedrukt in millimeters kwikdruk. Normaliter is 1,6 mm kwikdruk nodig om 1 cm3 bloed per minuut door 100 gram hersenen te persen [1].

Pim van Lommel, cardioloog, legt verder uit: ‘De definitie hersendood is onherstelbare schade van de hersenen. Als er hersenenoedeem [2] ontstaat, neemt de doorbloeding van de hersenen af en is de perfusiedruk [3] nog maar 20 millimeter kwik. Als je dan de doorstroming in de hersenen meet, zie je géén doorstroming terwijl deze er wel is. Dus de nauwkeurigheid van een dergelijk soort onderzoek neemt af.
Nog een ander cruciaal punt is dat je de uitval van de hersenstam niet kan meten, omdat die mensen aan de beademing liggen. Als je dat wilt weten moet je een apneutest
[4] doen. Dit betekent afkoppelen van de beademing en dan 10-15 minuten wachten! Dat gaat vaak gepaard met een enorme lage bloeddruk waardoor belangrijke functies alsnog wegvallen. Hoe meer we meten, hoe minder zeker we zijn van deze diagnose.’

De apneutest (= ademtest) is volgens Dr. Cicero Coimbra (Klinische Neuroloog, Universitair Hoogleraar, Afdeling Neurologie en Neuro-chirurgie, Universidade Federal de Sao Paulo – UNIFESP – Brazilië) ethisch verwerpelijk en zou als een onmenselijke medische methode onwettig moeten worden verklaard.
Dr. Yoshio Watanabe (Cardioloog Nagoya –Japan) is het met hem eens en stelt dat een patiënt die niet aan de apneutest wordt onderworpen een kans van 60% heeft om te herstellen van het hersenletsel.  In de notitie ‘The Nasty Side of Organ Transplanting, a Cannibalistic Nature of Transplant Medicine’  wordt deze methode de achillespees van de orgaandonatie genoemd.

Hoe schadelijk is de apneutest voor het brein van iemand die al in een hele kwetsbare situatie zit?

Volgens huidig wetenschappelijke inzicht zou onherstelbaar verlies van hersenfunctie alléén kunnen ontstaan bij een afname van de bloedtoevoer in de hersenen tot minder dan 20% dan normaal. Zuurstoftekort in de hersenen, veroorzaakt door een verminderde bloedcirculatie, beschadigt de functie van de hypothalamus. Dat leidt tot een verminderde productie van TSH en van andere essentiële hormonen. Het hormoon ACTH behoort hier ook toe. Een verminderde ACTH-productie veroorzaakt een zogenaamde “secundaire” bijnier insufficiëntie. Dit leidt tot een hypoglykemie (te lage suikerwaarden in het bloed), tot een toegenomen verlies van natrium, tot hypotensie (lage bloeddruk) en tot verhoogde bloedwaarden van kalium – wat uiteindelijk tot een hartstilstand kan leiden. En juist dit – een hartstilstand - wil men tijdens de ‘uitneem-operatie’ voorkomen, want als het hart ermee ophoudt is het gewoonlijk te laat om transplantatie-organen weg te nemen. Het verwijderen van donororganen gebeurt daarom tijdens de ‘hersendood-fase’.

Narcose voor een hersendode is zinloos’, volgens Tieme Groen [voorzitter van de Nederlandse Vereniging voor Anestesie]. Feitelijk zou dan het hele internationaal vastgesteld begrip hersendood ter discussie komen te staan’.

Wetenswaardigheidje: De ‘diepte’ van een hersenbeschadiging, of coma, wordt bij patiënten bepaald op basis van de Glasgow Coma Schaal (GCS). De diepte van een coma kan volgens dit GCS variëren tussen 3 tot 15 punten. Patiënten met scores van 3 tot 8 zijn doorgaans in een diep coma. Score 3 is het diepste niveau van coma, en wordt beschouwd als één van de vereisten voor de diagnose “hersendood”.


[1] https://www.ntvg.nl/system/files/publications/1955132800001a.pdf
[2] Hersenoedeem ontstaat wanneer vocht zich rondom de hersenen ophoopt waardoor de hersendruk verhoogd raakt. De hersendruk heet ook wel intracraniële druk of ICP = intracrananial pressure
[3] De cerebrale perfusiedruk is de drukgradiënt doorheen de hersenen. Het is het verschil tussen het bloed dat in de hersenen stroomt (MAP) en de tegendruk binnenin de hersenen of intracraniële druk (ICP). De normale hersendruk/ intracranïele druk (ICP) is tussen de 5 en 15 mmHg (kwikdruk), maar moet onder de 20 mmHg blijven.[4] Apneutest is een medisch onderzoek om te kijken of een beademde patiënt nog spontane ademhalings-activiteit vertoont. ‘We geven de patiënt voorafgaande aan de apneutest 100% zuurstof via de beademingsmachine. De patiënt mag bij de uitvoering niet onder invloed staan van verdovende of verlammende geneesmiddelen, geen ondertemperatuur hebben of andere condities die potentieel nog ‘verhelpbaar’ zijn of spontaan over kunnen gaan. De test wordt vooral gebruikt bij het diagnosticeren van hersendood.

21.0 De orgaandonor mag nu sterven

‘De achillespees van de orgaandonatie’

Bij na circulatiestilstand wordt er vijf minuten No-touch aangehouden. No-touch houdt niet in dat de donor niet wordt aangeraakt, het houdt in dat er gedurende die tijd géén insnijdingen in het lichaam mogen worden gemaakt of voorwerpen worden ingestoken. Gedurende deze vijf minuten gaat de voorbereiding voor de operatie gewoon door en kunnen de naasten hun geliefde niet vasthouden gedurende de periode waarin het leven wegglijdt uit het lichaam van hun dierbare.

Recentelijk verscheen een publicatie waaruit bleek, dat bij een overledene dertig minuten ná hartstilstand nog hersenactiviteit [1] werd gemeten; dat als het hart niet is uitgenomen tijdens de operatie het nog 5 tot 25 minuten blijft kloppen, nadat de beademing is gestopt terwijl de alle overige organen al zijn verwijderd [2]; de ‘levens-ondersteunende‘ machines wordt uitgezet!
Een mens sterft niet op het moment dat het hart stopt, maar dat moment is het begin van de stervensfase dat een veel langere tijd nodig heeft. Gedurende de eerste zes minuten na het stoppen van het hart is er nog volop bewustzijn mogelijk, mogelijk langer. Verhalen over de bijna-dood ervaring (BDE, [3]) getuigen hiervan.

Jan Kerkhoffs, Christina  Thornsberry, Angèle Lieby en Zack Dunlap kwamen weer bij kennis en vertelden dat ze alles hadden gevoeld en gehoord, maar dat zij met geen mogelijkheid in staat waren geweest om dat kenbaar te maken tijdens de operatie. Deze mensen waren natuurlijk niet hersendood, dat is duidelijk, maar ze werden wel als dusdanig bezien en behandeld door de artsen ….. met alle gevolgen van dien.
Omdat we nog steeds niet weten hoe het met het bewustzijn van de door de medici als hersendood-verklaarde mens werkelijk gesteld is, weten we ook niet wat er gaande is in het bewustzijn van de orgaandonor tijdens de ‘uitneemoperatie’!

‘Hersendood is voor de medische wereld min of meer kunstmatig begrip geworden wat tot doel heeft om orgaandonatie te ‘legaliseren’’.


[1] De thalamus en de cortex werken op een bijzondere manier samen. Ze produceren ongeveer veertig keer per seconde een elektrische resonantie. Waarom ze dit ritme voortbrengen is niet duidelijk. Misschien van belang voor het synchroniseren van waarneming en denken tijdens waken en dromen.
[2] Het wegnemen van organen bij een donor terwijl zijn hart nog klopt, zou – juridisch gezien - het misdrijf moord met voorbedachten rade’ opleveren. Daarom heeft men in 1996 het criterium ‘hersendood’ in de Wet op Orgaandonatie in Nederland in het leven geroepen. De Wet op de Orgaandonatie gaat er namelijk vanuit dat iemand ‘overleden’ is – werkelijk ‘dood’ is  -, wanneer hij ‘hersendood’ wordt verklaard.
[3] Nieuwsbrief ‘Bijna-dood-ervaring’, 2019;  Nieuwsbrief ‘De wetenschappelijke verklaring van een BDE’ – deel II, Mei 2019

22.0 Het raadsel hersenen en bewustzijn

‘Wat is er gaande in het bewustzijn van een orgaandonor’.

Onder ‘bewustzijn’ [1] verstaat men de mogelijkheid om over gedachten, emoties, waarnemingen of herinneringen te beschikken en zich van hen ‘gewaar’ te zijn; ze waar te nemen, zich ervan ‘bewust’ te zijn van je eigen psychische processen. Weten van wat er in je omgaat, weten van wat je ziet, hoort of voelt en daarover kunnen vertellen. ‘Het weten en kennen van het bestaan van iets of van zichzelf’.

Het fenomeen bewustzijn [2] wordt dikwijls als één van de grootste onopgeloste problemen van de filosofie en (natuur)wetenschap gezien en tegenwoordig is er géén nauwkeurige, algemeen erkende definitie van bewustzijn.

Wat is bewustzijn? Produceren onze hersenen ook ons bewustzijn?

De kernvraag rond de materie orgaandonatie én orgaantransplantatie is ….. of de hersenen ons bewustzijn zijn en tegelijkertijd bewustzijn kan ‘produceren’? Waarom wordt dan toch ‘functieverlies’ als criterium voor ‘hersendood’ aangehouden?

En, een andere vraag is hoe een niet-materiële activiteit als gedachten of denken kan corresponderen met een zichtbare reactie in de vorm van meetbare elektrische, magnetische en chemische activiteit op een bepaalde plaats in de hersenen. Deze activiteiten zijn te meten m.b.v. een EEG, een MEG (een magneto-encefalogram) en een fMRI (een functionele magnetische resonantie-onderzoek). Hoe valt het één en ander te rijmen met de medische verklaring van ‘hersendood’? Of hebben we te maken met een onbekend ‘fenomeen’, namelijk een hoger of eindeloos bewustzijn (= een ziel, niet een geest) dat zich begeeft in en rondom het fysieke lichaam en dat nimmer nooit ‘sterft’?

Je moet namelijk niet helemaal dood zijn voor orgaandonatie, alléén maar hersendood!
Wettelijk is iemand die hersendood is verklaard ‘dood’, maar 97 procent van het lichaam leeft nog.


[1] Het bewustzijn is de toestand waarin men gewaarwordingen uit zijn omgeving ondergaat en het eigen ‘Ik’. Bewustzijn is een toestand van de ‘geest’ die gekenmerkt is door een besef van het eigen ‘Ik’ en de omgeving. Onze bewustzijnstoestand kan fluctueren tussen waken en slaap. Bewusteloos zijn betekent geen bewustzijn ervaren. Meer informatie over ‘bewustzijn’ kun je lezen in de Nieuwsbrief ‘Psychiatrie – Pseudowetenschap’- deel II, juni 2013
[2] Nieuwsbrief ‘Wat is bewustzijn eigenlijk?”- deel I – November 2019; Nieuwsbrief ‘Bewustzijn’, Onderbewuste, bewuste en superbewuste’- deel II B – April 2020

22.1 De materialistische visie

Het chemische-farmaceutisch denkmodel

Een meerderheid van de mensen die zich verdiepen in bewustzijnsonderzoek zoals neurowetenschappers, psychologen, psychiaters, en filosofen is nog steeds van mening dat het bewustzijn materialistisch en reductionistisch verklaard kan worden. Voor de meest hersenwetenschappers is het volstrekt duidelijk dat het bewustzijn het product van de hersenen is. Zij gaat ervan uit dat ‘geest’ volledig gelijkstaat met de fysieke werkzaamheid van de hersenen. Ze nemen aan dat de ‘geest’ niet meer is dan een illusie die voortkomt uit de werkzaamheid van de hersenen. Het idee dat alle subjectieve gevoelens en gedachten niets anders zijn dan het gevolg van de werking van de hersenen betekent dat er géén sprake meer is van een vrije wil. In dat geval ben je niets anders dan een robot; een zielloos organisme!
De Amerikaanse filosoof Daniel Dennet [1] is ‘dé wereldberoemde filosoof van de geest’. Hij hoopt de wereld ervan te overtuigen dat zoiets als de geest in de traditionele zin van het woord niet bestaat! Dennett benadrukt dat er met de menselijke hersenen géén ziel of geest [2], noch enig bovennatuurlijk element, noch een leven na de dood, verbonden is. Dennet is lang niet de enige materialistische denker die beweert dat er helemaal géén ‘jij’ in je zit; dat bewustzijn, ziel, geest en vrije wil louter illusies zijn die door volkswijsheid in stand gehouden worden. Ook Francis Crick, medeontdekker van de genetische code, zegt hierover: ‘Bewustzijn is niet gelegen in een etherische ziel die de hersenen als zakcomputer gebruikt; bewustzijn is de activiteit van de hersenen’. Dit impliceert dat de ziel [2] niet bestaat! Hun opvattingen zijn – helaas - zelfs de standaardaanname in de huidige neurowetenschap!

De hersenstam fungeert in deze zienswijze als oerbron van het menselijk bewustzijn!

De materialistische verklaringen van o.a. religie, spiritualiteit en bewustzijn - |Wie-ben-ik| - zijn volgens mij zo langzamerhand volledig uit de hand gelopen. Zelfs het meest moderne en gedetailleerde hersenonderzoek toont ons niet meer dan de fysieke basis van een waarneming en komt niet tot enige verklaring van wat zich op dat moment in ons bewustzijn afspeelt; wat er zich bijvoorbeeld tijdens een orgaan-uitneem-operatie plaatsvindt. (Denk maar eens aan het zgn. Lazarus-effect). Alleen een samenhang tussen bepaalde aspecten van het bewustzijn met de activiteit van de hersenen kan worden aangetoond, maar niet de inhoud van gedachten of gevoelens; de ‘inhoud van ons bewustzijn’!
Maar wat de huidige wetenschap op dit moment ook denkt, het blijkt in ieder geval dat als we de helft van de thalamus en de cortex verliezen, de linker- of de rechterhelft, we nog steeds de bepalende kenmerken van bewustzijn kunnen behouden!

‘Het kenmerk van hersendood is nu juist dat allerlei prikkels - pijn, maar ook warmte en koude, geluid en licht - niet meer tot de hersenen doordringen, volgens de huidige materialistische visie van de (neuro)wetenschap.


[1] Eén van zijn belangrijkste hedendaagse vertegenwoordigers is de Amerikaanse filosoof Daniel C. Dennett. Dennett beweert in zijn boek ‘Het bewustzijn verklaard’, dat bewustzijn een gedragsvorm is en zodoende door de hersenen wordt bestuurd! Als gevolg van deze theorie is er nu een theorie in de omloop die het bewustzijn op een biologische, neurologische en psychologische manier probeert te verklaren! De theorie wordt mooi verpakt in het zgn. DIMAPEC-model dat de afkorting is van Diversity in Memory Activity and Perceptive Consciousness oftewel, in het Nederlands, Diversiteit in GeheugenActiviteit en Waarnemend Bewustzijn.Hierin wordt simpel gesteld dat wij mensen géén bewustzijn hebben, maar mechanismen die, in een bepaalde combinatie, bewustzijn kunnen veroorzaken. Met andere woorden: mensen hebben geen bewustzijn, zij ondergaan bewustzijn.
[2] Nieuwsbrief ‘Ziel en Geest’, augustus en september 2010

22.1 Een vernieuwde niet-materialistische visie op ‘bewust-zijn’

Bewustzijn zelfs buiten het fysieke lichaam?

De laatste jaren neemt de belangstelling voor niet-materialistische hersenwetenschap toe. Vooraanstaande neurologen zeggen nú, dat de hersenen eerder een gecompliceerd organisme zijn voor het registreren en kanaliseren ven bewustzijn, dan voor de productie ervan! Professor J.C. Eccle formuleerde het bondig door te stellen, dat ‘de hersenen slechts de boodschapper zijn voor het bewustzijn’.
Maar men gaat steeds meer beseffen dan wel ontdekken, dat ons lichaam reageert met een complex arsenaal van veranderingen op alles wat we denken en voelen. ‘Het kenmerk van ‘hersendood’ is nu juist dat allerlei prikkels - pijn, maar ook warmte en koude, geluid en licht - niet meer tot de hersenen doordringen. Voelen is, met andere woorden, fysiologisch gezien uitgesloten’. [Michael Kuiper, neuroloog-intensivist in het MC Leeuwarden] ……. blijkt dus niet waar te zijn; blijkt dus niet meer kloppen volgens de ‘vernieuwde’ niet-materialistische visie !

‘Het inzicht dat veel van onze genetische activiteit beïnvloed door factoren buiten de cel, is een radicale omkering van het dogma van genetische bepaaldheid’.

Eén van die vernieuwende inzichten kwam uit hersenonderzoeken (fMRI- en PET-scan) waaruit onlangs is gebleken, dat vertrouwen en positieve verwachtingen in staat zijn neurofysiologische en neuro-chemische activiteit te beïnvloeden in hersengebieden die een rol spelen bij waarneming, beweging, pijn en emotionele processen. Dit betekent dat mentale processen (gedachte, gevoelens, overtuigingen en vrije wil: bewustzijn) de hersenfunctie op verschillende niveaus significant kunnen beïnvloeden; dat iedere gedachte en elk gevoel op elk willekeurig moment leidt tot het uitstorten van allerlei biochemische stoffen in al onze organen! Iedere ervaring – bewust of onbewust - geeft de stoot tot genetische veranderingen in onze lichaamsfuncties.
Uit talrijke onderzoeken is nu overduidelijk gebleken, dat vrijwel elk (biologisch) proces hand in hand gaat met elektromagnetische veranderingen; veranderingen in energie-frequenties en die zijn meetbaar met de juiste apparatuur! Een aantal onderzoeken duidt er zelfs op, dat ons bewustzijn een elektromagnetische grondslag heeft; bewustzijn is namelijk energie zo heeft men ontdekt! Uit deze onderzoeken kwam ook naar voren, dat ons bewustzijn mogelijk een elektromagnetisch energieveld is.

Het elektromagnetische energieveld van de hersenen vertegenwoordigt ons bewustzijn!

Prof. Johnjoe McFadden (School of Boimedical an Life Sciences, University of Surrey, Verenigd Koninkrijk) is van mening, dat er informatie ligt opgeslagen in het elektromagnetisch energieveld dat hersenen omgeeft! (Een energieveld dat alleen maar de hersenen omgeeft’ (??). Neen, volgens de redactie). Het elektromagnetisch veld van de hersenen zorgt voor de verbindingen die kenmerkend zijn voor het bewustzijn, dat onze handelingen beïnvloedt en onze vrije wil manifesteert, aldus McFadden. Om nog een stapje verder te gaan, heeft neurobioloog Sue Pockett aangevoerd dat het elektromagnetisch veld van de hersenen hét bewustzijn is!
Mijn vraag is of ‘Het elektromagnetisch energieveld [Sue Pockett, Johnjoe McFadden] alléén maar de hersenen omgeven en niet het hele fysieke lichaam?Zijn er dan meerdere energievelden die de mens – het fysieke lichaam - ter beschikking staan? Zijn er meerdere bewustzijnscentra waarneembaar in het menselijk energieveld of centra’s in en rondom het fysieke lichaam?’ Ons elektromagnetisch energieveld of aura-veld reikt toch veel verder dan alleen maar rondom onze hersenen. Wij, als energiewezens, zijn toch veel meer dan dat!

Bewustzijn zelfs buiten het persoonlijke waakbewustzijn (ego) te vinden

Neuroloog Karl Pribrams heeft het ‘mysterie’ van de hersenen en het bewustzijn op een andere manier aangepakt. Hij heeft ‘bewezen’, dat het geheugen van de mens zich helemaal niet in de hersenen bevindt! Zijn experimenten lijken aan te tonen, dat het geheugen zich niet in dezelfde ruimte bevindt als de fysieke vorm van de hersenen. Dat bewustzijn en intelligentie op de één of andere manier door de ruimte is verspreid.
Dit is op een holografische [1] manier vastgelegd. Wetenschappers zijn nú op zoek naar de plaats wáár het hologram zich nu werkelijk bevindt! Maar zullen zij ooit dit ‘Gods-plekje’ kunnen vinden?
Maar – gelukkig - dankzij het werk van onderzoekers als Pim van Lommel, Sam Parnia, Peter Fenwick, en Bruce Greyson beschikken we nu over een steeds sterkere informatiebasis. De uitkomsten van meerdere onderzoeken geven géén steun aan een materialistische visie op geest en bewustzijn zoals naar voren wordt gebracht door Steven Pinker wanneer hij in Time schrijft dat ‘op het moment dat de hersenen niet langer fysiologisch actief zijn, het bewustzijn van de betrokken persoon ophoudt te bestaan’. Zodra de hersenen sterven eindigt het bewustzijn, want volgens artsen zoals Belgische professor dr. Steven Laureys [2] verbonden aan de Universiteit van Luik is bewustzijn buiten het lichaam niet mogelijk. Maar andere academici, zoals Pim van Lommel [3] en de Amerikaanse neurochirurg Eben Alexander, menen dat ons bewustzijn, onze geest, niet zozeer gevestigd is in de hersenen (in de hersenstam), maar dat er sprake is van een complexere dimensie en onze hersenen ‘slechts’ het medium zijn waarmee we signalen opvangen. Dit zou betekenen dat ons bewustzijn - het zgn. non-lokale bewustzijn of eindeloos- of hoger bewustzijn, onze ziel - het sterven van ons lichaam kan overleven.

De geest, de wil het zelf en de ziel? Hebben die nog een toekomst in de nieuwe wereld van de ‘hersenwetenschap’?

De meeste wetenschappers houden alleen voor reëel wat tel-, meet- en weegbaar is. Van de volle werkelijkheid blijft zo maar weinig over. Enkel vanuit een reductionistische visie op de werkelijkheid kan men zeggen dat er ‘buiten het lichaam géén bewustzijn is. En juist die gedachte is nu de kern van de verdeeldheid tussen aanhangers van een niet-materiele benadering en die van een rechtlijnige wetenschappelijke verklaring.


[1] Met een hologram wordt gewoonlijk een driedimensionale foto, afbeelding of vorm bedoeld.
[2] Laureys’ onderzoekresultaten werden in 2013 in het wetenschappelijke tijdschrift PLOS One gepubliceerd. ‘Ik vind het fascinerend hoe een brein na een hartstilstand zulke rijke ervaringen kan genereren en hoe we dat eigenlijk nog onvoldoende begrijpen’.
[3] Dr. Pim van Lommel schreef het boek ‘Eindeloos bewustzijn’.  Een wetenschappelijke visie op de bijna-doodervaring.

22.2 Het bewustzijn van een hersendode behoort ter discussie te staan

Hypothese: bewustzijn is een product van de hersenen is ongegrond

De definitie ‘hersendood' houdt volgens sommige medici in, dat men nog niet dood is. Volgens Pim Van Lommel moet de hypothese dat bewustzijn een product is van de hersenen ter discussie worden gesteld! Want met die aanname zou het onmogelijk zijn dat mensen een bewustzijn kunnen ervaren als de hersenen niet meer functioneren. En mensen ervaren – tijdens een uitneemoperatie – juist veel méér dan ……… ‘niets’!

Cardioloog dr. David W. Evans stelt: ‘Het fundamentele probleem is dat je geen organen kunt transplanteren van een echte dode. Vandaar ook de pogingen om ‘dood’ opnieuw te definiëren, zoals met ‘hersendood’ om transplantatie tóch mogelijk te maken’. Cardioloog dr. Pim van Lommel zegt in zijn boek ‘Eindeloos Bewustzijn’ het volgende hierover: ‘Als arts had ik altijd geleerd dat iemand die bewusteloos is, géén bewustzijn kan ervaren. Wat uit onze wetenschappelijke studie naar voren kwam, is dat het bewustzijn heel helder kan zijn als de hersenen niet meer functioneren. Patiënten bevinden zich in een toestand van tijdloosheid. Ze zien zichzelf vaak op de operatietafel liggen en horen wat er wordt gezegd’.
‘Het interessante aan het onderzoek dat wij hebben gedaan, is dat we hebben aangetoond dat de ervaringen ontstaan op het moment dat de hersenen volstrekt niet functioneren’, vertelt Van Lommel. ‘Het is dus een rechte lijn van je EEG, het klinische beeld is dat je bewusteloos bent, je ademhaling, hersenstamreflex en lichaamsreflexen zijn uitgevallen, en op het moment dat functioneel alles is uitgevallen, en alles wat je kunt meten is uitgevallen, dan hebben die mensen de meest heldere bewustzijnservaring die ze ooit hebben gehad. Met de mogelijkheid van waarnemen buiten en boven hun lichaam. Helder nadenken, emoties, herinneringen, toekomstbeelden, ontmoeten van overleden dierbaren, al dit soort dingen gebeuren op het moment dat de hersenen niet functioneren’.

‘Niemand mag schade worden berokkend, zelfs niet als daar voor anderen iets goeds uit zou komen’. [Edmund D. Pellegrino, hoogleraar Medicijnen en Medische Ethiek]

Volgens Dr. Pim van Lommel is het non-lokale bewustzijn (het niet-plaatselijk-te-lokaliseren bewustzijn, [1]) altijd alom aanwezig: “Er zijn zo’n miljard websites in de ‘cloud’ en als je je computer aanzet en een website opzoekt dan ontvang je ‘m, maar als je hem niet aanzet dan ontvang je hem niet. Maar de cloud is er altijd. Zo is het non-lokale bewustzijn altijd aanwezig, maar je kunt een moment hebben dat het tot je bewustzijn doordringt en dat kan bij bijzondere omstandigheden zijn.”
Van Lommel noemt de dood, net als geboorte, een veranderde staat van bewustzijn en slechts het einde van je fysieke aspect. Je hébt een lichaam en je bént bewustzijn. En dat bewustzijn blijft altijd bestaan.”

Mario Beauregard beschrijft in zijn boek ‘Het spirituele brein’ de relatie tussen bijzondere ervaringen in het bewustzijn en de hersenfunctie. Bij een mystieke én bijna-dood-ervaring werden in de hersengebieden frontaal, temporaal en pariëtaal (voorhoofd, slaapbeen en zijwand) duidelijke verschillen en veranderingen gezien, waaruit blijkt dat het bewustzijn zich zelfs buiten het persoonlijke waakbewustzijn (ego) te bevinden is en wel in een dimensie waar tijd en plaats geen rol meer spelen. Een verhoogd of eindeloos bewustzijn of een mystieke ervaring kan dus onafhankelijk van de hersenen tijdens een periode van zichtbare en meetbare uitval van alle hersenfuncties (hersenschors en hersenstam) worden ervaren. Onder normale omstandigheden zullen functionerende hersenen spirituele en mystieke ervaringen in het bewustzijn juist eerder beperken.

Hersendoodcriterium uiteindelijk op een bepaalde (culturele) interpretatie berust’. [Cor Hoffer]


[1] Niet-lokaliteit: Niet plaatsgebonden of zonder oorzaak. Een verbondenheid die onafhankelijk van de afstand en altijd en overal op elk moment aanwezig is. Alles hangt met alles samen en wederzijdse handelingen. Elke gedachte en elke subjectieve ervaring van een persoon zijn niet alleen van haar persoonlijke handelingen afhankelijk maar ook van omliggende processen.

22.3 Is er bewustzijn tijdens een BDE, ná de dood of ‘hersendood’?
        
Voordat we deze vraag kunnen beantwoorden, dienen we ons te realiseren dat elk lichaam biochemisch en fysiologisch op dezelfde manier functioneert, maar dat elk mens wel degelijk van elkaar verschilt. Mensen verschillen in karakter, gevoelens, stemmingen, intelligentie, belangstelling, ideeën en behoeftes. En juist het bewustzijn speelt een belangrijke rol bij dit verschil. Het verschijnsel bijna-doodervaring of ‘hersendood’ die ontstaat bij een bijzondere bewustzijnstoestand roept dus vele vragen op in relatie tot |Wie-we-werkelijk-Zijn|.
Is er nog sprake van bewustzijn wanneer iemand definitief is overleden en het lichaam is koud? Is hersendood wel dood of is het begin van een stervensproces dat uren tot dagen kan duren? Wat gebeurt er tijdens het stervensproces met ons bewustzijn?

De centrale vraag hierin is dus: Is de mens zijn lichaam, of heeft de mens alléén maar een fysiek lichaam? Is de mens z’n bewustzijn of is de mens een zielloos organisme? Nog scherper geformuleerd: ‘Is de mens een kosmisch wezen; een licht- of een energiewezens?’ Ja, jij bent een energiewezen dat drie bijzondere aspecten kent, te weten: een ziel, een geest en een fysiek lichaam. Jij bent een drieledig wezen, zeker géén zielloos organisme/ mechanisme zoals de wetenschap ons graag doet geloven! Met andere woorden: je kan het lichaamsbewustzijn – je fysieke lichaam, inclusief hersenstam, hersenen en hart, etc, etc. -  wel medisch ‘hersendood’ of ‘lijk-dood’ (=energieloos) verklaren, maar nooit het geest- en het zielsbewustzijn; tijdsens het stervensproces kun je nooit de nog steeds aanwezige trillingsfrequenties van geest en ziel tijdens verwaarlozen, negeren of ‘wegduwen’. Zij blijven beide voor eeuwig – eindeloos - bestaan! Ook het lichaamsbewustzijn (de samengestelde lichaamsenergie van allerlei stelsels en organen) – samen met het geest- én zielebewustzijn - zal ná de biologische dood meereizen naar het Hemelrijk! De medische verklaring ‘Zodra de hersen ophouden te functioneren, eindigt het bestaan van het bewustzijn’ …. is een ridicule verzinsel, een axioma, een hypothetisch denkmodel dat met ontelbare verhalen over uittredingen en bijna-dood ervaringen kunnen worden weerlegd!
Dit wetende, wat verlangt dit van ons? Wat verlangt dit van de wetenschap?
Pim van Lommel en zijn medestanders verlangen een nieuwe benadering, een nieuwe visie op de relatie bewustzijn én hersenen. Met andere woorden een nieuwe kijk op de materialistische en reductionistisch visie; het chemische-farmaceutisch denkmodel!

Een nieuwe kijk? Ik ben veel eerder sterk geneigd om te zeggen: Een nieuwe visie op |Wie-ben-Ik|! Want …………. wat vele wetenschappers zich nog onvoldoende realiseren en willen erkennen, is dat jij een kosmisch, goddelijk wezen - die zowel uit materie als uit energie bestaat en alle leven is doortrokken van elektromagnetisme, want in elk biologisch proces is ook een elektromagnetische component aan het werk.

23.0 Slot

‘Het fundamentele probleem is dat je géén organen kunt transplanteren van een echte dode. Vandaar ook de pogingen om 'dood' opnieuw te definiëren met 'hersendood' om transplantatie maar mogelijk te maken’. [David W. Evans, cardioloog]

In Nederland hebben zo’n 4,8 miljoen (CBS, juli 2021) mensen zich met een ‘ja’ laten registreren op de vraag: ‘Ben je bereid om na je dood je organen af te staan voor een ziek iemand die hiermee verder kan leven?’ Maar de formulering van deze vraag is onjuist. Hij zou als volgt moeten luiden: ‘Ben je bereid je organen af te staan ook als je zeker weet dat je nog leeft, maar wel hersendood bent verklaard omdat je lichaam (lees hersenen) niet meer reageert op bepaalde prikkels? Ben je bereid om je dan zónder narcose open te laten snijden, terwijl de kans groot is dat je alles voelt en je vóór de operatie wellicht nog bij had kunnen komen?’ Als de laatste vraag zo zou worden gesteld, zouden weinig mensen zich meer laten registreren en in het medische circuit zullen weinig organen circuleren.

Hersendoodcriterium uiteindelijk op een bepaalde (culturele) interpretatie berust’. [Cor Hoffer]

23.1 De rol van de wetenschap

Medische en wetenschappelijke ijdelheid’
Het hypothetisch gezondheidsmodel

In het algemeen kan je stellen dat de wetenschappelijke benadering die op materialistische, mechanistische en reductionistische assumpties is gebaseerd door de meeste wetenschappers het hoogst wordt aangeslagen. Daar gaan de meeste geld fondsen naar toe. Daar worden de meest aansprekend resultaten behaald en daar zouden de knapste koppen werken. Hoe sterker een visie van dit materialistisch paradigma afwijkt, hoe lager de plaats van deze visie in de hiërarchie en hoe minder geld en aanzien ze krijgen.

Waanzinnige theorieën?’ ‘De onbezielde mens?’ ‘Ik’ bestaat niet?’ ‘Ik’ ben …. een gedragsvorm; meer niet!’ ‘Een robot?’

23.2 De materiële energie kan niet functioneren zonder hulp van geestelijke energie!

Wij zijn materie én energie

Waaruit bestaat jouw lichaam? Uit weefsels en organen.
Waaruit bestaan weefsel en organen? Uit cellen.
Waaruit bestaan cellen? Uit moleculen.
Waaruit bestaan moleculen? Uit atomen.
Waaruit bestaan atomen? Uit subatomaire deeltjes.
Waaruit bestaan subatomaire deeltjes? Uit…… energie?
NEE!!
Ze bestaan niet uit energie, ze ZIJN energie! 
[David Cameron Gikandi]

Bewustzijn kan gezien worden als potentiële energie en potentiële materie.
Wanneer bewustzijn in beweging komt, ontstaat er energie. Wanneer energie zich samenbalt ontstaat er materie. Bewustzijn in beweging – in trilling, in vibratie – is dus ENERGIE! Alles is dus in feite energie! Alles is in wezen dus bewustzijn! Bewustzijn is de essentie van al wat bestaat! Al wat we zijn, is bewustzijn maar dan in verschillende aggregatie (‘vast, vloeibaar en gasvormig’) toestanden!
We horen te beseffen dat we niet een ziel-geest-lichaam systeem hebben, maar dat we ons ziel-geest-lichaam systeem zijn. Een uitstralende, fluctuerende energiebol. Wij zijn ons Zelf en zijn lichtwezens! Wij zijn goddelijke energiewezens!

Scheppende energieën

Materiële elementen worden niet uit zichzelf geschapen; de scheppende kracht is de ziel, het hoger of innerlijke Zelf (een energiedeel van God Zelf) ook wel het eindeloos of ziele-bewustzijn [Pim van Lommel] genoemd. We kunnen weliswaar iets van materie proberen te maken, maar de materie schept niets uit zichzelf! En, dát is wat de wetenschap zich niet wil realiseren. Waterstof en zuurstof bijvoorbeeld komen alleen samen als de Hogere, Kosmische of Universele Energie ze daartoe aanzet. Zo kan ook de stoffelijke energie – bijvoorbeeld ons fysiek lichaam - niet werken zonder tussenkomst van deze Hogere Energie en ons innerlijke Zelf; onze ziel! Tussen de Universele Energie en onze ziel is een onlosmakelijke samenhang en -verband aanwezig. ‘Het één kan niet zonder het andere’.
In ons fysiek gestel is de ziel permanent aanwezig! Achter deze schitterende kosmische openbaring schuilt de leiding van een Hogere Energie; het Alomvattende, het AL, |Alles-Wat-Is|, de Onvoorwaardelijke Liefde.

Tegenwoordig kennen we veel voorbeelden in de media van wetenschappers die beweren ‘Wij zijn ons brein’,Bewustzijn huist in de hersenstam’. Maar kan de huidige wetenschap en filosofie het verschijnsel bewustzijn, de bron van denken, voelen en willen, begrijpen en verklaren? Blijkbaar niet; neen dus! We kunnen ons daarom niet zo maar neerleggen bij zo’n onzinnige, materialistische theorie zoals hierboven is beschreven, want het ware leven – het levensproces – komt niet voort uit materie. Materie komt voort uit het leven. Dat is géén theorie, maar een feit.
De onwetende wetenschap gaat nog steeds uit van een onjuiste theorie, en daarom zitten al haar conclusies er naast en moeten de mensen daaronder lijden. Pas als we al deze verkeerde theorieën weerlegd zijn, dan kunnen de mensen gezond én gelukkig worden. Daarom moeten we de geleerden de handschoen toewerpen en ze ‘verslaan’. Anders misleiden ze de hele samenleving met hún verouderde overtuigingen!

23.3 Millennium-Visie en orgaandonatie ‘vanuit de ziel belicht’

Een nieuw bewustzijnsparadigma [1] nodig!

Het fenomeen bewustzijn wordt dikwijls als één van de grootste onopgeloste problemen van de filosofie en (neuro)wetenschap gezien. Het gevolg hiervan is, dat ontelbare mensen onwetend-zijn over onderwerpen die betrekking hebben op bijna-doodervaring, hersendood, euthanasie, het stervensproces, reanimatie, orgaandonatie, een leven na de dood en reïncarnatie ….. en dus onbekend zijn met de ware betekenis van het levensproces. Het waarom van dit ‘alles’.


[1] Paradigma = het denkkader waarbinnen men tracht oplossingen te vinden voor bestaande vraagstukken en praktische problemen; het wereldbeeld dat men bewust of onbewust, aanhangt.

23.3.1 Een nieuwe visie over de ‘werking’ van de hersenen en bewustzijn

‘Alle problemen zijn illusies van het verstand; de geest!’

  1. Een nieuwe visie over de ‘werking’ van de hersenen is, dat de hersenen zelf niet in staat zijn om zelf gedachten te genereren of bepaalde handelingen te doen als ze niet worden aangestuurd door het hogere of innerlijke Zelf, onze ziel.
  2. Veel aardse herinneringen (gedachteconstructies/ overtuigingen e.d.) worden niet door de ziel opgenomen, maar door de geest! De geest is het brein in fysieke vorm. Het is de geest die ervoor zorgt dat je over je brein kunt nadenken. Zonder de geest zou je niet eens weten dat het brein bestaat. De ziel (onderbewuste) is te beschrijven als de totale som van alle gevoelens die je ooit eens hebt gehad. De geest (je geheugen, het verstand – niet de breinmassa) bestaat uit herinneringen aan deze gevoelens. De geest is de innerlijke kracht die – jou – het lichaam voortdrijft, maar de geest is ook de ‘heerser van alle gedachten‘. Alle gedachten zijn zeer subtiele, maar een uiterste krachtige energievorm die ervoor kan zorgen dat wij ‘bewust’ of ‘onbewust’ leven.
  3. De hersenen creëren de geest (= gedachten en herinneringen) door een storm van elektrische impulsen in combinatie met biochemische responsen. De responsen kunnen worden veranderd door de geest (het bewuste/bewustzijn) te veranderen! Onze gedachten kunnen sets van genen aan- of uitzetten.
  4. Hersengolven hangen samen met Hoe actiever en ‘vernauwder’ je denken is, hoe minder ver je bewustzijn reikt. Want….. snelle bètagolven corresponderen met het oppervlakkige bewustzijn van het dagelijkse werkelijkheid en het drukke ‘lineaire’ denken.’ Wanneer de hersengolven vertragen tot een alfa-niveau, jij minder bezorgd en meer open bent, wordt je meer bewust van subtiele vormen van informatie uit je directe omgeving en van je innerlijke zelf.
  5. Naast een fysiek lichaam hebben we een aura-veld of een elektromagnetische energieveld dat we kunnen beschouwen als het ‘verlengde van ons bewustzijn’, maar dat op bepaalde gekwantificeerde niveaus uit hogere frequenties bestaat.
  6. Het chakra-systeem is in wezen een bewustzijnsmodel! Ieder bewustzijnsniveau, ieder chakra-niveau heeft zo een eigen frequentiespectrum; haar eigen trillingsfrequentie.

23.4 Alles is bezield

Je bent een drieledig wezen. Je zou dit ook het fysieke, het non-fysieke en het metafysische kunnen noemen. Psychiaters spreken over het bewuste, onderbewuste en super-bewuste; het id, het ego en het superego. De basis-drieënheden of drie-zelven, zoals de oude Kahuna’s het ons al vroeg vertelden.
Je bent een drieledig wezen. Je bestaat uit een lichaam (onbewuste of lichaamsbewustzijn of moleculair bewustzijn), verstand (ook wel geest/ bewuste/ ego of geestbewustzijn of gedachtevorm-bewustzijn genoemd), en zuivere ‘geest’ (ook wel ziel/ super of hoger bewuste of ziele-zelfbewustzijn, hoger-bewustzijn, vrij-bewustzijn of eindeloos bewustzijn genoemd). Al deze drie aspecten zijn in feite drie energieën; drie (hoofd)energievormen! Je zou ze ook gedachte, woord en actie (daad, handelen) kunnen noemen. Hoe dan ook samengevoegd produceren ze een resultaat dat binnen jouw taal en begrip een gevoel of een ervaring wordt genoemd.

Ieder orgaan draagt een geestbewustzijn of geheugen – een energiegeschiedenis van gevoelens, gedachten en herinneringen, e.d. - in zich! Niet alléén de breinmassa, onze hersenen, maar iedere cel heeft een eigen bewustzijn, namelijk het DNA. Het Divine Natural Awareness; het Goddelijk Natuurlijk Bewustzijn!


Wij zijn én vormen dus uiteindelijk allemaal een ‘doorleefd eigen’ bewustzijn; het (totaal) menselijk bewustzijn of eenheidsbewustzijn, ons ‘uitgebreid’ eindeloos bewustzijn. Ons individueel eenheidsbewustzijn wordt tot uitdrukking gebracht – voelbaar, ‘leesbaar’ en zichtbaar (‘uitstraling’) - in het (menselijk) elektromagnetisch energieveld ofwel het aura-(energie)veld.
Onze aura (een ruimtelijk, fluctuerend driedimensionale energie-netwerkstructuur) wordt dan ook geformeerd uit de drie (hoofd)bewustzijnsvormen, energievormen of –componenten (bestandsdelen, elementen), te weten: zielsbewustzijn, geestbewustzijn en lichaamsbewustzijn. Onze aura kan je dus voorstellen als het ‘verlengde’ van het geest- (gedachte-energie) én lichaamsbewustzijn, dat te gelijker tijd omhult én doordrongen wordt van het zielsbewustzijn. Onze aura stelt dus het éénheidsbewustzijn van gemengde, gestructureerde energiepatronen of -fluctuerende energievormen voor; een hologram!

’Een holografisch bewustzijn; een holografisch energieveld; een non-lokale veld’.

Het menselijk bewustzijn of eenheidsbewustzijn is dus een ‘gebundeld, holografisch energiepakket’ – van het individu dat jij bent - dat permanent in beweging is. Het menselijk energieveld is niets anders dan een hologram; géén energieveld dat opgebouwd is uit consistente energielagen of -vormen; géén ui-constructie, géén lagen of lichamen! Niets van dat alles. Het menselijk bewustzijn leidt tot een persoonsgebonden (‘eigen’) trillingsfrequentie of een trillingsgetal, dat zich kenbaar maakt in het (‘persoonlijk’) elektromagnetisch energieveld of aura-veld.

Bewustzijn informeert en geeft vorm’ [ David Bohm]

23.4.1. Millennium-Visie en orgaandonatie ‘vanuit de ziel belicht’

Alles is bezield; mensen, planten en dieren!

De mens is een bezield, goddelijke wezen en zolang zijn lichaam leeft, is het bezield! De ziel, die een lichtheid en een vrijheid kent – zeker in het hiernamaals – verlangt naar haar ware oorspronkelijke toestand. De ziel is vrede en vreugde. Ze is onbeperkt en pijnloos; volmaakte wijsheid en volmaakte liefde. Ze is al die dingen en nog veel meer. De ziel zal ten gevolge van haar goddelijkheid dan ook ten alle tijden terugkeren naar het Hemelrijk; naar de Onvoorwaardelijke Liefde van God. In de boeken van Neale D. Walsch vertelt God over de ‘reis – de hereniging - van de ziel met het Absolute’ én dat iedere ziel (merk op, het verschil tussen een ziel en een geest) deze Her-eniging zal ervaren. Ook de ziel van Hitler, zo vertelt God in de boeken van Neale D. Walsch, is teruggekeerd naar het Goddelijk Licht! Dus ook jouw ziel zal ongeacht je positieve of negatieve, ‘slechte of goede’ levenservaringen terugkeren naar het Hemelrijk, alwaar de ziel als een samengestelde energieklont al haar levenservaringen opnieuw kan overzien en  herbeleven, indien zij dát wenst!

De ziel krijgt – in samenwerking met de geest en het fysieke lichaam - gedurende haar verblijf hier op aarde de gelegenheid te creëren en te ervaren |Wat-zij-wenst-te-Ervaren| en aldus zich verder te begeven op de spirituele ladder; bewustzijnsverruimend element in haar evolutie te zijn en te worden. Het door de ziel ‘aangewezen’ (fysieke) lichaam stelt zich hierin dienstbaar op! Ziel, geest en lichaam vormen tijdens jouw levenscyclus een eenheid, althans zo behoort dat te zijn!

‘De onderlinge verbondenheid’

Ons lichaam is opgebouwd uit circa 30.000 miljard cellen die gezamenlijk een trillingsfrequentie of -getal (een samengesteld energieniveau) formeren. Een gezonde lever (2 miljoen rode bloedcellen per seconde wordt afgebroken in de lever) of nier zal bijvoorbeeld een hoger trillingsfrequentie vertonen dan een ongezonde lever of nier. Ook de ‘geest’ – een conglomeraat van je gedachten, herinneringen, emoties, stemmingen, e.d. - bouwt in de loop der jaren haar eigen trillingsfrequentie of -getal op. Maar al deze samengestelde frequenties zijn op een ongelofelijke sterke manier verbonden met de ziel. ‘Het één kan niet zonder de ander bestaan’. Besef en realiseer je, dat je tijdens dit leven (iedere geïncarneerd leven) een goddelijke drie-eenheid, bestaand uit een ziel, een geest en een lichaam, bent en vormt! De onderlinge verbondenheid zal in de loop der jaren hechter en hechter worden. Dus je kunt niet zomaar ‘iets’ van elkaar scheiden, want deze energetische verbondenheid – alle energiestelsels staan middels trillingen in contact met elkaar - wordt hierdoor aangetast. ‘Je komt als eenheid, je leeft als eenheid en je gaat als eenheid’.

Onze ziel en emoties reageren op prikkels van organen. Ons lichaam draagt dus ervaringen met zich mee en heeft zo zijn eigen geheugen.

Het sterfproces – het ontbindingsproces - is een gebeuren dat bij de één meer tijd in beslag neemt dan bij de ander, variërend van enkele minuten tot een aantal dagen. ‘Het uiteindelijke kritieke kantelpunt ligt ergens rond de 72 uur’. Dit komt omdat de verweven- en verbondenheid – een direct gevolg van het fluïdum koord (energetische ‘navelstreng’) - tussen ziel, geest en lichaam enorm groot is. Zelfs bij de laatste ademuitblazing is alle mogelijk denkbare informatie (gedachten, gevoelens, stemmingen, intelligentie, belangstelling, ideeën en behoeftes e.d.) van ieder orgaan tot elke lichaamscel nog volledig aanwezig in het fysieke lichaam! Op zo’n stervensmoment wordt gedurende een langere periode/ tijd alle ziele-, geestes- en lichaamsinformatie (het zgn. eenheidsbewustzijn) via het energetische koord overgeheveld naar een hogere dimensie (Hemelrijk of het Absolute) om aldaar een nieuwe energievorm of -klont te formeren; aan te nemen. Je bent een vormveranderaar in alle dimensies’.  
Je kunt je dit ‘transitieproces’ een beetje voorstellen als het downloaden van alle beschikbare  informatie op een harde schijf. De te downloaden informatie van het samengestelde bewustzijn van de geest én lichaam heeft tijd nodig om het fysieke lichaam definitief te verlaten, omdat de ziel al haar herinneringen die verbonden zijn aan haar levenservaringen hier op aarde en haar uniek aard tijdelijk opslaat in het fysieke lichaam!

Op het moment dat ’downloaden’ volledig heeft plaatsgevonden (‘het downloadproces kost nl. enig tijd’), dan pas kan de ziel (je hoger of innerlijke Zelf) zich definitief onthechten van het lichaam. Wanneer onze ziel - het zielsbewustzijn - én het geestbewustzijn én het lichaamsbewustzijn (ons eenheidsbewustzijn) definitief het lichaam heeft verlaten, mogen we spreken van een stoffelijk overschot of van biologische dood - een ‘lijk’, datgene wat als stof overblijft – spreken. Dat sterfproces – het integraal ‘downloaden’ - kan in principe variëren van enkele minuten tot enkele dagen. Eén en ander heeft met de bereidheid en ‘acceptatiegraad’ van het stervensproces van de donor te maken.
Maar het ontbindings- of sterfproces is tegelijkertijd óók de periode waarin de ziel nog steeds rond het fysieke lichaam kan blijven ‘zweven’; polshoogte kan nemen over de gang van zaken door bijvoorbeeld ‘contact te zoeken met achtergebleven geliefden’. Het is namelijk een uitdrukkelijke eigen wens van de ziel om kort of langdurig verbonden te zijn met het fysieke lichaam tijdens het stervensproces. Via getuigenissen van mensen met een bijna dood ervaring (BDE) weten we dat de ziel vaak nog een poosje in de nabijheid van het lichaam blijft vóórdat het naar het Licht gaat.

Levensverkorting? De overgang naar het onstoffelijke lichaam is mislukt?

Dit langzaam voortschrijdend sterven- of ontbindingsproces houdt in dat ‘gewenste’ donororganen niet zomaar uit het lichaam kunnen worden ‘ontvreemd’; kunnen worden verwijderd middels een uitneemoperatie zonder dat directe consequenties voor de ziel van de donor heeft. Als de donor ’hersendood’ is verklaard, dan is zij – etherisch gezien – nog steeds met jouw fysieke verschijnsel verbonden, omdat je simpelweg nog lééft! Het etherisch of astraal lichaam (‘reizend energielichaam’) kan niet voor de volle 100% functioneren als er vroegtijdig medisch wordt ingegrepen, want de zielskwaliteit of -eenheid in het Hemelrijk wordt bepaald door de aan- of afwezigheid van opeenstapelingen van ziels-gebonden energievormen –  bijvoorbeeld de aan- of afwezigheid van bijvoorbeeld lever-, nier-, hartenergie/ -bewustzijn. Dit gemis kan funest of heilloos voor de zielskwaliteit zijn. De ziel(s)kwaliteit) is als het ware ‘iets’ kwijt en haar informatiestroom is niet compleet; ‘de computer geeft automatisch aan dat het downloaden is mislukt’. Er bestaat op moment suprême nog steeds een zielsverstrengeling – een verbondenheid – met het fysieke lichaam, omdat er nog een stukje energiegeschiedenis van het lichaam en geest aanwezig is en dus er ontbreekt iets voor de vervolmaking van de zielskwaliteit! De moleculaire energie van een hart een long, een nier, een milt, etc. etc. ontbreekt bijvoorbeeld, maar óók de bijbehorende gedachten, herinneringen, gevoelens, e.d. (= geestbewustzijn) van het desbetreffende orgaan. De ziel-, geest- en lichaamsenergie die uiteindelijk tot één energieklont (de ultieme vereniging) wordt geformeerd in het Hemelrijk, wordt in zo’n situatie gestagneerd. De gewenste ‘vormverandering tot een goddelijke, samengestelde energieklont is stop gezet’, zo lijkt het. De ziel gaat in zo’n geval twijfelen  ‘wat te doen’ en zal gedurende een nog langere periode (ongewenst) verbonden blijven met de aarde. Zolang het fysieke hart klopt kan de ziel zich niet volledig terugtrekken in de geestelijke onstoffelijke wereld en al haar samengestelde zielsenergie of -eenheid aldaar verzamelen en omvormen tot één energieklont. Want een deel van haar zielseenheid – informatie - is nog steeds in het lichaam van de ontvanger van het donororgaan aanwezig!

23.4.2 Orgaantransplantatie, van afstoting tot acceptatie [1]

De risico’s van een donatie; bijvoorbeeld een niertransplantatie

Wat zal de ziel gaan ondernemen indien er stagnatie in het herenigingsproces ontstaat? Zal de ziel oneindig blijven wachten? Jaar in, jaar uit blijven wachten ondanks het feit dat de ziel verlangt naar Hereniging met het Absolute, de Onvoorwaardelijke Liefde van God. Wordt de Hereniging dan langdurig uitgesteld? Vindt er een gedeeltelijke Hereniging plaats?

Een opmerkelijk, vervelende bijkomstigheid van een orgaantransplantatie is, dat de patiënt medicatie [2] krijgt toegediend die de immuniteit moet onderdrukken. De kans is (zeer) groot dat het lichaam het nieuwe orgaan als ‘vreemd’ herkent en het wil afstoten. Dit kan leiden tot emotionele trauma’s voor ‘beide’ partijen hoewel de ene partij toch ‘hersendood’ is verklaard, kan dat volgens de wetenschap geen enkel invloed hebben op geestelijke gestel van de donor. ‘Voelen is fysiologisch gezien uitgesloten’, volgens Michael Kuiper, neuroloog-intensivist in het MC Leeuwarden.

Een ander kenmerkend en opvallend feit is, dat de ontvanger van jouw donororgaan plotseling lichamelijke complicaties (nabloeding, trombose, blaasontsteking, wondbreuk, longembolie, vermoeidheid, somberheid, pijn, ontsteking in de galwegen, etc. [3]) vertoont of krijgt nádat de transplantatieoperatie van bijvoorbeeld een nier, hart of lever is geschied. Na het ondergaan van bijvoorbeeld een traumatische gebeurtenis tijdens leven (bijvoorbeeld een ernstig auto-ongeluk), en de werkwijze van het doneren van een orgaan, kan boosheid, vijandigheid en mogelijk zelfs post-traumatische stress-stoornis worden ervaren met als uiteindelijk gevolg dat het ontvangen orgaan binnen niet al te lange tijd alsnog wordt afgestoten. Met andere woorden ‘op één of andere manier klopt er iets niet’. Er is géén synchroniciteit waar te nemen; géén gelijk op elkaar afgestemde trillingsfrequenties. Dit kan ook weer leiden tot emotionele klachten met alle gevolgen van dien.

Helaas, op langere termijn gaat het verlies van getransplanteerde organen – hoe dan ook - gewoon door. Het onderliggende mechanisme is minder duidelijk en lijkt volgens de medische wetenschap een samenspel te zijn van verschillende factoren. Niet alleen T-cellen en B-cellen zijn hierbij betrokken, maar ook andere ontstekingsprocessen en het verlies van functionerend weefsel door bindweefselvorming (fibrose). Een niet te onderschatten factor zijn de psychische aspecten om levenslang afweer-onderdrukkende medicatie te moeten nemen. Het niet of onregelmatig innemen van de medicatie op langere termijn is – volgens de medische wetenschap - één van de belangrijkste oorzaken van de late afstoting.

De vroege of late afstoting

Maar naar mijn inziens heeft het afstoten van een getransplanteerd orgaan dus veel meer te maken met grote intrinsieke verschillen in energiefrequenties van totaal twee verschillende lichaamsenergieën van ‘Jan en Truus’ en/ of de verschillen in frequenties van het specifieke te transplanteren orgaan. ‘Jan, de gespierde atleet en Truus de ijverige, zorgzame huisvrouw’. Ook de trillingsfrequentie van het orgaan van de donor kan bijvoorbeeld enorm verschillen ten opzichte van het nog te herplaatsen orgaan in het fysieke lichaam (met een lager of hoger lichaamsfrequentie) van de ‘ontvanger’. Zelfs tijdens de uitneem-operatie en het prepareren van het donororgaan (donorkeuring, Hfdst., spoelen en koelen van ’t orgaan, e.d.) kan leiden tot stress van het orgaan zelf, met als gevolg dat de trillingsfrequentie van het orgaan drastisch afneemt.

‘Het donororgaan van ‘Jan’ voelt zich niet meer thuis in haar nieuwe ‘Truus’ -woonsituatie’.

Ook aan de kant van de ontvanger kunnen zich ongekende stressgevoelige situaties voordoen. Het te verwijderen, zieke orgaan van de ontvanger (Bijv. een nier, [4]) heeft ongetwijfeld in haar direct omgeving (bloedvaten, urineleider, tot wervelkolom) op zich al een lage tot zeer lage trillingsfrequentie opgebouwd in de loop der jaren. Met als direct gevolg dat ook de ‘omgevingsfrequentie van de nier’ – de ‘graad van orgaanacceptatie’ – sterk op de proef stelt.
Dus naarmate de trillingsfrequentie van donor en ontvanger verder uit elkaar liggen, bestaat er een grotere kans dat het nieuw te transplanteren orgaan in het ‘nieuwe’ lichaam niet wordt geaccepteerd en dus wordt afgestoten. Bij een kleiner frequentieverschil is die kans veel kleiner, maar de kans blijft bestaat dat het niet goed afloopt. Op korte termijn is de overleving van de getransplanteerde organen bijzonder goed; voor alle organen geldt dat na 1 jaar meer dan 90 procent nog functioneert. Echter, op langere termijn (5-10 jaar) vindt er nog altijd ‘afstoting’ plaats [5]!
Maar de frequentieverschillen tussen ‘de geselecteerde personen’ en de te transplanteren orgaan/ organen kunnen ook zo groot zijn dat er direct al ná de orgaantransplantatie allerlei kritieke medische situaties zich voordoen: een tweede spoedoperatie tot een tussentijdse nierdialyse is dan nodig. Dit proces van ‘afstoting’ kan weken, maanden zelfs jaren duren, voordat het ‘onverwachtse’ toch uiteindelijk gebeurt.

Millennium-visie. De reden van afstoting. De opgeslagen (energie)informatie van het getransplanteerde orgaan wil zich – hoe dan ook - graag verenigen met haar zielsenergie en kan na het ‘afstoten’ alsnog terugkeren naar het Hemelrijk om zich aldaar te herenigen met haar ware ZIJN! Dit zou een mogelijke – géén wetenschappelijke verklaring of toetsing – verklaring kunnen zijn voor het vroeg of laat afstoten van het getransplanteerde orgaan. Mocht dit (mijn) waarheid zijn, dan blijft de vraag of orgaandonatie en -transplantatie nog wel zinvol (in overeenstemming met de ‘schoonheidsleer’) en verantwoord is of – in het andere uiterste geval - ‘moord met voorbedachten rade’ is, bestaan! Maar de gedachte (‘een goede methode om bewustwording over dit thema op gang te brengen', aldus UMCG-onderzoeker Marion Siebelink, [6]) om kinderen vanaf 10 jaar – groep 7 van de basisschool - een lesmodule over orgaan- en weefseldonatie voor te schotelen, lijkt me veel te ver gaan. Het komt bij mij over als een ongewenste vorm van indoctrinatie en hersenspoeling. Indoctrinatie is een vorm van manipulatie door het systematische en eenzijdigonderwijzen van aanvechtbare overtuigingen of opvattingen met de bedoeling dat deze kritiekloos worden aanvaard! ‘Hersenspoeling’ is een methode waarbij bij een persoon de oude gedachte- en ideeënpatronen, inclusief zijn normen-en-waardenstelsel, worden uitgewist en vervangen door nieuwe ("her-programmeren"). Walgelijk, afstotend en weerzinwekkend! Als je kinderen of jongvolwassen toch iets waardevols wilt onderwijzen, stel dan in het geval van orgaandonatie óók deze vragen: Ben je bereid je organen af te staan ook als je zeker weet dat je nog leeft, maar wel ‘hersendood’ bent verklaard, omdat je lichaam (lees hersenen) niet meer reageert op bepaalde prikkels? Ben je bereid om je dan zónder narcose open te laten snijden, terwijl de kans groot is dat je alles voelt en je vóór de operatie wellicht nog bij had kunnen komen?’

‘Niemand mag schade worden berokkend, zelfs niet als daar voor anderen iets goeds uit zou komen’. [Edmund D. Pellegrino, hoogleraar Medicijnen en Medische Ethiek]


[1] https://www.nemokennislink.nl/publicaties/orgaantransplantatie-van-afstoting-tot-acceptatie/ en https://mens-en-gezondheid.infonu.nl/diversen/11899-afstoting-van-organen-bij-transplantatie.html
[2] Medicijnen. Afweer-onderdrukkende medicijnen hebben ernstige bijwerkingen, waaronder niervergiftiging, schade aan het hart en bloedvaten en een algehele onderdrukking van het afweersysteem
[3] Studies naar de kwaliteit van leven van donoren voor en na hun donatie laten zien dat donoren de eerste weken na de operatie meer pijn en vermoeidheid rapporteren en minder goed fysiek functioneren dan voor de donatie.
[4] Opstartproblemen na niertransplantatie te wijten aan slecht werkende energiefabriekjes. https://www.lumc.nl/over-het-lumc/nieuws/2018/maart/opstartproblemen-donornier-energiefabriekjes/
[5] https://www.transplantatiestichting.nl/publicaties-en-naslag/cijfers-over-donatie-en-transplantatie/hoe-lang-gaat-een-donororgaan-mee-1#:~:text=In%20de%20eerste%20weken%20na,procent%20van%20de%20getransplanteerde%20levers.
[6] https://www.rug.nl/news/2013/09/0912-umcg-promotie-marion-siebelink

24.0 Zingevingsvragen

Het begrip hersendood roept veel vragen op. Is iemand wel echt dood als ‘alleen’ de hersenen niet meer functioneren? Het medische antwoord hierop is ‘ja’, maar een eenduidig spiritueel, religieus of filosofisch antwoord is op deze vraag niet te geven. Dat hangt helemaal af van hoe jij in het leven staat!
Het gaat er niet om wie gelijk heeft. Dit is geen discussie over wie gelijk heeft of wie er nu gelijk heeft,, maar veel eerder over constatering van zorgelijke feiten; medische misvattingen. Wel is het van belang dat jij voor jezelf een waarheid vaststelt om te begrijpen wat de orgaandonor moet doorstaan.

  • Ter voorbereiding op de uitname-operatie worden de organen schoongespoeld met een vloeistof, alle mogelijk sporen van medicijnen en infecties moeten weg worden genomen.
  • Er worden soms tot vijftig zakken bloed in het lichaam gebracht (bron: Kompanje, NRC 4-4-1998)
  • Er wordt een bloedverdunner toegediend om te voorkomen dat het bloed gaat klonteren.
  • Er wordt een middel toegediend dat er voor moet zorgen dat de bloedvaten verwijd worden, dit ter bevordering van de transplantatieoperatie.
  • De organen die nog niet zijn uitgenomen worden preventief gekoeld. Dat kan door vloeistoffen toe te dienen die voor koeling zorgen, maar ook zijn er artsen die ervoor kiezen om ijs in het geopende lichaam te plaatsen.
  • , etc., etc. Afhankelijk van het aantal uit te nemen organen zal de operatie ongeveer twee tot vijf uur gaan duren.

Kies zelf met gebruikmaking van alle mogelijke informatie die je ter beschikking staat en laat je niet misleiden door goed geoliede marketingcampagnes van de overheid en de medische geschoolde lobbyisten.

Hersendood en doodgaan

Het besef dat we ooit doodgaan leidt namelijk vroeg of laat tot zingevingsvragen: Waarom ben ik hier? Wat is het nut van mijn bestaan? Bij veel mensen komen die pas op latere leeftijd, of na een ingrijpende levensgebeurtenis. Jezelf deze vragen al jong stellen, heeft als grootste voordeel dat er nog veel valt bij te sturen in je bestaande overtuigingen. De kunst zit hem daarbij in het aanvaarden van de onvermijdelijkheid van de dood, en toch – of misschien wel juist – met enthousiasme keuzes durven maken en te leven vanuit je eigen overtuigingen, normen en waarden dat de dood een verlenging is van het bestaande leven op aarde.

Onthoud: je creëert niet alleen je eigen werkelijkheid in dit aardse leven, maar ook in het hemelrijk! Dus waarom niet bewust gaan nadenken over hoe jij het leven wilt gaan voortzetten na je fysieke dood? Het regelmatig ‘oefenen in doodgaan’ vermindert je doodsangst en verbetert je levenskwaliteit. Pas als we echt vrede hebben met de dood, kunnen we ten volle uit leven.

Hans Zevenboom

Literatuurverwijzing:

  1. Boek ‘De tunnel en het licht’, Raymond A. Moody
  2. Boek ‘Eindeloos bewustzijn’, Pim van Lommel
  3. Boek ‘Derde gesprek met God’, Neale D. Walsch
  4. Boek ‘Stemmen van de overzijde’, Rosemary Altea
  5. Boek ‘Bewijzen van reïncarnatie’, Ian Stevenson
  6. Boek ‘Vredig in het licht’, Dannion Brinkley
  7. Boek ‘Over de drempel van de dood’, J.B. Delacour
  8. Boek ‘Op de drempel van de dood’, Stafleu’s wetenschappelijke Uitgeversmaatschapij.
  9. Boek van Mario Beauregard en Denyse O’Leary, ‘Het spirituele brein’
  10. Boek van Dick Swaab, ‘Wij zijn ons brein’
  11. Boek van Pim van Lommel, ‘Eindeloos bewustzijn’
  12. Literatuurverwijzing en links:
  13. https://www.annetwood.nl/lesbrief-over-orgaandonatie
    https://www.wanttoknow.nl/hoofdartikelen/orgaantransplantatie-gebaseerd-op-moord/
  14. http://www.annetwood.nl/brief-aan-de-ministerraad
  15. http://orgaandonorjaofnee.nl/hersendood-is-niet-altijd-dodelijk/

 
Millennium-Visie
Tel. 06 – 20834965
www.millennium-visie.org
info@millennium-visie.org

Joomla Templates by Joomlashack