logo-millennium-visie.jpg

kb

 

Bericht
  • EU e-Privacy Richtlijnen

    Wij maken gebruik van cookies, om onze website te verbeteren, en om het verkeer op de website te analyseren. Door op akkoord te klikken, geef je toestemming voor het plaatsen van alle cookies zoals omschreven in onze privacyverklaring. Ga voor meer informatie naar Privacy pagina.

    Bekijk Privacy Richtlijnen

De Paulinisitische geloofsleer - December 2023

1.0 Inleiding

‘Hoe ‘betrouwbaar’ zijn de geschriften’

De kerk is in de loop der eeuwen steeds meer geïnstitutionaliseerd geraakt. De leer is vastgelegd in allerlei dogma’s [1] zoals de twee-naturen-leer [2] – Jezus is God [3] én mens (Chalcedon 451) -, afschaffing van de reïncarnatie gedachte (Constantinopel 553), instelling van het celibaat (Lateraans Concilie 1123), canon vastgesteld van de Bijbelboeken en de erfzonden (Trente 1564). Al deze leerstellingen van de Rooms katholieke Kerk geven duidelijkheid en laten geen interpretaties meer toe.

afb. de dood 6Ondanks het feit dat tweeduizend jaar na de geboorte van Jezus overal ter wereld mensen met zijn boodschap miljoenen mensen wist te inspireren, neemt het kerkbezoek in het Westen steeds verder af. De kerken beginnen langzaam leeg te lopen, omdat steeds meer mensen moeite hebben met de ‘taal’ die in de kerken wordt gesproken. Mensen willen niet meer klakkeloos geloven in dogma’s en theorieën waarmee de kerk de boodschap van Jezus heeft omhuld. Ze hebben geen behoefte meer aan een kerk in de rol van bestraffende, dreigende, corrigerende ‘ouder’. Mensen geloven niet meer dat de kerk die dé wijsheid in pacht heeft en beschikt over een geloofsleer die zaligmakend is. Mensen zijn niet afkering van religie, maar wel van een opgelegd geloof!

Nu de ontkerkelijking voortschrijdt, proberen de kerken naarstig maatregelen te treffen om de leegloop te stoppen. Ze zijn – weliswaar heel voorzichtig – bereid vraagtekens te zetten bij dogma’s (kerkelijke leerstellingen) en theorieën die zij eeuwenlang als de absolute waarheid hebben verkondigd. Maar realiseer je dat het vooral de religies - de bisschoppen, de theologen, de godsdienstijveraars, de letterknechten - in de loop der eeuwen zijn geweest, die vertelden wat de mensen behoorde te geloven wat God zoal van ons verwachtte en eiste. Het directe gevolg van deze opgelegde beperkingen was – en misschien moeten we ook het heden hierin bij betrekken -, dat er géén ruimte meer is voor de geestelijke en esoterische inbreng van mystici zoals Boeddha, Jezus, en vele anderen [4].

afb. de dood 7Het meeste dat ons verteld en onderwezen is, is afkomstig van de grote wereldreligies. Nu is het niet zo dat wat zij ons verteld hebben ‘fout’ is, maar bezien moeten worden vanuit een ‘verouderd’ perspectief. Hun verhaal was niet compleet; het was een verhaal met een ontbrekende boodschap. En het enige element dat in de theologie van de meeste religies ontbreekt, is de ontbrekende boodschap van het missen van de ervaring van Eenheid met de Schepper en de Eenheid met elkaar. ‘Wij allen zijn Eén’! ‘Wij allen zijn verbonden met elkaar’. ‘Wij zijn een energie-deel van het universum’. Het idee dat jij en alle mensen één zijn met God en één met elkaar, is psychologische en spiritueel gezien revolutionair!

Maar wie verzon dat geloof over dat ene leven toch?’


[1] Dogma’s ; bindende uitspraken van het kerkelijke gezag over specifieke geloofskwesties) en credo’s (geloofsbelijdenissen).
[2] De twee-naturenleer gaat over de verhouding van het goddelijke en menselijk in de Persoon van Jezus Christus of God de Zoon. Deze kwestie hangt nauw samen met de leer van de goddelijke drie-eenheid. De discussie ging over hoe men de verhouding van de Zoon tot de Vader moest omschrijven. De twee-naturenleer houdt in dat de Zoon zowel mens als God is en dat kwam het beste tot uiting in een Griekse term homoousios; hetzelfde wezen. Het is dan ook vanwege dit gegeven dat deze term het heeft gehaald op het Concilie van Chalcedon (451) waar de leer van de drie-eenheid en de twee-naturenleer definitief werd vastgesteld.
[3] De heilige Drie-eenheid, Drievuldigheid of triniteit is de theologische opvatting in veel takken van het Christendom dat God bestaat uit drie heilige personen: de Vader, de Zoon en de Heilige Geest. De drie-eenheid van God is een belangrijk thema in het christendom en heeft in de vroege kerkgeschiedenis voor grote opschudding gezorgd. De terminologie ‘drie-eenheid’ wordt niet letterlijk in de Bijbel gebruikt. Desalniettemin vond een late kopiïst (15 eeuw) het nodig nog een expliciete verwijzing toe te voegen. Zo geeft de Statenvertaling 1 Johannes 5:7 en 8 als volgt weer: ‘Want Drie zijn er, Die getuigen in den hemel, de Vader, het Woord en de Heilige Geest; en deze Drie zijn Eén’. En drie zijn er, die getuigen op de aarde, de Geest en het water, en het bloed; en die zijn tot één. Sinds Erasmus aantoonde dat deze passage uit de Vulgaat in die vorm in geen enkele Griekse tekst voorkwam, laten de meeste vertalingen de toevoeging weg. Zo schrijft de Leidse vertaling 1 Joh 5:7,8 als volgt: ‘want drie zijn de getuigen, de Geest, het water en het bloed; en die drie zijn eenstemmig’.
[4] https://nl.wikisage.org/wiki/Mystiek

2.0 Dogma’s

Voer voor theologen’

afb. Islam 12Sinds de eerste concilies in Nicea (325) en Constatinopel, waarin de definitieve kerkleer bondig werd samengevat in dogma’s, is er al een hevige strijd gaande over de authenticiteit van de goddelijkheidsleer van Jezus. Jezus is niet ‘homoi-ousios’ (mens gelijkend op God), maar homo-ousios’ (Gods gelijke). In het Grieks slechts één letter verschil.
Dit letterkundig probleem werd ‘opgelost’ door Augustinus van Hippo (354-430) met het leerstuk van de heilige drie-eenheid. Het leerstuk zegt: ‘Jezus, God en de Heilige Geest zijn in wezen Eén’! Maar door eeuwenlange starheid in weigeren van een herformulering – velen hadden moeite met deze klassieke opvatting dat God onstoffelijk en onzichtbaar is; het riekt naar meer-godendom – veroorzaakte de oude dogma’s juist de neiging om nieuwe vragen en nieuwe dogma’s te creëren.

Om de 100% goddelijkheid van Jezus te ‘bewijzen’, kwam de rooms-katholieke kerk in 1854 (!) met het dogma van Maria’s onbevlekte ontvangenis [1]. Maar volgens de predestinatieleer van Augustinus – dat elk mens als zondaar geboren wordt – was volgens de kerkleer Maria dus dat ook. Ook zij was dus belast met de erfzonde. Dus kon haar zoon Jezus hooguit 50% goddelijk zijn. Vanaf de vroegste tijden heeft dit probleem de (rooms-katholieke ) kerk beziggehouden. Het dogma van de onbevlekte ontvangenis van Maria was en is een centraal kerkelijk thema geworden én gebleven.

Jezus is een puur goddelijk wezen: door God verwekt en geboren uit de maagd Maria’.


[1] Wat wordt bedoeld met Maria’s Onbevlekte Ontvangenis? Het geloofsgegeven dat Maria vanaf het eerste moment van haar bestaan in de moederschoot (‘ontvangenis’) vrij van zonde was; dus ook vrij van erfzonde. Louter op basis van het feit dat zij was uitverkoren om later de moeder van de Heer te worden.

3.0 Waarom was dit nieuwe dogma dan nodig?

afb. Islam 2Om te ‘bewijzen’ dat Maria eigenlijk óók al goddelijk was. Waarom was dat nodig? Omdat het anders dan ongeloofwaardig was dat Jezus 100% goddelijk is. Waarom moest Jezus dan 100% goddelijk zijn? Omdat de Kerk leerde én nog steeds leert, dat de mens niet op eigen kracht nader tot God kan komen; met God kan men worden ‘verzoend of verlost’. En, dat kan alléén maar door bemiddeling van iemand die ‘waarachtig God’ is. Jezus mocht en kon volgens deze leer dus niets ‘menselijks’ hebben. Vandaar die kronkelende hersenspinsels in onze christelijke kerkleer.
De christelijke kerken leren, dat het ‘kunnen ervaren van God’ alléén te danken is aan Jezus. Sterker nog, de kerkleer gaat ervan uit dat mensen zónder Jezus in zonde gedrenkte, hulpeloze wezens zijn die géén verbinding met God kunnen krijgen [1]. En dat zullen blijven, totdat hun zonden vergeven zijn! [2] De katholieke kerk zegt, in verhullende taal dat zij ‘via-via-Jezus’ de bevoegdheid hebben gekregen om de zonden weg te wassen en wel met behulp van bepaalde rituelen. Heel vroeger was dat de ‘aflaathandel’; nu een ‘kleine’ boetedoening.

‘Het Thomas-Evangelie’

exorcisme 2Besef wel dat dogma’s menselijke bedenksels zijn. Het geschreven verhaal van Maria’s maagdelijkheid en Jezus’ goddelijkheid zijn niet gebaseerd op wat Jezus zelf heeft gezegd, zo lezen we in het Thomas Evangelie. Jezus heeft zelf nooit beweerd dat zijn moeder en oma maagd waren. Hij zei ook niet, dat hij zijn leven zou opofferen om ons eens en voor altijd van de zonde te verlossen. Jezus’ boodschap stemt niet overeen met ‘het trommelgeroffel van het kerkelijke geloofspropaganda die zijn superioriteit wil bewijzen’. Het is geen opgedirkte evangelie; het Thomas Evangelie en vele andere apocriefe evangeliën is een evangelie zonder lijdensverhaal, zonder kruisiging en zelfs zonder opstandig van Jezus. Anders gezegd: het Thomas-Evangelie met 114 uitspraken van Jezus is een evangelie pur sang. Jezus komt met een onorthodoxe visie over God, en waarin hij vertelt over de weg – het levenspad - die je kan gaan om God te kunnen ervaren.


[1] Nieuwsbrief ‘Het bewustwordingsproces ‘- deel III, ‘God van Morgen’, mei 2015
[2] De formulering van het traditionele kerkelijk geloof: ‘Daarom zond God zijn zoon Jezus om Gods vergiffenis voor de zonden van de mens te brengen. Door zich met Zijn dood op te offeren voor de mensheid, bracht Jezus de verzoening met God tot stand. Om dit offer van verzoening, of verlossing, te kunnen aanvaarden, moesten de mensen Jezus als Heer en Verlosser accepteren. Zij doen dat door de doop, een rituele reiniging, waardoor bekeerlingen hun zonden uit het verleden symbolisch wegpoetsen om te kunnen leven volgens de ethiek die Jezus onderricht heeft’.

4.0 Het traditionele, kerkelijke geloof

De Bijbel stelt dat het zonder geloof onmogelijk is God te behagen’. (Hebr. 11:6)


‘Zonder het eeuwige leven valt het fundament onder het christelijke geloof vandaan’
[1].

exorcisme 8Het christendom heeft zijn eerste wortels gehad in de prediking van Jezus Christus. Jezus Christus en zijn discipelen leefde in de 1e eeuw. Volgens de evangeliën, de vier boeken die het leven en de leer van Jezus Christus vertellen, werd vermoedelijk na 6 v.Chr. in Bethlehem in Judea geboren.
Het is moeilijk de evangeliën (het ‘goede nieuws’) nauwkeurig te dateren; ze ontstonden vermoedelijk tussen 70 en 110 na Chr. Traditioneel werden ze toegeschreven aan 3 mannen die Jezus gekend hebben (Marcus, Mattheüs, en Johannes) en aan Lucas, die Paulus vergezelde maar Jezus nooit persoonlijk heeft ontmoet! De zendingsreizen van de apostel Paulus, vooral in het Hellenistische deel van het Romeinse rijk, verspreidde het christendom tot buiten de grenzen van het toenmalige Israël. Lang voordat het eerste evangelie de vorm had waarin het bewaard is gebleven, had Paulus al een aantal brieven aan door hem gestichte christelijke gemeenschappen – ‘kerken’ - gezonden. Deze, en andere brieven die door de Kerk aan Paulus zijn toegeschreven, alsook brieven die door andere volgelingen – Petrus, Jacobus en Johannes – zouden zijn geschreven en de Openbaring, die ook van de hand van Johannes zou zijn, vormen samen het Nieuwe Testament; de heilige schrift van het christendom.exorcisme 4
De meeste auteurs van het Nieuwe Testament hebben Jezus dus nog nooit ontmoet of zelfs maar gezien. Zij leefden vele jaren nadat Jezus de aarde had verlaten. Zij zouden Jezus van Nazaret bij wijze van spreken niet herkennen als ze hem op straat tegenkwamen. De auteurs van het Nieuwe Testament waren gelovigen én historici. Zij namen de verhalen over die aan hen en hun vrienden waren overgeleverd door ouderen, totdat uiteindelijk een geschreven verslag werd opgesteld. En besef, dat niet alles van deze auteurs in de definitieve versie van het Nieuwe Testament werd opgenomen.

Religie is kort te omschrijven als een onlogisch geloof in het bestaan van het onwaarschijnlijke’.

exorcisme 7In de vroege kerkgeschiedenis waren er al kerken ontstaan rond de lessen van Christus en – zoals vaak gebeurt waar mensen zich in groepen verzamelen rond een krachtig idee, een vernieuwing – er waren bepaalde individuen binnen deze kerken, of enclaves, die vaststelden welke delen van het verhaal van Jezus zouden worden verteld en ook hoe! Dit proces van selecteren en bewerken zette door tijdens het verzamelen, schrijven en publiceren van de evangeliën en de Bijbel.
Neem nu eens als voorbeeld het kerkelijke Concilie van Trente (1545-1563) dat als doel had om de misstanden en misbruiken binnen de Katholieke Kerk aan te pakken. Het concilie formuleerde de opvattingen en de dogma’s die voortaan de inhoud van de (katholieke) geloof zouden uitmaken en sindsdien niet meer herroepbaar! Er moest dus duidelijkheid geschapen worden, omtrent de door de protestanten betwiste geloofspunten. Het Concilie had tot doel de rol van de Kerk als wetgever en ‘hervormer’ te benadrukken én de positie van de (rooms-katholieke) kerk te verstevigen ten opzichte van de protestanten. Op het concilie werden in 126 stellingen (zgn. canones), onderdelen van de protestantse leer, als dwaling gekenmerkt. Tijdens dit Concilie werden de opvattingen en de dogma’s geformuleerd die voortaan de inhoud van de (katholieke, traditionele) geloof zouden uitmaken en sindsdien niet meer herroepbaar!
Deze werkwijze van het selecteren en bewerken van het Woord onderstreept (nogmaals) de voortdurende machtsstrijd (over een periode van 185 – 1563) die gaande was tussen ‘gelovigen’, patriarchen en bisschoppen zoals de grote theologen Orgines, Arius, Pelagius en Augustinus - de toenmalige kerkleiders – over de essentiële vraag: ‘Wie verkondigt nu het enige ware geloof?’

‘Wie verzon dat geloof over dat ene leven toch?’


[1] De geloofsbelijdenis van Nicea-Constantinopel is de tekst waarin voor de eerste keer in de christelijke geschiedenis de fundamentele doctrines van het Christendom werden vastgesteld; 1) de leer van de incarnatie/ menswording van God in de persoon van Jezus Christus en 2) de Triniteitsleer- er bestaat maar één God, maar deze manifesteert zich in drie personen. Tot vandaag de dag geldt formeel de geloofsbelijdenis van Nicea-Constantinopel als de geloofsbelijdenis van alle christenen. Deze geloofsbelijdenis moet niet verward worden met de Apostolische geloofsbelijdenis. Deze wordt niet tijdens de eucharistie gebruikt, maar geldt onder de naam De twaalf artikelen van het geloof wel als officiële geloofsbelijdenis voor de rooms-katholieken. Ze is taalkundig enigszins vereenvoudigd, wel gebaseerd op het Credo maar in tegenstelling hiermee theologisch niet omstreden omdat de tekst niet expliciet verwijst naar de Triniteit. https://nl.wikipedia.org/wiki/Geloofsbelijdenis_van_Nicea-Constantinopel

5.0 Hoe ‘betrouwbaar’ zijn de geschriften, die wij nu bezitten?’

‘Tienduizenden correcties’

exorcisme 30De Bijbelse evangelisten – de (‘over-‘)schrijvers – waren vrijlaat met het opschrijven van ‘verslagen’, die dus allerminst ‘ooggetuigenverslagen’ kunnen worden genoemd. Ze maakten gebruik van ander materiaal en over dit materiaal weten we heel weinig met zekerheid te zeggen.
In principe wordt de ‘betrouwbaarheid van de geschriften’ bepaald door het aantal manuscripten dat we bezitten en het tijdsinterval tussen origineel en ons overgebleven kopieën. De geschriften van het Nieuwe Testament waren veruit de meest gekopieerde van de Oudheid. Er zijn nu meer dan 5300 bekende Griekse handschriften van (delen van) van het Nieuwe Testament (w.o. ruim 200 complete NT, ca. 50 m.u.v. de Evangeliën; dit getal omvat ook ca 2100 zgn. lectionaria). We kunnen daaraan toevoegen meer dan 10.000 Latijnse Vulgata’s en tenminste 9300 andere vroege vertalingen. Dat brengt het totaal op meer dan 24.000 kopieën van (delen van) het Nieuwe Testament.
Het oudst bewaarde handschrift van een volledig Nieuw Testament dateert van de vierde eeuw. De oudste fragmenten van het Nieuwe Testament dateren van minder dan 30 jaar na de laatst beschreven gebeurtenissen (95 na Chr. – 125 na Chr.). De geschriften van het Nieuwe Testament zijn met zeer grote zekerheid te dateren op de jaren 45-95 na Christus, niet later.

exorcisme 38In de vorige eeuw werden er belangrijke handschriftvondsten gedaan. Twee daarvan, de Codes Sinaiticus (ontdekt in St. Catharinaklooster in de Sinaïwoestijn) en de Codex Vaticanus, beide uit de 4e eeuw, vormen de ruggengraat van alle moderne Bijbelvertalingen. De door de Duitse geleerde Tischendorf ontdekte Codex Sinaiticus, bevestigde dat de codex zelf al een ‘levendige geschiedenis van tekstcorrectie’ te zijn. Er worden naast de negen verschillende correctoren nog eens vijfduizend correcties aangebracht. Een vergelijking tussen de Codex Sinaiticus en de Codex Vaticanus (bijna even oude handschriften) heeft uitgewezen dat in de evangelie al op meer dan drieduizend punten van elkaar afwijken. Met andere woorden de boeken van de Schrift zijn al vroeg een slagveld van tekstveranderingen en bewerking geworden; al in de eerste honderd jaar van hun bestaan.

5.1 Tekstverandering

Moedwillige verandering?’

In de tweede helft van de 3e eeuw was er behoefte aan nieuwe handschriften, omdat veel verloren was gegaan tijdens de Romeinse vervolgingen. Voor het ‘her-schrijven’ werd niet de meest oorspronkelijke tekst gekozen, maar de – volgens de tekstschrijvers of de kopiïsten – in theologisch opzicht beste tekst. Dat wil zeggen, de tekst die aansloot bij de reeds gevormde theologie aan het einde van de 3e eeuw! De tekst die het meest overeenkwam met de denkbeelden van die tijd. Woorden en leringen van Jezus werden op deze wijze dus aangepast aan de opvattingen van die tijd!
Teksten werden dus passend gemaakt aan de toen heersende theologische inzichten. De meest markante veranderingen in doctrinaire of moedwillige zin hebben betrekking op de maagdelijke geboorte, de doop in de Jordaan en de opstanding!

Terug naar de oude spiritualiteit’

exorcisme 45Zelfs enkele eeuwen nadat de oorspronkelijke geschriften waren vastgelegd, besliste een hoge raad van de Kerk alsnog eens welke doctrines en waarheden tot de officiële Bijbel van toen behoorden. Zaken die als ‘ongezond of voorbarig’ – bijvoorbeeld de reïncarnatieleer [1,2] - voor de massa werden beschouwd, werden weggelaten! Was het niet de hoge raad van de Kerk, dan was het wel een enkeling – Calvijn – die zijn persoonlijke theologische visie gaf op de oude geschriften.
Op deze wijze wordt al eeuwen lang door kerkelijke instanties of de georganiseerde religie(s) getracht om de leer van dat ene kortstondige leven, dat allesbepalend zou zijn voor hun eeuwige zaligheid, te laten overheersen in het gedachtegoed van de mensheid.
De Kerk greep met andere woorden terug naar de oude spiritualiteit – het teruggrijpen naar (zeer) oude geschriften, wat nu zeer ‘populair’ is geworden - die sinds het einde van de 15e eeuw leefde in de zgn. ‘katholieke Reformatie’. Anders gezegd: Wat toentertijd tijdens de eerste zeven Concilies (van 325 – 787) door onderhandelingen – ter wille van het bewaren van de kerkelijke eenheid Oost en West en de keizerlijke macht - werd besloten, wordt heden ten dage nog als de enige, ware christelijke leer beschouwd door vele christelijke gemeenschappen.

‘De mens heeft de neiging zijn geloof en zijn ethiek aan te passen aan wat hem goed uitkomt’.exorcisme 33

Het kerkelijke christendom berust niet op de intrinsieke leringen van Jezus van Nazareth, maar op een later gevormde ‘Godsleer’ die de leringen van Jezus achteraf aanpaste aan eigen inzichten. De theologische inzichten van toen oefenen heden ten dage nog een grote invloeden op ons dagelijks leven uit! En wat is nu het ‘gevolg’ daarvan: ‘Wij voelen ons afgescheiden van God en dat gevoel wakkert bij velen van ons ongegronde angsten aan, zoals bijvoorbeeld de angst voor de dood!


[1] Nieuwsbrief ‘Reïncarnatie’. De Bijbelse opvattingen – deel I, November 2009
[2] Nieuwsbrief ‘Reïncarnatie’, deel II, December 2009; www.millennium-visie.org 

6.0 Een praktisch voorbeeld van hoe theologische, gevoelige onderwerpen als ‘ongezond of voorbarig’ voor het volk werden weggelaten uit de geschriften: de reïncarnatieleer!

In de geschriften van de kerkvaders zijn talrijke aanwijzingen die – ondanks sterke bewerking – ook nu nog zonder twijfel verklaard kunnen worden. En één van de gevoelige onderwerpen toentertijd was wel de leer van de wedergeboorte. Vrijwel alle kerkhistorici geloven tegenwoordig dat de afschaffing van de reïncarnatieleer officieel op een besluit van het concilie van Constantinopel in 553 berust.


De vervloeking van de leer van de wedergeboorte berust enkel en allen op een persoonlijke banvloek van keizer Justinianus of beter gezegd zijn vrouw Theodora.

exorcisme 26De reïncarnatietheorie is kort na het jaar 553 na Chr. door de Kerk (het concilie van Constantinopel) officieel van de hand gewezen. Het historisch verhaal over deze afwijzing van de wedergeboorteleer gaat als volgt:
De vrouw van keizer Justinianus I de Grote (482-565), Theodora I (500-548) genaamd, was een prostitué of actrice geweest. De vrouw Theodora was een eerzuchtige en in feite toen heersende vrouw volgens historicus Propius. Door haar schoonheid werd ze gebracht naar het hof van de keizer als courtisane, waar ze later met de keizer trouwde. Dit veroorzaakte een gevoel van trots binnen de kringen van de prostituees. Theodora voelde echter schande voor haar verleden en om alle herinneringen uit haar verleden te schrappen, gaf zij de opdracht om al haar ex-collega’s – vijfhonderd in Constantinopel, de keizerlijke zetel – te mishandelen, te martelen en uiteindelijk te vermoorden. Maar volgens de wet van Karma – zo redeneerde het volk - zou Theodora moeten boeten voor datgene wat ze haar ex-collega’s had aangedaan. Theodora was bang dat haar toekomstig karma zwaar zou wegen en vroeg aan de keizer Justinianus – nadat ze de bisschoppen die het dichtst bij de keizerlijke macht stonden al te hebben beïnvloed door manipulaties - om een bijeenkomst van bisschoppen te houden waarin de leer van de reïncarnatie voorgoed verbannen werd uit het christendom. Zij geloofde hiermee, dat met de’ goddelijke’ pauselijke toestemming ze niet meer hoefde te reïncarneren. De keizer Justinianus schreef een Plakkaat van de Kerk dat door de bisschoppen van Constantinopel (van de 165 aanwezige bisschoppen waren er dan ook maar een dozijn Latijns, omdat vrijwel alle uit het Westen uitdrukkelijk weigerden eraan deel te nemen; de oosterse bisschoppen waren vazallen die zich niet konden verzetten tegen de druk van de keizer) werd goedgekeurd in het jaar 543, waarin de leer van Origenes over het voortbestaan van de ziel en de reïncarnatie opnieuw werd veroordeeld.

Evenals tevoren in 543 op een synode van de Oosterse Kerk heeft de keizer de wedergeboorteleer van Origines [1] ook op het vijfde concilie vervloekt en vijftien anathemen (verbanning uit de Kerk, banvloek) ertegen uitgegeven.

Waarom zou de Kerk zich zoveel moeite hebben gedaan om reïncarnatie al eeuwen in discretie te brengen?


[1] Kerkvader Origines (ca. 185-254) was de belangrijkste leraar van de wedergeboorte. Zijn geschriften is nog maar een fractie bewaard gebleven. Zijn voornaamste geschrift ‘Over de princicpes’, Contra Celsum’ en De Principiis’ (III.1:13) en zijn ‘Matteüscommentaar (XIII.1/Matt. 17:10-13) waarin hij het eens is met het eerdere bestaan van de ziel en de afhankelijkheid van vroegere daden.

7.0 Wat heeft de kerkelijke geloofsleer ons tot nu toe gebracht?

En …………….. waartoe heeft die onderlinge, religieuze getwist toe geleid?

exorcisme 20Wel, simpel gezegd: wij voelen ons afgescheiden van God. Wij voelen ons verlaten door God. Wij hebben de indruk dat God niet meer naar ons wil luisteren, onze gebeden niet meer worden verhoord en dat heeft er uiteindelijk voor gezorgd dat velen van ons ongegronde angsten kennen, zoals bijvoorbeeld de angst voor de dood, wat voor zin heeft het om te leven, waar doen we het allemaal voor! We zijn toch immers zondaren.

Oké en wie heeft dat idee van zondaren allemaal gedacht?

8.0 Apostel Paulus

Wie was hij?’

Paulus stamde uit een streng joodse familie en verwierf het Romeinse burgerschap – dat zijn vader vermoedelijk duur heeft betaald – en daardoor kon hij zijn oorspronkelijke joodse naam Saul veranderen in Paulus. Hij behoorde tot de hoge klasse, werd strikt ni farizeïsche zin opgevoed, kreeg een uitgebreide en diepgaande opleiding, beheerste het Grieks uitstekend en was goed op de hoogte van de Griekse literatuur en filosofie.
exorcisme 22Op de leeftijd van achttien à twintig jaar (pas á de kruisiging van Jezus) ging hij naar Jeruzalem en wijdde zich als leerling van Gamaliel I [1] intensief aan de studie theologie. Hij, Paulus, was een fanatiek ijveraar, bekrompen, rechtlijnig, wetsgetrouw en hij bestreed de vroege christelijke sekten die zijn carrière als farizeeër in de weg stonden, bijzonder fel. Tenslotte smeekte Paulus de hogepriester een bijzondere volmacht af om de aanhangers van Jezus ook buiten de stadsmuren van Jeruzalem te kunnen vervolgen.
Bij Damascus werd hij plotseling gegrepen door de fascinatie die uitgaat van Jezus. Hij was in een roes van het idee zich als geestelijke leider van een toekomstige, gigantische beweging te kunnen profileren.

In het boek ‘Genie, Irrsiin und Ruhm’ van psychiater Wilhelm Lange-Eichbaum, [Boek, 1967, pag. 496 e.v.] – na intensieve en omvangrijke bronnenstudies – geeft een duidelijk beeld ter karakterisering van Paulus: ‘uiterlijk zwakjes en lelijk, scheel, kaalhoofdig en klein, daarbij bars, afwijzend, heftig en hartstochtelijk wat in de richting van een asthenische neuroticus wijst. Zijn ijver bij de vervolging van christenen is zeker een compensatie voor het gevoel van de eigen seksuele ontoereikendheid. Paulus was zonder twijfel een psychopaat. Hij leed zwaar aan aanvallen die hij toeschreef aan een engel van Satan. Een voor de hand liggende verklaring voor zijn ziekte, die hij zelf ‘stok in het vlees’ of ‘doorn in het vlees’ noemt (Gal. 6:17; Kor. 12:7) die hij altijd met zich mee moest dragen, is met zekerheid zijn homoseksualiteit waaronder hij op tragische wijze leed. Hieruit kan zijn, in het algemeen seksualiteit-vijandige en in het bijzonderexorcisme 13 ascetische, huwelijkstheorie herleid worden die van toen af het seksualiteit-vijandige en met minachting voor de vrouw gepaard gaande beeld van de gehele rooms katholieke Kerk tot de dag van vandaag stempelde.

Over Paulus – evenmin als over Jezus en de apostelen – bestaat er enig historisch geschrift. Alle kennis over hem stamt bijna uitsluitend uit de aan hem toegeschreven brieven. De brieven zijn sterk gekleurd, geheel of gedeeltelijk vervalst of uit enkele echte tekstfragmenten in elkaar gezet. Volkomen onecht zijn de brieven aan Timoteüs, aan Titus en de brief aan de Hebreeën. Sterk omstreden is de echtheid van de brief aan de Efeziërs, de brief aan de Kolossenzen en de tweede brief aan de Tessalonicenzen.


[1] Gamaliël I de Oudere was een belangrijke Joods leider in het sanhedrin van de eerste eeuw en een kleinzoon van Hillel de Oude. Gamaliël behoorde tot de farizeeën en voorts tot de School van Hillel. Hij stond bekend als ruimdenkend en was zeer machtig.

8.1 Paulus’ visioen

Paulus epileptische aanvallen’

Vele theologen en onderzoekers gaan er vanuit dat Paulus’ visioen een gevolg is van zijn epileptische aanvallen als Paulus kort voor Damascus een wonderbaarlijke belevenis heeft: ‘…. En plotseling omstraalde hem licht uit de hemel; en ter aarde gevallen, hoorde hij een stem tot zich zeggen: Saul, Saul, waarom vervolgt gij Mij? En hij zeide: Wie zijt Gij, Here? En Hij zeide: Ik ben Jezus [1], die gij vervolgt. Maar sta op en ga de stad binnen en daar zal u gezegd worden, wat gij doen moet (Hand.:3-6).

exorcisme 15Damascus was in die tijd het geestelijke centrum van de Essenen. Paulus wordt door een in Damascus wonende aanhanger van Jezus, Ananias genaamd, gedoopt en ingevoerd in de leer. Deze Ananias heeft volgens bronnen van Jezus zelf de opdracht gekregen om Paulus op te zoeken, maar eerst geweigerd omdat hij de vervolger vreesde. Jezus ontkracht dit bezwaar met de woorden: ‘Ga, want deze is Mij een uitverkoren werktuig om mijn naam te brengen voor heidenen en koningen en de kinderen Israëls, want Ik zal hem tonen hoeveel hij lijden moet….’ (Hand. 9:15-16). Vanaf dat tijdstip geldt Paulus als de ijverigste kampioen van het nieuwe geloof. Paulus neemt de taak op zich om de nieuwe leer volgens zijn eigen ideeën te verspreiden.

‘Temporaalkwabepilepsie van Paulus’

exorcisme 16Het kan zijn dat Paulus tijdens het inwijdingsritueel zijn driedaagse verblinding - ‘geestelijke blindheid tot visioenen’ – verkreeg, dat door een somadrank [2] werd veroorzaakt (Hand. 9:8-9). Maar wat ik eerder vermoed is, dat Paulus door obsessieve, ongewenste kwaadwillende energieën zoals bijvoorbeeld auralifters, obessoren, e.d. werd belaagd, want er bestaat volgens Daskalos (boeken : ‘Vuur in het hart en ‘De magiër van Strovlos’, [3]) een direct verband tussen epileptische aanvallen en noem het maar dolende geesten.
Neurowetenschapper Dick Swaab vertelt in de Telegraaf van 4 oktober 2008 dat apostel Paulus, Mohammed, Jeanne d’Arc, Vincent van Gogh en Dostojevski een zeldzame vorm van epilepsie hadden; een temporaalkwabepilepsie. Mohammed [4], stichter van de islam, had vanaf zijn zesde jaar een geschiedenis van epileptische insulten die gepaard gingen met religieuze ervaringen! De tijdelijke blindheid na een epileptische aanval en Paulus’ bekering tot het christendom zijn vaker beschreven na extatische belevingen [5] bij temporaalkwab of slaapkwabepilepsie. Deze waarschijnlijkheidsdiagnose is ook gebaseerd op Corinthiërs 12: 1-9 en de visuele hallucinaties zoals Paulus’ geschiedschrijver Lucas meldt. In één van die hallucinaties sprak Jezus hem bemoedigend toe, in een ander raakte hij tijdens een gebed in Jeruzalem in trance en zag Jezus.


[1] De ontmoeting tussen Paulus en Jezus in Damascus heeft vermoedelijk ongeveer twee jaar ná de kruisiging plaatsgevonden.
[2] Soma (drank) een ritueel drankje dat werd gebruikt tijdens de Vedische offerrituelen. Er zijn verschillende hypothese om welke plant het zou gaan, maar het is zelfs mogelijk dat het niet om een plant ging maar een paddenstoel of hasj!
[3] Nieuwsbrief ‘De impact van gedachte-transitie’. ‘Elementalen’ – April 2023; www.millennium-visie.org
[4] Nieuwsbrief ‘Mohammeds Openbaringen’ – 16 november 2013
[5] Extatische periodes lijken veel langer te duren dan in werkelijkheid, want ze duren maar een halve tot enkele minuten. Mani of schizofrenie kan ecstatische religieuze gevoelens naar boven brengen!

9.0 Paulus’ geloofsleer

‘Indien nu van Christus gepredikt wordt, dat Hij uit de doden is opgewekt, hoe kunnen sommigen onder u ertoe te zeggen, dat er geen opstandig der doden is? Indien er geen opstandig der doden is, dan is ook Christus niet opgewekt. En indien Christus niet is opgewekt, dan is immers onze prediking zonder inhoud, en zonder inhoud is ook uw geloof’ [1 Kor. 15:12-14]

exorcisme 19Met deze woorden gaat apostel Paulus te keer tegen zijn tijdgenoten die zijn voorstelling van de verlossing van de mensheid door de kruisdood van Jezus heel moeilijk konden begrijpen. Paulus legt de hele betekenis van de werken van Jezus uitsluitende bij zijn sterven aan het kruis. Paulus leert dat het hele belang van Jezus hoofdzakelijk op zijn dood berust, om door zijn bloed de gelovigen van hun zonden, van hun verlorenheid en van de heerschappij van de satan te bevrijden. Hij heeft weinig om de woorden en de leer van Jezus, maar alles om zijn eigen leer: de verlossing van de zonden door de vermeende zoenofferdood van Jezus. In feite vermeldt Paulus in zijn brieven geen letter van wat Jezus onderwezen heeft! Evenmin geeft hij ook maar één van zijn gelijkenissen weer; hij verspreidt alleen maar zijn eigen filosofie volgens zijn eigen inzicht.

‘Een dreigboodschap?’

Volgens Paulus staan alle mensen vanaf het begin onder de toorn Gods (vergelijk Ef. 2:3) en zijn zonder uitzonering verloren (bijv. Rom. 5;18; I Kor. 15:18), zonder hoop en zonder God (Ef. 2:12), want satan heeft macht over allen (Rom. 3:9; Gal. 3:22; Kol. 2:14). Tegen alle mensen bestaat een verdoemingsoordeel van God (Rom. 5:16; Rom. 8:1). Deze toorn Gods kan volgens Paulus uitsluitend door de dood en het bloed van Jezus afgewend worden, en door de dood en het bloed van Jezus alleen kan die ‘Oerschuld of oerzonde’ verzoend worden (Kol.1:22; Hebr. 9:22) Zo maakt Paulus uit de blijde boodschap van Jezus een dreigboodschap, waaruit alléén hij de uitweg kan wijzen.

‘Een angstreligie?’

exorcisme 25Uit deze houding kan geen natuurlijke instelling tegenover de dood ontstaan, omdat volgens Paulus de uiteindelijke dood ‘het loon van de zonde’ is. In geen andere religie is de doodsangst zo aangekweekt als in het paulinistische christendom [1]. Paulus heeft een angstreligie gecreëerd en wendt zich af van de goedige en liefdevolle, alles vergevende, vaderlijke God [2] en verkondigt de wraakzuchtige, wrekende God van Mozes [3] door te zeggen dat het verschrikkelijk is om in de handen van de levende God te vallen.
Het erge en verwerpelijke aan de verlossingsleer van Paulus is de uitspraak dat de mens er zelf niet toe kan bijdragen om tot verlossing van het smartelijke bestaan te komen. Volgens de (verlossings-)leer van Paulus kan de mens niet door eigen goede werken en door geen nog zo goede levenswandel verlost en met God verzoend worden (Rom. 3:24, 3:28, 9:11, 9:16, I Kor. 1:29, Gal. 2:16) ‘Want door genade zijt gij behouden, door het geloof, en dat niet uit uzelf: het is een gave van God: niet uit werken, opdat niemand roeme’ (Ef. 2:8,9). De paulinistische genadeleer zegt dus dat verlossing pure genade is! Voorwaarde voor de genadedaad Gods is als consequentie het aanvaarden van de paulinistische geloofsleer, dus het lidmaatschap van de Kerk van Paulus.


[1] Paulinisme. Een geloofssysteem dat op de essentiële punten niet gebaseerd is op de boodschap van Jezus, maar op de volkomen andere leer van Paulus.
[2] Nieuwsbrief ‘Het bewustwordingsproces. ‘God van Morgen’ – mei 2015; www.millennium-visie.org
[3] Nieuwsbrief ‘Het bewustwordingsproces’. ‘God van Gisteren’, - april 2015

10.0 De paulinistische genadeleer

’Een verderfelijke poging tot zelfverlossing’

exorcisme 35Wat Paulus in zijn verlossings- of genadeleer verkondigt is dus heel aantrekkelijk; er zijn namelijk geen (geestelijke of lichamelijke) inspanningen nodig om het levensdoel te bereiken. Want iedere christen is eens en voor al verlost door het bloedoffer van Jezus aan het kruis. Dat betekent praktisch: ‘Je wordt gewoon lid van deze vereniging en je betaalt je contributie regelmatig’ en daarmee heb je dan alles gedaan om zich van een plaatsje in het paradijs – de hemel – te verzekeren.

De paulinistische genadeleer zegt dat verlossing pure genade is! Volgens Paulus is de mens alléén door de eenmalige bekeringsdaad al helemaal verlost, gered; een kind van God en een volledig nieuw goddelijke wezen geworden. Iedere poging om door eigen inspanning aan de verlossing (verlichting, zelfverwerkelijking, etc.) mee te werken, wordt door deze leer een geringschatting van de verdienste van Jezus en zelfs oerzonde genoemd. Volgens deze opvatting geldt iedere anders-gelovende, ook al heeft hij of zij nog zo voorbeeldig geleefd (bijv. Gandhi), als verloren als hij het kruisoffer niet zich aanneemt. Zich niet tot het paulinistische christendom bekeert. Deze voorstelling is volkomen anders dan het denken van Jezus!
De meeste christenen zijn van mening dat met de realiteit van de genadeleer het unieke van het christendom staat ofexorcisme 36 valt. Toch blijkt deze opvatting een grote fictie die niets met het denken van Jezus gemeen heeft. Noch de Bergrede – het kernpunt van de boodschap van Jezus – noch het Onze Vader, noch de van Jezus overgeleverde gelijkenissen bevatten ook maar een spoor van deze zogenaamde christelijke verlossingsleer. Jezus zou op z’n minst een kleine toespeling op het belang van zijn ‘offerdood voor de mensheid’ hebben moeten maken. Jezus heeft zelf over zijn weg en zijn leer tot bevrijding van het ‘leed’ van het aardse bestaan geen ingewikkelde theorieën verteld. Hij heeft volgens zijn eigen leer ………. Geleefd!

11.0 Het kerkelijke christelijke geloof = Paulinistische geloof

Aldus, het kerkelijke geloof in onze verlossing door Jezus Christus sluit het idee van reïncarnatie uit! Wij kunnen ons niet verlossen, hoeveel levens we ook zouden moeten doormaken. We zijn onvolkomen en niet volmaakt, alleen God is volmaakt. De lessen die wij tijdens ons leven op aarde moeten leren, hebben te maken met steeds weer kiezen tussen ‘Goed en Kwaad’, waarbij wij geholpen worden door God als we op Hem afstemmen en ons door Hem laten leiden. Het is dan ook om deze reden dat God zijn Zoon zond om voor ons te sterven en onze ongerechtigheid te dragen, de straf te betalen voor onze zonden en ons te bekleden met Zijn rechtvaardigheid. Als we genoodzaakt zouden zijn telkens gereïncarneerd te worden, dan heeft het sterven van Jezus Christus geen zin en geen betekenis voor ons, want we zouden dan zelf onze eigen weg tot redding en volkomenheid moeten gaan bewandelen en onszelf steeds ‘beter’ moeten maken, alvorens God ons kan accepteren, doordat wij in de naam van Jezus Christus gerechtvaardigd zijn.

exorcisme 41Incarnatie – let wel, éénmalige wedergeboorte en niet re-ïncarnatie - is een vorm van ‘heilig-worden-door-goede-werken’ en Paulus herinnert ons in ‘de brief van Paulus aan Titus [3:5]’, dat we gered zijn, niet uit werken der gerechtigheid doch door Zijn ontferming door het bad der wedergeboorte en der vernieuwing door de Heilige Geest.

Wat we tegenwoordig christendom noemen, is een door Paulus geredigeerde, verkeerde uitleg en vervalsing van de werkelijke leer van Jezus. Recente theologische en kerkhistorische onderzoeken hebben de verkeerde uitleg en de daardoor centraal geplaatste verlossingsleer door de zoenofferdood van Jezus al lang als waarheid aanvaard. Helaas is die waarheid tot nu toe met alle middelen onderdrukt en daardoor niet tot aan de basis doorgedrongen.

12.0 Jezus. Het beloofde Verzoeningsoffer?

"Want God had de wereld zo lief dat hij zijn enige Zoon heeft gegeven, opdat iedereen die in hem gelooft niet verloren gaat, maar eeuwig leven heeft." - De Nieuwe Bijbelvertaling [Johannes 3:16]

Jezus is voor onze zonden gestorven’ [Heidelberger catechismus]

Maar tot nu toe hebben we nooit iets anders gehoord! Hoe is men ooit op die gedachte gekomen? Heeft Jezus, dat zelf gezegd? Hebben ooggetuigen dat uit zijn mond opgetekend?

afb. jezus 3De zonde is sterk verweven met de religieuze betekenis van schuld; het begaan van een misstap! Want volgens het traditionele, christelijke geloof (lees: het paulinistische christendom) leeft ieder mens (!), sinds de zondeval, van ‘nature’ in zonde. De mens wordt vanwege de zondeval beschouwd als een wezen met een zondige natuur en heeft daardoor een zekere hang naar het plegen van zonden. ‘Je kunt het niet laten; het zit diep in je’.
De zonde én de zondige staat van de mens heeft volgens de paulinistische genadeleer een scheiding tussen God en de mensheid teweeg gebracht! Uiteindelijke leidt de zonde daarom naar een zekere, ongewisse dood. Zouden we letterlijk de inhoudelijke betekenis volgen van datgene wat de Bijbel (het Nieuwe Testament) verkondigt, dan is de dood de ‘straf van God’ die de mens verdient voor haar zonden! Maar als ‘verzoenend’ gebaar richting de mensheid wordt ons – door Paulus - geleerd, dat: ‘de vergeving van zonden kan alléén plaatsvinden door Gods Zoon, door Jezus Christus te aanvaarden als Enige Redder en Verlosser’. Diep gelovige christenen geloven 110 procent in het ‘zondeoffer’ of het ‘verzoeningsoffer-Jezus’.

Is Jezus gestorven tot verzoening van onze zonden?
Was Jezus het gelofte-offer?

Niet als we Jezus zelf mogen geloven. Uit zijn gelijkenissen van ‘de verloren zoon’ [Luc 15:11-32], ‘de verloren schapen’afb. jezus 4 en ‘de verdwenen penning’ [Luc. 15: 1-10] blijkt heel duidelijk dat God zo liefdevol, zo vergevingsgezind, zo onbevooroordeeld is, dat Hij géén eisen en géén voorwaarden aan ons stelt. Dat er géén ‘bloed- of zondeoffers’ nodig zijn om Hem gunstig te stemmen. Welnee, zegt Jezus, zo is de Vader niet. ‘Hij houdt je niet tegen als je je van hem afwendt. Maar als je vroeg of laat besluit om toch naar hem terug te keren om ‘thuis’ te komen, zal je met open armen worden ontvangen. God accepteert iedereen, hoe ‘fout’ hij of zij in het verleden ook heeft geleefd’.

Maar de ware boodschap van Jezus is helaas in een onontwarbare kluwen van dogma’s en kerkelijke theorieën verloren gegaan. Die dogma’s en theorieën hebben barrières opgeworpen die verhinderen dat mensen geen zicht krijgen op de ware kern van Jezus’ boodschap. De godsdienstijveraars willen ons doen geloven, dat wij ‘minderwaardige schepselen’ zijn én behoeftes hebben. Hierdoor blijven ontelbare gelovigen ronddartelen (Het halleluja-effect) met ontelbare misvattingen over God en het leven.

afb. jezus 5Jezus was niet de Verlosser, maar een Verlichter. Met behulp van Zijn leringen kun je het pad van de verlichting vinden in het Hier en Nu. De kern van de leringen van Jezus is dan ook: ‘Ken uzelf!’. Als je de Christus in je eigen hart tot opstanding kunt brengen, vloeit daaruit voort dat je bewust kunt gaan houden van jezelf. En dat biedt weer de mogelijkheid te houden van die ander. De kern is, zegt Jezus, dat ieder mens in zichzelf ‘God’ kan ervaren als een – altijd aanwezige ziel – Bron die je inspireert tot het volgen van een bepaalde weg. Je mag zelf kiezen. Je kunt doof zijn voor die inspiratiebron of je kunt ernaar luisteren. Als je de bron volgt, word je geroepen om een vrijer en liefdevoller leven te gaan leiden zónder de beperkende geloofsregels blind te volgen. Een leven waarin je uiting geeft aan je eigen specifieke gaven en kwaliteiten, je eigen diepste innerlijkweten; het Al-weten.
Wij geloven dan niet meer in een uiterlijke ‘Verlosser’. We vinden dat we zelf met onze zonden moeten afrekenen!

13.0 Gods genade = Gods belofte

Het eeuwige leven of toch de hel’

De zonde én de zondige staat van de mens heeft volgens de christelijke geloofsleer een scheiding tussen God en de mensheid teweeg gebracht! Uiteindelijke leidt de zonde daarom naar een zekere, ongewisse dood. Zouden we letterlijk de inhoudelijke betekenis volgen van datgene wat de Bijbel verkondigt, dan is de dood de ‘straf van God’ die de mens verdient voor haar zonden!

afb. jezus 6De allergrootste angst die wij kennen, komt voort uit het idee dat de uitkomst van het leven onzeker is! De twijfel over de uiteindelijk uitkomst – het eeuwige leven, éénmalig leven of wordt het toch de hel of het vagevuur – heeft je grootste vijand geschapen, namelijk een fundamentele angst! Want zo redeneren vele mensen als je de ware uitkomst – het oneindig eeuwig terugkerend leven - betwijfelt, dan betwijfel je ook het bestaan van de Schepper van dit leven, dan betwijfel je God, Allah, het Leven welke naam je voor de Schepper van dit leven ook bedacht hebt. En Oh wee, als je God, Allah ….. betwijfelt dan moet je je hele leven in angst en schuld doorbrengen. Zo is ons verteld en zo is ons geleerd, van kinds af aan!

Maar de grootste belofte die God - het gaat hier om de hele Natuur van God én Gods relatie tot de mensheid - ooit aan de mensheid heeft gedaan, is wel de gelofte dat ieder energiewezen zijn aller diepste verlangens kan vervullen zónder dat er iets voor terug wordt verlangd! Gods grootste belofte is een relatie zónder enige verplichtingen! Géén eisen worden er aan jou gesteld; je bent volkomen vrij in je eigen (spiritueel) ontwikkelingsproces hier op aarde. Want verandering is een fundamenteel recht van alle schepselen.
God zal daarom op je keuze géén directe invloed op uitoefenen. ‘God kijkt toe, hoe jij je leven aan het invullen bent!’ Zo’n goddelijke, unieke relatie – want dat is het - is juist geschapen als het volmaakte Gereedschap voor het werk van iedere ziel – ieder schepsel - hier op aarde. En wát je dus ook zelf creëert, zelf onderneemt in dit leven, hoe jij je leven ook indeelt en mag ervaren, wat het ‘eindresultaat’ ook mag zijn, jij en iedereen keert altijd Huiswaarts zónder gestraft te worden voor je daden en handelingen! Dat is Gods grootste belofte aller tijden.

‘Gods trouw reikt tot de wolken’ [Ps. 36:6]. ‘God heeft Zijn belofte gehouden’. [Joz. 21:43-45]. ‘Mijn trouw zal Ik niet verloochenen’. [Ps. 89:34]

Wat in Bijbelse termen heet ‘God volgen, God dienen, trouw zijn aan God’ behoort in je eigentijdse spraakgebruik dan alsafb. 10geboden 4 volgt te zijn: je innerlijke bron volgen, trouw zijn aan je hogere zelf, je diepste weten, je ziel of welke andere naam je er ook aan geeft. Dat vergt moed, standvastigheid en vertrouwen, maar het voert je naar een ‘nieuw leven’ waarin je blijer, tevredener en vredelievender wordt en je op wonderlijke wijze het gevoel krijgt dat je wordt geleid en gesteund door je innerlijk ‘geleidingssysteem’, de ziel die rechtstreeks (permanent) verbonden is met God!

‘Ik vertrouw op de wijsheid van de ziel, die wil dat ieder van ons het ‘mysterie van het leven’ omarmt, en zijn of haar plaats in het universum vindt’.

14.0 Slot

‘Een verruimd universeel concept’

afb. 10geboden 8Wat wij tegenwoordig christendom noemen, is een kunstmatig door Paulus gecreëerde wetgevende leer, die men beter paulinisme christendom had kunnen noemen. Het paulinisme is de door Paulus gearrangeerde verkeerde opvatting en vervalsing van de werkelijke leer van Jezus. Paulus bereidt ook de weg voor de latere kerkleer van de erfzonde en de goddelijke ‘drievuldigheid’.
De kennis van deze verkeerde opvatting en hierdoor in het middelpunt van het kerkelijke, traditionele christendom gekomen verlossingsleer door de offerdood van Jezus, is al lang een waarheid van de moderne theologische en kerkhistorisch onderzoek

In de Joodse (Esseense) Dode Zee-rollen lezen we over de Messias: ‘Als zoon van God zal hij begroet worden en men zal hem de Zoon van de Allerhoogste noemen’. In het Corpus Hermeticum (heidense geschriften) wordt de kosmos, de Zoon van God genoemd. Dus dat ook Jezus al snel door zijn leerlingen als de Zoon van God worden gezien, komt dus niet uit de lucht vallen en is allerminst exclusief ‘verzonnen’ door de conciliebisschoppen (325 Nicea-Constantinopel).
Ondanks de gnostische geschriften die in 1945 bij Nag Hammadi in Egypte in boekrollen in meerdere grotten zijn gevonden, en die een nieuw licht werpen over het leven van Jezus en het vroege Christendom, ben ik nog steeds sterkafb. 10geboden 25 geneigd om mezelf de vraag te stellen: ‘Waarom is deze kennis (nog) niet op één of andere wijze geïntegreerd in het (christelijke) gedachtegoedje – de huidige Bijbel bijvoorbeeld - van de christenen?. Waarom kunnen we niet vanuit een vernieuwd Christus’ bewustzijn, een alternatief model creëren die de oorspronkelijke religie(s) overstijgt?’. Het Christus’ bewustzijn blijkt een universeel concept op te leveren, maar dan dient wel het oorspronkelijke denkkader verruimd te worden en dat de ‘Liefde’ als een zuiver komisch doel voor ieder mens centraal staat! Dan zou ieder gelovige het volgende kunnen accepteren:

* God is zuiver een God van Liefde; geen straffende, boze God;
* Jezus Christus is mens geweest – het hoogste voorbeeld dat ons ooit is gegeven - en geëvolueerd tot een godheid;
* Ieder mens is een god-in-wording;
* Het leven is een ontwikkelingsproces, een evolutieproces tot ‘Wij goden Zijn’.
* Jezus en vele anderen zijn een voorbeeld - een spiritueel leraar - voor iedereen geweest; volg het pad van het hart en niet van het verstand! Jezus was het allerhoogste voorbeeld dat ons ooit door God is gegeven.

Hans Zevenboom

 

 
Millennium-Visie
Tel. 06 – 20834965
www.millennium-visie.org
info@millennium-visie.org

Joomla Templates by Joomlashack