logo-millennium-visie.jpg

kb

 

Bericht
  • EU e-Privacy Richtlijnen

    Wij maken gebruik van cookies, om onze website te verbeteren, en om het verkeer op de website te analyseren. Door op akkoord te klikken, geef je toestemming voor het plaatsen van alle cookies zoals omschreven in onze privacyverklaring. Ga voor meer informatie naar Privacy pagina.

    Bekijk Privacy Richtlijnen

Orgaantransplantatie zinvol? - November 2022

1.0 Inleiding

‘Orgaantransplantatie zinvol?’

Het onder- of innerlijke, hoger of vrije bewustzijn – jouw ziel - beschikt over onbegrensde vermogens. Het onderbewustzijn controleert alle levensfuncties en processen van je lichaam en kent het antwoord op al je problemen.

'Het wonderbaarlijke vermogen van je onderbewustzijn'  

afb. Orgaandonatie 1Om te beginnen moeten we ervan doordrongen zijn, dat ons onderbewustzijn – de ziel - onafgebroken werkzaam is. Het is dag en nacht actief, onverschillig of je er invloed op uitoefent of niet. Je onderbewustzijn is de vormgever van je lichaam, alleen kun je dat onhoorbare innerlijke proces niet bewust waarnemen. Je werkt met je bewuste geest – het verstand, het cellulair geheugen – en niet met je onderbewustzijn. Begin daarom nu met het leiden van je bewuste geest, met hart en ziel ervan doordrongen te zijn dat je onderbewustzijn voortdurend bezig is met het tot uiting brengen, reproduceren en manifesteren van dingen die je gewoonlijk denkt. Houd daarom jezelf vol overtuiging voor dat de genezende kracht in je onderbewustzijn je in de vorm van harmonie, gezondheid, vrede, blijdschap en overvloed doorstroomt.

Waanzinnige theorieën?’ ‘De onbezielde mens?’ ‘Ik’ bestaat niet?’ ‘Ik’ ben …. een gedragsvorm; meer niet!’ ‘Een robot?’

2.0 De rol van de wetenschap

‘Medische en wetenschappelijke ijdelheid’
'Het hypothetisch gezondheidsmodel'

In het algemeen kan je stellen dat de wetenschappelijke benadering die op materialistische, mechanistische en reductionistische assumpties is gebaseerd door de meeste wetenschappers het hoogst wordt aangeslagen. Daar gaan de meeste geld fondsen naar toe. Daar worden de meest aansprekend resultaten behaald en daar zouden de knapste koppen werken. Hoe sterker een visie van dit materialistisch paradigma afwijkt, hoe lager de plaats van deze visie in de hiërarchie en hoe minder geld en aanzien ze krijgen.

'Medische verklaring voor ‘hersendood. Hersendood is een theoretisch concept; geen diagnose maar een prognose’

afb. hersendood 1In de transplantatiegeneeskunde wordt uitgegaan van het hersendoodcriterium van de orgaandonor! Als je hersendood bent verklaard, dan ben je echt dood. ‘Het is dood omdat wij vinden dat het dood is’, zo zei Erwin Kompagne, medisch ethicus aan het Erasmus MC het ooit. Volgens huidig wetenschappelijke inzicht zou onherstelbaar verlies van hersenfunctie alléén kunnen ontstaan bij een afname van de bloedtoevoer in de hersenen tot minder dan 20% dan normaal. Zuurstoftekort in de hersenen, veroorzaakt door een verminderde bloedcirculatie, beschadigt de functie van de hypothalamus. Dat leidt tot een verminderde productie van TSH en van andere essentiële hormonen. Het hormoon ACTH behoort hier ook toe. Een verminderde ACTH-productie veroorzaakt een zogenaamde “secundaire” bijnier insufficiëntie. Dit leidt tot een hypoglykemie (te lage suikerwaarden in het bloed), tot een toegenomen verlies van natrium, tot hypotensie (lage bloeddruk) en tot verhoogde bloedwaarden van kalium – wat uiteindelijk tot een hartstilstand kan leiden. Men veronderstelt (!) dat deze uitval van bloedtoevoer het gevolg is van het feit dat bloedvaten in de hersenen worden dichtgedrukt door een sterk verhoogde druk in de schedel. Meestal is die verhoogde druk het gevolg van oedeem in de hersenen: een toename van hersenvolume (zwelling) door trauma, zuurstoftekort [3], beroerte, bloeding, of ontsteking.

“We hebben onze wetenschappen op een voetstuk
geplaatst en daarmee onze eigen vermogens om de
werkelijkheid te beoordelen, ontkracht.” [Ashayana Deane]

afb. Orgaandonatie 21Feitelijk kunnen alle kenmerken van de klinische diagnose van zogeheten ‘hersendood’ worden veroorzaakt door slechts een beperkte afname van de bloedtoevoer naar de hersenen tot ongeveer 20 – 50% van wat normaal is. Op zich is dat echter niet voldoende om onherstelbare schade aan de hersenen, ofwel ‘hersendood’, te veroorzaken! Ondanks deze morbide, wetenschappelijke gedachte wordt zonder enige (medische) schroom een levend orgaan uit een orgaandonor/ -lichaam verwijderd en nadien ‘overgeheveld’ naar een ontvanger. De vraag is alleen, of een te transplanteren orgaan slecht of goed kan ‘functioneren in haar nieuwe omgeving’?

‘Hersendood is voor de medische wereld min of meer kunstmatig begrip geworden wat tot doel heeft om orgaandonatie te ‘legaliseren’’.

3.0 Welke organen?

Volgens de Tora is er maar één vorm van dood en dat is de biologische dood. Als je hart permanent gestopt is dan kan je pas doodverklaard worden.

Een transplantatie kan plaatsvinden met organen van een overleden (post-mortale) donor, of met een orgaan van een levende donor (voor nier of lever bijvoorbeeld). Organen die in Nederland worden getransplanteerd zijn de nier, de alvleesklier, de lever, het hart, longen en de dunne darm. Weefsels die getransplanteerd worden zijn het hoornvlies (cornea), hart- en vaatkleppen, bot- en peesweefsels en huid. 

Afbeelding

Afb. orgaantransplantatie 1

Transplantaties worden uitgevoerd in transplantatiecentra [1]. Die centra bevinden zich in academische ziekenhuizen verspreid over het land. Een patiënt die in aanmerking wil komen voor een orgaantransplantatie, wordt door zijn of haar behandelend arts doorverwezen naar een ziekenhuis waar de eventuele transplantatie plaatsvindt. De arts van dat transplantatieziekenhuis bepaalt of iemand in aanmerking komt voor een transplantatie. 


[1] https://www.umcg.nl/-/afdeling/transplantatiecentrum

4.0 Wat zegt de wet?

In de Wet op de Orgaandonatie is vastgelegd hoe het orgaancentrum van de NTS [1] een ontvanger mag aanwijzen voor een donororgaan of -weefsel. De selectie mag alleen plaatsvinden op basis van vastgestelde medische criteria, namelijk:

  • Overeenkomst in bloedgroep tussen de donor en de ontvanger.
  • Overeenkomst in weefselkenmerken van de donor en de ontvanger.
  • Lengte en gewicht van de donor en de ontvanger. Dit geldt bij transplantatie van een hart, longen en lever.
  • Medische urgentie.
  • Als er twee 'gelijkwaardige' patiënten op de wachtlijst staan, dan gaat het donororgaan naar de patiënt die het langst op de wachtlijst staat.

Ook praktische aspecten zoals afstand, beschikbare tijd en mogelijkheden voor transplantatie kunnen een rol spelen bij de toewijzing van een orgaan. Dit komt omdat vitale organen buiten het lichaam beperkt houdbaar zijn.

Grondwet artikel 11:

De Nederlandse verplichting tot Actieve Donor Registratie (ADR) gaat tegen de Grondwettelijke rechten van de Nederlander in waarin wordt gesproken over het "recht op onaantastbaarheid van zijn lichaam" (Grondwet 11). M.a.w. ieder heeft, behoudens bij of krachtens de wet te stellen beperkingen, recht op onaantastbaarheid van zijn lichaam.

Artikel 289 Wetboek van Strafrecht

"Hij die opzettelijk en met voorbedachten rade een ander van het leven berooft, wordt, als schuldig aan moord, gestraft met levenslange gevangenisstraf of tijdelijke van ten hoogste dertig jaren of geldboete van de vijfde categorie."


[1] https://www.transplantatiestichting.nl/

5.0 Bloedgroep

Om te voorkomen dat het donorbloed in het lichaam van de ontvanger afbreekt, een zogenoemde transfusiereactie, krijgen patiënten bijna altijd bloed van donoren met dezelfde bloedgroep. Er zijn echter ook transplantaties verricht waarbij de bloedgroep van de donor verschillen van die van de ontvanger!

En, wat zijn hiervan de gevaren?

5.1 Bloedtransfusie én cel-herinneringstheorie

‘We zijn onze cellen’

afb. Orgaandonatie 2De cel-herinneringstheorie van Paul Pearsall [Amerikaanse psycho neuro-immunoloog] gaat ervan uit dat cellen een geheugen hebben. Informatie zoals smaak, herinneringen en persoonlijkheid wordt volgens deze theorie opgeslagen in al onze cellen! Al onze cellen gezamenlijk vertegenwoordigen ons geheugen, onze breinmassa (niet alleen onze hersenen). Deze totale breinmassa – ons totaal (cel- of cellulair)geheugen stelt onze geest voor! Dr. Candice Perth, professor aan de Georgetown Universiteit zegt dat niet alleen de hersenen het brein zijn, maar dat het brein het hele lichaam beslaat. Dr. Candice Perth heeft vastgesteld dat het denken, het verstand (mind) niet is beperkt tot ons hoofd maar dat mind een constante flow van informatie is tussen cellen, organen en systemen in het hele lichaam.
In het hart zijn zenuwcellen gevonden die informatie opslaan, bewerken en vertalen naar activiteiten net zoals de hersenen dat doen. Het verschil tussen denken en lichaam valt hiermee weg. Het lichaam is het verstand (mind) en verstand/denken is het lichaam. Dr. Candice Perth vat dit samen in: ‘Your body is your subconscious mind’ (je lichaam is je onderbewuste denken).

Een groep zeer kleine eiwitten, neuropeptiden, zijn de boodschappers die onze emoties overbrengen. Neuropeptiden worden in het gehele lichaam aangetroffen, vooral in het zenuwstelsel, bereiken alle cellen en functioneren als één lichaam omvattend netwerk. Emoties beïnvloeden het hele lichaam-verstand systeem (body-mind). Alle delen van het lichaam-verstand staan in verbinding met elkaar en communiceren met elkaar.
Peptides zijn chemische reacties waardoor de hersenen en het lichaam met elkaar communiceren. Deze peptides zijn niet alleen in het brein maar ook in de buik, spieren en in al onze organen te vinden! Het geheugen bevindt zich dus overal in het lichaam waar een peptidenetwerk aanwezig is!

Pearsall zegt dat onze organen bezield zijn, dragers van onze herinneringen en dat ze na transplantatie ‘oude’ herinneringen nog blijven uitzenden!

afb. Orgaandonatie 3We zouden aan de hand van deze theorie kunnen stellen dat we niet alleen ons hart zijn, maar ons bloed de blauwdruk is van |Wie-we-zijn|. Het is daarom raadzaam om niet zomaar een bloedtransfusies te ondergaan. Op internet zijn verschillende verhalen te vinden van mensen die ná een bloedtransfusie een andere persoonlijkheid kregen. De omgeving had hier in sommige gevallen erg veel moeite mee. Stel je voor dat jouw partner van de één op andere dag hele andere interesses heeft, verschillend reageert op situaties en een compleet andere mening heeft. Zou dat niet erg verwarrend zijn? Het is daarom goed om te bedenken of je wel een bloedtransfusie of een orgaandonatie wil ondergaan. Want niet alleen heeft ons hart een geheugen. Al onze cellen – dus alle organen - hebben een (eigen, bijzonder) geheugen en dat geldt niet alleen voor jouw bloed, maar ook iemand anders z’n bloed.

‘De onderlinge verbondenheid’

Ons lichaam is opgebouwd uit circa 30.000 miljard cellen die gezamenlijk een trillingsfrequentie of -getal (eenafb. Orgaandonatie 24 samengesteld energieniveau) formeren. Een gezonde lever (2 miljoen rode bloedcellen per seconde wordt afgebroken in de lever) of nier zal bijvoorbeeld een hoger trillingsfrequentie vertonen dan een ongezonde lever of nier. Ook de ‘geest’ – een conglomeraat van je gedachten, herinneringen, emoties, stemmingen, e.d. - bouwt in de loop der jaren haar eigen trillingsfrequentie of -getal op. Maar al deze samengestelde frequenties zijn op een ongelofelijke sterke manier verbonden met de ziel. ‘Het één kan niet zonder de ander bestaan’. Besef en realiseer je, dat je tijdens dit leven (iedere geïncarneerd leven) een goddelijke drie-eenheid, bestaand uit een ziel, een geest en een lichaam, bent én vormt! De onderlinge verbondenheid zal in de loop der jaren hechter en hechter worden. Dus je kunt niet zomaar ‘iets’ van elkaar scheiden, want deze energetische verbondenheid – alle energiestelsels staan middels trillingen in contact met elkaar - wordt hierdoor aangetast. Je komt als eenheid, je leeft als eenheid en je gaat als eenheid’.

Onze ziel en emoties reageren op prikkels van organen. Ons lichaam draagt dus ervaringen met zich mee en heeft zo zijn eigen geheugen.

6.0 Risico’s van een transplantatie

Een transplantatie brengt natuurlijk ook wat risico’s met zich mee. Het risico verschilt van orgaan tot orgaan. 

  • Transplantatiepatiënten moeten levenslang medicatie tegen afstoting nemen, waardoor de kans op infecties verhoogt. ‘Therapietrouw’ is hierbij heel belangrijk. 
  • Er is een verhoogde kans op huidkanker en een speciale soort lymfekanker. afb. Orgaandonatie 5
  • De medicatie tegen de afstoting heeft nevenwerkingen, afhankelijk van de soort medicatie. Beven kan voorkomen, een dunnere huid, bloedingen, diabetes, verhoogde bloeddruk, verhoogd vetmetabolisme …
  • Er kunnen complicaties optreden bij de operatie zoals een onmiddellijke bloeding of een lekkage van de gal. 
  • De patiënt moet na de transplantatie gezond leven om bepaalde nevenwerkingen tegen te gaan. Hij moet een streng dieet volgen, stoppen met roken, in beweging blijven …
  • Voor bepaalde organen is er kans op een acute afstoting of een langdurige afstoting. Een aantal organen gaat maar beperkt mee in tijd.
  • En niet te vergeten: gedragsveranderingen. [Vakblad Integrale Gezondheidszorg]

Levenslange medische opvolging, correcte medicatie-inname, een evenwichtige voeding, eventueel een aangepast dieet, definitief alcohol- en rookverbod en een goede lichaamshygiëne zijn dus onontbeerlijk om de risico's op complicaties te minimaliseren.

7.0 Orgaantransplantatie: van afstoting tot acceptatie

Het geïmplanteerde donororgaan of -weefsel wordt per definitie als lichaamsvreemd ervaren

afb. Orgaandonatie 6Elk menselijk lichaam heeft een natuurlijk mechanisme (het afweersysteem), dat in staat is om vreemde lichaamscellen van eigen lichaamscellen te onderscheiden. Wanneer vreemde lichaamscellen worden opgemerkt, wordt het afweersysteem in werking gesteld. Getransplanteerde organen worden door dit systeem dus als vreemd beschouwd en door het mechanisme van het afweersysteem in werking te stellen, worden ze afgestoten. Gebruikt de getransplanteerde patiënt géén medicijnen tegen afstoting, dan zal zijn afweermechanisme het donororgaan of -weefsel afstoten.

Ieder mens heeft andere weefselkenmerken, oftewel transplantatie-antigenen. In de medische wetenschap wordt dit het HLA-systeem genoemd (Human Leucocyte Antigens). Dit systeem is verantwoordelijk voor de afstotingsverschijnselen en is erfelijk (?) bepaald. Hoe slechter de HLA-overeenkomst tussen donor en ontvanger, hoe sterker de afstotingsverschijnselen na een transplantatie kunnen zijn!

7.1 Verschillende vormen van afstoting

Een afstoting die vlak ná de operatie begint heet hyperacuut. Dit komt door de snelle herkenning en afbraak van vreemde eiwitten door het afweersysteem. Vanaf een aantal dagen ná de operatie kan acute afstoting optreden. T-cellen reageren dan op het transplantaat (activatie), vermeerderen zich dan en brengen de T-cel profilatie (een afweerreactie) op gang. De derde vorm van afstoting is chronische afstoting. Deze vorm is onvoorspelbaar, maar is goed te beheersen. Door goede matching wordt de kans op hyperacute én acute afstoting vrijwel nihil, maar er blijft een kans bestaan dat ……... alsnog het orgaan wordt afgestoten. Dit hoeft niet altijd aan de verschillen tussen het HLA-systeem van de donor en de ontvanger te liggen. Ook genetische factoren (?) die buiten het HLA-systeem vallen, hebben invloed.

afb. Orgaandonatie 7Het afstoten is een erg ingewikkeld proces in het lichaam. Langzaam maar zeker komen specialisten er achter hoe de afstoting precies werkt.
Een getransplanteerde hoeft niet direct te merken dat afstoting plaats vindt. Meestal gaat de patiënt zich na een tijdje zwakker en slapper voelen. Dit komt doordat het orgaan dat door afstoting wordt aangetast minder goed gaat functioneren. Afstoting is eigenlijk te vergelijken met een ontstekingsreactie: veel symptomen zijn hetzelfde. Zo zijn voorbeelden van signalen van afstoting: koorts, vochtophopingen, het geel worden van het gezicht en van de ogen en sneller moe zijn.

Er is maar één manier om met zekerheid vast te stellen dat er afstoting heeft plaatsgevonden, namelijk door een weefselbiopsie uit te voeren. Met een speciale tang wordt door middel van een katheter een stukje weefsel uit het donororgaan gehaald. Dit stukje weefsel wordt dan onderzocht op afstotingscellen. Omdat een weefselbiopsie voor de patiënt heel vervelend en pijnlijk is, worden op dit moment patiëntvriendelijker methoden gebruikt. Deze methoden geven niet honderd procent zekerheid, maar geven wel een goed indicatie. Deze methoden zijn onder andere: het tellen van de T-lymfocyten (bloedonderzoek), echografie, temperatuur opmeten en het ondervragen van de patiënt.

7.2 Lichamelijke complicaties

Een opmerkelijk, vervelende bijkomstigheid van een orgaantransplantatie is, dat de patiënt medicatie krijgt toegediend die de immuniteit moet onderdrukken. De kans is (zeer) groot dat het lichaam het nieuwe orgaan als ‘vreemd’ herkent en het wil afstoten. Dit kan leiden tot emotionele trauma’s voor ‘beide’ partijen hoewel de ene partij toch ‘hersendood’ is verklaard, kan dat volgens de wetenschap geen enkel invloed hebben op geestelijke gestel van de donor. ‘Voelen is fysiologisch gezien uitgesloten’, volgens Michael Kuiper, neuroloog-intensivist in het MC Leeuwarden.

afb. Orgaandonatie 8Een ander kenmerkend en opvallend feit is, dat de ontvanger van jouw donororgaan plotseling lichamelijke complicaties (nabloeding, trombose, blaasontsteking, wondbreuk, longembolie, vermoeidheid, somberheid, pijn, ontsteking in de galwegen, etc.) vertoont of krijgt nádat de transplantatieoperatie van bijvoorbeeld een nier, hart of lever is geschied. Na het ondergaan van bijvoorbeeld een traumatische gebeurtenis tijdens leven (bijvoorbeeld een ernstig auto-ongeluk), en de werkwijze van het doneren van een orgaan, kan boosheid, vijandigheid en mogelijk zelfs post-traumatische stress-stoornis worden ervaren met als uiteindelijk gevolg dat het ontvangen orgaan binnen niet al te lange tijd alsnog wordt afgestoten. Met andere woorden ‘op één of andere manier klopt er iets niet’. Er is géén synchroniciteit waar te nemen. Vrij vertaald: er is géén gelijk op elkaar afgestemde trillingsfrequenties waar te nemen. Dit kan ook weer leiden tot emotionele klachten met alle gevolgen van dien voor de ontvanger van jouw donororgaan.

Helaas, op langere termijn gaat het verlies van getransplanteerde organen – hoe dan ook - gewoon door. Het onderliggende mechanisme is minder duidelijk en lijkt volgens de medische wetenschap een samenspel te zijn van verschillende factoren. Niet alleen T-cellen en B-cellen zijn hierbij betrokken, maar ook andere ontstekingsprocessen en het verlies van functionerend weefsel door bindweefselvorming (fibrose). Een niet te onderschatten factor zijn de psychische aspecten om levenslang afweer-onderdrukkende medicatie te moeten nemen. Het niet of onregelmatig innemen van de medicatie op langere termijn is – volgens de medische wetenschap - één van de belangrijkste oorzaken van de late afstoting.

afb. Orgaandonatie 26Vraag: Komt het afstoten van het getransplanteerde orgaan nu – zoals de medische wetenschap beweert (Hoe slechter de HLA-overeenkomst tussen donor en ontvanger, hoe sterker de afstotingsverschijnselen na een transplantatie kunnen zijn) – doordat ieder mens andere weefselkenmerken heeft; zijn er genetische factoren die partte spelen of speelt er heel iets anders in het afstotingsproces plaats waar de wetenschap géén weet van heeft. Denk bijvoorbeeld aan het bewustzijns- of energieniveau van een (donor)orgaan; aan de verschillen in energieniveaus of trillingsfrequenties van een orgaan die een donor en ontvanger kunnen uitstralen; van het verwijderde orgaan en de nog te transplanteren orgaan! Ieder cel heeft een eigen bewustzijn en bewustzijn is energie, dus een (ieder) cel bestaat uit trillingen.
Is de wetenschap zich daarvan bewust? Ik denk van niet!

7.3 Verschillen in energiefrequenties van de lichamen

De vroege of late afstoting

Maar volgens mijn inziens heeft het afstoten van een getransplanteerd orgaan veel meer te maken met grote intrinsieke verschillen in energiefrequenties van totaal twee verschillende lichaamsenergieën van ‘Jan en Truus’ en/ of de verschillen in frequenties van het specifieke te transplanteren orgaan. ‘Jan, de gespierde atleet en Truus de ijverige, zorgzame huisvrouw’. Ook de trillingsfrequentie van het orgaan van de donor kan bijvoorbeeld enorm verschillen ten opzichte van het nog te herplaatsen orgaan in het fysieke lichaam (met een lager of hoger lichaamsfrequentie) van de ‘ontvanger’. Zelfs tijdens de uitneem-operatie en het prepareren van het donororgaan (donorkeuring, spoelen en koelen van ’t orgaan, transport, e.d.) kan leiden tot stress van het orgaan zelf, met als gevolg dat de trillingsfrequentie van het orgaan drastisch afneemt!

‘Het donororgaan van ‘Jan’ voelt zich niet meer thuis in haar nieuwe ‘Truus’ -woonsituatie’.

afb. Orgaandonatie 9Ook aan de kant van de ontvanger kunnen zich ongekende stressgevoelige situaties voordoen. Het te verwijderen, zieke orgaan van de ontvanger (Bijv. een nier) heeft ongetwijfeld in haar direct omgeving (bloedvaten, urineleider, tot wervelkolom) op zich al een lage tot zeer lage trillingsfrequentie opgebouwd in de loop der jaren. Met als direct gevolg dat ook de ‘omgevingsfrequentie van de nier’ en de ‘graad van orgaanacceptatie’ sterk op de proef wordt gesteld. Dus naarmate de trillingsfrequentie van donor en ontvanger verder uit elkaar liggen, bestaat er een grotere kans dat het nieuw te transplanteren orgaan in het ‘nieuwe’ lichaam niet wordt geaccepteerd en dus wordt afgestoten. Bij een kleiner frequentieverschil is die kans veel kleiner, maar de kans blijft bestaat dat het niet goed afloopt. Maar de ‘overall’ frequentieverschillen (de frequenties van het aura-veld of elektromagnetisch energieveld; je persoonlijk trillingsgetal) tussen ‘de geselecteerde personen’ en de te transplanteren orgaan/ organen kunnen ook zo groot zijn, dat er direct al ná de orgaantransplantatie allerlei kritieke medische situaties zich voordoen: een tweede spoedoperatie tot een tussentijdse nierdialyse is dan nodig. Dit proces van ‘afstoting’ kan weken, maanden zelfs jaren duren, voordat het ‘onverwachtse’ toch uiteindelijk gebeurt.

Op korte termijn is de overleving van de getransplanteerde organen bijzonder goed; voor alle organen geldt dat na 1 jaar meer dan 90 procent nog functioneert. Echter, op langere termijn (5-10 jaar) vindt er nog altijd ‘afstoting’ plaats! Het lange of korte termijn wordt mijn inziens sterk bepaald door de wijze waarop de ‘ontvanger’ omgaat met zijn nieuwe situatie; met het getransplanteerde orgaan en al haar ‘energetische gebreken’ die zich in de loop der jaren zeker zullen gaan aandienen in de vorm van al haar opgeslagen onverwerkte emoties (= trillingen) in de cellen van het orgaan.

8.0 Na de transplantatie

Ná transplantatie moet de patiënt nog regelmatig op controle komen in het transplantatieziekenhuis. De arts onderzoekt de patiënt om te zien of de transplantatie geslaagd is. Een deel van de onderzoeksgegevens, de zogenaamde follow-up gegevens, geeft de arts door aan de NTS [Nederlandse Transplantatie Stichting]. De NTS inventariseert en evalueert de gegevens van alle patiënten die een transplantatie hebben ondergaan. Deze informatie wordt gebruikt om de langetermijnresultaten van orgaantransplantaties te verbeteren.

9.0 Ben je een ander mens bijvoorbeeld na een harttransplantatie?

Het hart heeft een eigen brein

afb. Orgaandonatie 10Laten we het hart als voorbeeld nemen. Het hart heeft namelijk de meest bijzondere kenmerken en eigenschappen. Zo heeft het hart een eigen zenuwstelsel en kan gezien worden als een gespecialiseerd brein dat specifieke informatie verwerkt. Het hart heeft een open verbinding met de hersenen, wat inhoudt dat er géén aan- en uitschakelaar tussen zit. Het bevat zogenaamde “pacemaker”-cellen die alle contracties synchroniseren en elektrische impulsen afgeven aan de omgevende spiercellen. M.a.w. het hart produceert zijn eigen neurotransmitters en het hart heeft zijn eigen geheugen. Het hart is autogeen!

Wetenschappers van het Californische ‘Heart Math Institute’ hebben het hart en de energieën die het voortbrengt, onderzocht. Zij kwamen tot de ongelooflijke ontdekking dat het elektromagnetische energieveld van het hart wel 5000 x meer energie uitzendt als die bij het denken – de hersenen - ontstaat. En, dat het regelmatige samentrekken van de spiercellen van het hart een elektrisch veld genereert ; elke hartslag produceert namelijk zo’n twee en een half Watt. En opmerkelijk is, dat het elektrische veld van het hart 40 tot 60 keer sterker is dan dat van de hersenen!

9.1 Transplantatie en persoonlijkheidsverandering

‘Organen hebben een eigen plaats in het geheugen’

afb. Orgaandonatie 27Een harttransplantatie blijkt veel meer in te houden dan het alleen maar vervangen van een onderdeel. Uit het bovenstaande blijkt dat het hart veel meer is dan slechts een (hart)pomp, maar moet veel meer gezien worden als een onafhankelijk centrum van energie, informatie en herinnering; een orgaan met een ‘groots’ geheugen!

De centrale vraag die bij een harttransplantatie veel wordt gesteld is:

Kun je daadwerkelijk een persoonlijkheid transplanteren? Kan er sprake zijn van een ‘psychologische transplantatie’? Een transplantatie van cel-geheugen?

9.1.1 Transfiguratie (gedaanteverandering) ?

In het boek ‘Het geheugen van het hart’ van de Amerikaanse psycho neuro-immunoloog Paul Pearsall [1] zijn 73 verhalen te lezen waarbij de betrokkene (de ontvanger van het gedoneerde hart) gedeeltelijk het karakter van de donor heeft overgenomen. Uit de verhalen blijkt dat veel mensen na een harttransplantatie met een andere persoonlijkheid werden geconfronteerd. Zo zijn er tal van voorbeeld waarbij ontvangers na de transplantatie andere eetgewoonten of voorkeuren krijgen en niet zelden een identiteitscrisis doormaken. Ineens hebben ze andere interesses, andere hobby’s en bepaalde karaktertrekken zijn gedeeltelijk of geheel veranderd. Ze voelen zich niet meer zichzelf!

‘Je hart heeft cellen die herinneringen opslaan in je lichaam. Het slaat herinneringen maar ook gewoontes in jouw leven op’

Een opmerkelijk voorbeeld I betreft een driejarig Arabisch meisje dat het hart krijgt van een achtjarig joods jongetje. Na de operatie vraagt ze als eerste om een joods snoepje, waarvan zij de naam niet kan kennen. En, er is het indrukwekkende voorbeeld van een meisje dat op achtjarige leeftijd het hart krijgt van een tienjarig meisje dat werd vermoord. Zij krijgt nachtmerries over de moordenaar en op grond van haar aanwijzingen kan deze gepakt en veroordeeld worden.

afb. Orgaandonatie 11Voorbeeld II. Glenda verloor haar man David bij een auto-ongeluk. Ze werd gevraagd of ze de organen van haar man wilde afstaan. Glenda wist meteen dat ze de organen van David wilde afstaan zodat iemand anders gered kon worden. Na een paar jaar werd aan Glenda gevraagd of ze mee wilde doen aan een onderzoek van Pearsall over harttransplantaties. Hiervoor ontmoette ze de Spaanssprekende man die het hart van David droeg. Ze was diep ontroerd tijdens de ontmoeting en ze vroeg aan hem of ze haar hand op zijn hart mocht leggen. “Ik hou van je David, alles is copacetic”, zei ze. Waarop de moeder van de man zei: “Dit woord zegt hij heel vaak, sinds hij zijn nieuwe hart heeft. Het is bizar want het is helemaal geen bestaand Spaans woord.”
Er waren meer dingen veranderd in het leven van de man. Vroeger was hij vegetariër maar nu hield hij enorm van vlees en vet eten. Ook zijn muzieksmaak was veranderd; in plaats van heavy metal luisterde hij nu alleen nog naar rock-and-roll uit de jaren 50. Glenda vertelde dat David inderdaad een vleesliefhebber was en dat hij fan was van rock-and-roll muziek.

Voorbeeld III Claire Sylvia beschrijft in haar boek ‘A Change of Heart’ – ze heeft zelf een hart-longtransplantatie ondergaan – de onverklaarbare veranderingen die na haar operatie bij haarzelf waren opgetreden: een nooit eerder gevoelde levenslust en kracht, een veranderde smaak, een verlangen naar bier, kipnuggets en groene pepers, motorfietsen en jongere mannen.
In haar boek beschrijft ze uitvoerig haar proces van een persoonlijkheidsverandering. ‘In een droom ontmoet zij een jongeman die Tim heet en ze is er al spoedig van overtuigd dat hij de donor is, en dat zijn geest met ‘onafgemaakte’ zaken worstelt. Twee jaar later weet zij de familie te achterhalen van degene die haar een hart heeft nagelaten (het is regel dat artsen na een transplantatie niet meer dan de leeftijd en het geslacht van de donor meedelen aan de ontvanger). Het ging inderdaad om een 18-jarige jongeman die inderdaad Tim heette en Claires nieuwe smaak en karakter lijken met de zijne overeen te komen. Tims familie ziet de overeenkomsten ook’.

‘Wanneer jij als kind getuige bent van huiselijk geweld, worden deze beelden en geluiden opgeslagen in jouw cel-geheugen’

Sylvia’s verhaal zou wetenschappers aan het denken moeten zetten. Maar ...... er kwamen steeds meer sterke verhalen voor het voetlicht. Zo kon een man dankzij zijn nieuwe hart ineens geweldig schaken (het hart kwam van een schaker) en een born again Christian ontwaakte al vloekend en tierend uit de narcose (want zijn donor was een zware jongen geweest).

Pearsall [1] zegt op basis van zijn onderzoeken, dat onze organen bezield zijn, dragers zijn van onze herinneringen, en dat ze na transplantatie ‘oude’ herinneringen blijven uitzenden!


[1] https://www.trouw.nl/nieuws/het-geheugen-van-het-hart~be0498db/

10.0  New-Age gedachte, stemmingmakerij tegen transplantaties?

Wat te denken van zulke verhalen als persoonlijkheidsveranderingen?

Nederlandse artsen zeggen dat het een cultureel verschijnsel betreft. Volgens professor dr. Arend Jan Dunning (1930-2009), in de Volkskrant van 24 november, komen Nederlandse harttransplantatiepatiënten (er zijn er al zo’n 350) nooit met dergelijke dingen aan. De meeste verhalen zijn van ‘horen zeggen’, niet betrouwbaarder dan ieder ander broodje-aapverhaal. In ieder geval is het erg ongeloofwaardig dat iemand leert schaken van zijn donorhart.

afb. Orgaandonatie 12Factoren die een persoonlijkheidsverandering kunnen versterken zijn de bijwerkingen van de medicatie tegen afstoting na de operatie: hallucinaties, manische stoornissen en euforie, angst, depressie, spookachtige verschijningen, vreemde dromen en een labiele gemoedstoestand komen vaker voor vlak na de operatie, als de dosering het hoogst is. Het is dus eigenlijk niet waarschijnlijk dat geen enkele Nederlandse patiënt iets aan zijn of haar persoonlijkheid merkt, zoals Dunning suggereert. Maar zelf heb ik sterk de indruk dat het eerder zo is, dat Nederlandse artsen domweg niets vragen én dat patiënten niet over verwarrende gevoelens willen beginnen of durven te vertellen. Maar ook al bewijst een Oostenrijkse onderzoek (onder leiding van Brigitta Bunzel, begin ’90 jaren) dat bij een deel van hen de identiteit van voor de operatie wel degelijk ‘geschokt’ kan zijn, bijna niemand gelooft in een werkelijke overdracht van persoonlijkheid zoals Claire Sylvia wel doet, aldus Skepter 12.1 (1999)

11.0 Slot: bewustzijn en cellulair geheugen

Wat is bewustzijn?

Afb. Hersendood 2Het fenomeen bewustzijn wordt dikwijls als één van de grootste onopgeloste problemen van de filosofie en (neuro)wetenschap gezien. Moderne wetenschappers weten zich er meestal geen raad mee. De algemeen (over)heersende opvatting is, dat bewustzijn een biochemisch bijproduct van de hersenen [Richard Dawkins en Stephen Jay Gould] is en dat bewustzijn zich op bepaalde plaatsen in de fysieke hersenen (met name in de hersenstam) bevindt! Het gevolg van deze visie is, dat ontelbare mensen onwetend-zijn over onderwerpen die betrekking hebben op bijna-doodervaring, hersendood, euthanasie, het stervensproces, reanimatie, orgaandonatie, een leven na de dood en reïncarnatie ….. en dus onbekend zijn met de ware betekenis van het levensproces. Het waarom van dit ‘alles’.

Onder ‘bewustzijn’ verstaat men de mogelijkheid om over gedachten, emoties, waarnemingen of herinneringen te beschikken en zich van hen ‘gewaar’ te zijn; ze waar te nemen, zich ervan ‘bewust’ te zijn van je eigen psychische processen. Weten van wat er in je omgaat, weten van wat je ziet, hoort of voelt en daarover kunnen vertellen. ‘Het weten en kennen van het bestaan van iets of van zichzelf’.

Bewustzijn kan gezien worden als potentiële energie én potentiële materie.
Wanneer bewustzijn in beweging komt, ontstaat er energie. Wanneer energie zich samenbalt ontstaat er materie. Bewustzijn in beweging – in trilling, in vibratie – is dus ENERGIE! Alles is dus in feite energie! Alles is in wezen dus bewustzijn! Bewustzijn is de essentie van al wat bestaat!

Het trillingsfrequentie-getal of niveau

Volgens Pearsall en de wetenschappers van het Californische ‘Heart Math Institute’ heeft het hart of beter gezegd ieder cel [1], ieder orgaan een eigen geheugen, een eigen bewustzijn(s)niveau, dus een eigen trillingsfrequentie-niveau die afhankelijk is van het spirituele ontwikkelingsniveau van de donor en/ of de ontvanger. Alle organen en stelsels vormen gezamenlijk – uiteindelijk - jouw totale, persoonlijke trilling, dat leesbaar, zichtbaar en voelbaar is in jouw aura(-veld) of elektromagnetisch energieveld! ‘Je bent wat je uitstraalt’!


[1] Ons lichaam telt meer dan 30.000 miljard cellen

11.1 Het geheugen van onze organen

Afb. Boek A Change of Heart Claire SylviaIn de Traditionele Chinese Geneeswijzen [1] heeft ieder orgaan een corresponderende emotie. De Traditionele Chinese Geneeskunde gaat uit van basis-emoties, die allen gerelateerd zijn aan een bepaald orgaan. Deze emoties zijn: boosheid, vreugde, zorgelijkheid, verdriet, angst en schrik (of shock). Als er een disbalans is in een orgaan, bijvoorbeeld de lever die overbelast is door teveel toxines, kan de persoon in kwestie last hebben van geïrriteerdheid of woede. Op dezelfde wijze kan langdurige, onopgeloste boosheid leiden tot een disbalans in de leverfunctie. Dit kan een zichzelf in stand houdende energietoestand of bewustzijnsniveau worden. Een bewustzijnstoestand van het donororgaan die aan de ontvanger van het orgaan – in dit geval de lever – wordt overgedragen!! Als organen dus getransplanteerd worden, nemen ze de bij hen behorende herinneringen, gedachten en emoties met zich mee. Vandaar dat organen, ‘overgeplant’ in een ander lichaam, ook in dat nieuwe lichaam ‘oude’ informatie (= bewustzijn) of energie blijft uitzenden met uiteindelijk als gevolg mogelijk ‘gedragsverandering’.


[1] De leverfuncties = woede, boosheid; De hartfuncties = vreugde; De miltfuncties = zorgelijkheid en piekeren; De longfuncties= ongerustheid, melancholie, verdriet en rouw; De nierfuncties = angst en paniek; De maagfuncties = piekeren en zorgen

11.2 Wat is cellulair geheugen?

Alles is bezield; mensen, planten en dieren!

afb. Orgaandonatie 13Volgens de kinesiologie wordt informatie die via de zintuigen wordt opgenomen niet alleen in onze hersenen opgeslagen, maar ook in het lichaam. Dit noemen we het cel-of cellulair geheugen van het lichaam.
Cellulair geheugen wordt ook wel body memory genoemd. Met cellulair geheugen bedoelen we dat onze herinneringen (herinneringsneuronen bevinden zich in drie hersengebieden: de hippocampus, de prefrontale cortex en de amygdala) niet alleen in de breinmassa, maar óók worden opgeslagen in de cellen van ons fysiek lichaam. Dus, dat er buiten ons brein nóg een plek – lees orgaan of stelsel - zou zijn waar we herinneringen kunnen bewaren, is voor de meeste (neuro-)wetenschappers een theorie die niet perse onomstreden is. Toch betekent dat niet dat het niet bestaat of niet kan. Dit geheugen blijkt niet enkel te bestaan, maar blijkt ook sterker te zijn dan het gewone geheugen aangezien het herinneringen kan opslaan die we ons zelfs niet bewust voor de geest kunnen halen.

In 2004 was al bekend dat het brein geheugen achter de hand houdt in cellulaire zakjes [NRC, 24 september 2004].

‘The body remenbers, what the mind forgets’ [Martha Manning]

Candace Pert beschrijft in haar boek ‘Molecules of Emotion’ in haar voor een Nobelprijs genomineerd onderzoek dat uitlegt hoe emoties ons lichaam beïnvloeden op celniveau. Als trauma’s en negatieve emoties niet verwerkt worden, worden ze fysiek opgeslagen als cel geheugen (een biochemische stof die de cel blokkeert), en voorkomen hierdoor dat deze cellen deel uitmaken van een constante (chemische) communicatie die plaatsvindt in het lichaam. De ‘herinneringen’ sluiten deze cellen niet alleen af, maar kunnen leiden tot emotionele en fysieke aandoeningen jaren nadat de gebeurtenis heeft plaatsgevonden.
Dr. Candice Perth heeft vastgesteld dat het denken, het verstand (mind) niet is beperkt tot ons hoofd maar dat ‘mind’ een constante flow van informatie is tussen cellen, organen en systemen in het hele lichaam. En Deepak Chopra die spontane genezingen onderzocht, kwam tot de ontdekking dat een cel informatie én energie bevat. Omdat gedachten, gevoelens en handelingen vormen van energie zijn, die positief of negatief ervaren kunnen worden, worden er soms energiestromingen in gang gezet die positiefgezond makend werken en soms negatief, blokkerend en ziekmakend worden.

Ons cellulair geheugen zit in ieder cel, dus ook in ieder orgaan!
Dit in tegenstelling tot wat Rudolf Steiner beweert, namelijk dat het geheugen aan de oppervlakten van onze organen vastzit, waarbij iedere orgaan specifieke herinneringen bewaart! In de boeken van Neale D. Walsch zegt God over ons DNA, ons cellulair geheugen; Divine Natural Awareness = het Goddelijke Natuurlijk Bewustzijn dat in iedere cel aanwezig is.

We horen nu zo langzamerhand eens te beseffen dat we niet een ziel-geest-lichaam systeem hebben, maar dat we ons ziel-geest-lichaam systeem zijn. Een uitstralende, fluctuerende energiebol. Wij zijn ons Zelf en zijn lichtwezens! Wij zijn goddelijke energiewezens! Besef en weet dat DNA de afkorting is van Divine Natural Awareness; het Goddelijk Natuurlijk Bewustzijn

11.3 Millennium-visie

Argumenten tegen orgaantransplantatie vanuit spirituele perspectieven

De opgeslagen (energie)informatie of anders gezegd het bewustzijn van het getransplanteerde orgaan wil zich graag verenigen met haar zielsenergie die na het sterven vertoeft in het Hemelrijk kan na het ‘afstoten’ alsnog terugkeren naar het Hemelrijk om zich aldaar te herenigen met haar ware ZIJN! Dit zou een mogelijke – géén wetenschappelijke verklaring of toetsing – verklaring kunnen zijn voor het vroeg of laat afstoten van het getransplanteerde orgaan. Mocht dit (mijn) waarheid zijn, dan blijft de vraag of orgaandonatie en -transplantatie nog wel zinvol (in overeenstemming met de ‘schoonheidsleer’) en verantwoord is of – in het andere uiterste geval - ‘moord met voorbedachten rade’ is, bestaan!

Een nieuw bewustzijnsparadigma nodig in het gezondheidswereldje!

11.4 Energieverstrengeling versus zielsverstrengeling

Orgaantransplantatie energetisch en spiritueel bekeken

In meerdere boeken en artikelen is te lezen dat er een zgn. verstrengeling van energieën van de donor en van de ontvanger plaatsvindt; dat deze verstrengeling doorgaat tot in de dood; dat de twee zielen nooit meer ‘van elkaar afkomen’; dat er een karmische band ontstaat; dat je niet meer een onafhankelijk gescheiden leven van elkaar leiden; dat er een krachtige lotsverbondenheid tussen donor en ontvanger ontstaat …….., maar dit alles berust op een groot misverstand. Zielsverstrengeling zou volgens deze literatuur het volgende betekenen: ‘Oorspronkelijke levensopdracht en het karma raken vermengd met dat van de donor; lotsverbondenheid’.

afb. Orgaandonatie 17Het bewustzijn (energie of trillingsfrequentie van het desbetreffende orgaan) van het getransplanteerde donororgaan – de gedachten, emoties, waarnemingen of herinneringen – zullen automatisch worden overgedragen en uiteindelijk wel in het aura-veld of elektromagnetische veld ‘zichtbaar’ zijn, maar dit heeft niets te maken met de energiefrequentie – de goddelijke vonk – van de ziel. De ziel is een onafhankelijk, zelfstandig en evoluerend wezen, die nooit en te nimmer ‘gekoppeld of verstrengelt’ is aan een andere ziel. ‘Het begrip tweelingzielen en aanverwante gedachten omtrent innige zielsverstrengeling komt dan ook veel meer uit de gedachtekoker van New Age-filosofen en -concepten’ en bestaat niet naar mijn inziens. [Verwijzingen naar de boeken van Neale D. Walsch]

Orgaantransplantatie kan resulteren in verlagen van je persoonlijk trillingsgetal van je aura of elektromagnetisch energieveld. ‘Je aura-veld zal krimpen en een minder krachtige lichtgevende uitstraling vertonen’. Een en ander is sterk afhankelijk van de krachtige, of minder krachtige uitstraling van het energieveld of aura-veld van de ontvanger; zeer lage of hoge trillingsfrequentie. Uiteindelijk zal de ontvanger moeten leren omgaan met de nieuwe ’duidelijk aanwezige, vreemde’ energievorm van emoties en gedachten van die ander. Er wordt als het ware een stukje energiegeschiedenis (de moleculaire energie van bijvoorbeeld een hart, een long, een nier, een milt, etc. etc., maar óók de bijbehorende gedachten, herinneringen, gevoelens, e.d. (= geestbewustzijn) van het desbetreffende orgaan) overgeheveld van de ene persoon naar de andere. Het kan zelfs voorkomen dat de donororgaan na enige tijd in het nieuwe lichaam dezelfde ziekteverschijnselen als het ‘oude’ orgaan daarvóór vertoont. Dit kan worden veroorzaakt doordat de energiegeschiedenis van de ontvanger een dusdanig zwaar beladen (negatief) verleden heeft dat deze energie (een conglomeraat aan gedachten, herinneringen, ervaringen en gevoelens) de overhand krijgt in de nieuw situatie; in z’n nieuwe lichaamsomgeving.

11.5 Energetische deficiëntie

Het her-bewonen van een orgaan; her-synchronisatie’

afb. Orgaandonatie 18Er wordt nauwelijks aandacht besteed voor de beschadigingen op energetisch vlak, die door een uitneem-operatie wordt veroorzaakt. Er treedt namelijk een energetische beschadiging op de plaats waar het orgaan is verwijderd en waar het orgaan wordt ‘íngebouwd’. Er is in eerste instantie al een stukje energieveld (een aura-veld) van het orgaan – een verlaging van de energietrilling - verdwenen tijdens het zgn. spoelproces van het orgaan, tijdens transport van het orgaan en tijdens het implanteren van het orgaan. ’Het donororgaan is hierdoor over-gestrest en dient te recupereren in haar nieuwe omgeving, mits ze daar de gelegenheid voor krijgt’. Afhankelijk van het hoogte van het trillingsgetal van de ontvanger in samenhang met de trillingsgetal van het donororgaan zal het ‘nieuwe’ orgaan worden geaccepteerd of uiteindelijk worden afgewezen. Er zal een her-synchronisatie moeten plaatsvinden van trillingsfrequenties! En daar is veel tijd, persoonlijke aandacht en energetische ‘reiniging van het orgaan’ van de ‘ontvanger’ voor nodig

11.6 Zingevingsvragen. Zinvol?

Scheppende energieën

Materiële elementen worden niet uit zichzelf geschapen; de scheppende kracht is de ziel, het hoger of innerlijke Zelf (een energiedeel van God Zelf) ook wel het eindeloos of ziele-bewustzijn [Pim van Lommel] genoemd. We kunnen weliswaar iets van materie proberen te maken, maar de materie schept niets uit zichzelf! En, dát is wat de wetenschap zich niet wil realiseren. Waterstof en zuurstof bijvoorbeeld komen alleen samen als de Hogere, Kosmische of Universele Energie ze daartoe aanzet. Zo kan ook de stoffelijke energie – bijvoorbeeld ons fysiek lichaam - niet werken zonder tussenkomst van deze Hogere Energie en ons innerlijke Zelf; onze ziel! Tussen de Universele Energie en onze ziel is een onlosmakelijke samenhang en -verband aanwezig. ‘Het één kan niet zonder het andere’.

afb. Orgaandonatie 19Orgaantransplantatie zinvol? Lichamelijke complicaties – emotionele trauma’s - zijn een feit! Besef en realiseer je dan ook terdege dat naast het fysieke aspect – de mogelijkheid van afstoting van het donororgaan, e.d. – er nog een spiritueel en/ of energetische kant aan het verhaal ‘Orgaantransplantatie’ zit. En….. dat het antwoord ‘goed of slecht’ – ‘doen of niet doen’ - alleen maar kan worden beantwoorden door je eigen ziel; je innerlijke of hoger bewustzijn! Niemand anders; géén arts, géén therapeut, géén voorlichtingscampagne, en niet jouw geest (je verstand, je breinmassa) kunnen een perfecte en zinvolle keuze maken! Leer daarom luisteren naar je hartgevoelens alvorens je een ingrijpende en complex levensproces c.q.- verandering wenst te ondergaan.

Wel of niet registeren? Het antwoord is te vinden bij mensen die leven en handelen in het bewustzijn van liefde, vrij van schuld en slachtofferschap, vrij van angst voor ziekte, ouderdom en de dood.
Het besef dat we ooit doodgaan leidt vroeg of laat tot zingevingsvragen: Waarom ben ik hier? Wat is het nut van mijn bestaan? Bij veel mensen komen die pas op latere leeftijd, of na een ingrijpende levensgebeurtenis. Jezelf deze vragen al jong stellen, heeft als grootste voordeel dat er nog veel valt bij te sturen in je bestaande overtuigingen. De kunst zit hem daarbij in het aanvaarden van de onvermijdelijkheid van de dood, en toch – of misschien wel juist – met enthousiasme keuzes durven maken en te leven vanuit je eigen overtuigingen, normen en waarden dat de dood een verlenging is van het bestaande leven op aarde.

‘Als we niet beginnen met zélf te denken,
blijven we maar doorgaan elke soort onzin
te accepteren als de wijsheid van het leven………’

Hans Zevenboom

 

 
Millennium-Visie
Tel. 06 – 20834965
www.millennium-visie.org
info@millennium-visie.org

Joomla Templates by Joomlashack